Reis naar Hongarije
In 1919 werd ik met een medestudente door het H.B. van de N.C.S.V. afgevaardigd naar een conferentie van de Hongaarse C.S.V. Dat werd mijn eerste buitenlandse reis en mijn eerste internationale contact. Het deelnemen aan zo'n buitenlandse conferentie is voor studenten van grote betekenis. De reiskosten naar Hongarije en van Hongarije weer terug nam het H.B. voor zijn rekening. In Hongarije waren wij de gasten van de Hongaarse C.S.V. Enkele dagen bleven wij in Wenen. De kosten van mijn verblijf in Wenen werden gedekt door de dertig gulden, die ik verdiende, door voor De Nederlander - het dagblad van de C.H.U. - drie artikelen over Hongarije te schrijven. Dertig gulden was meer dan voldoende. Iedere dag, die wij langer in Wenen doorbrachten, kregen wij voor onze Hollandse guldens meer Oostenrijkse kronen. We logeerden in het duurste hotel van Wenen voor drie gulden per dag. We zaten er midden tussen schatrijke O.W.ërs, terwijl op straat de armoe ons toegrijnsde. Het was afschuwelijk. We leerden een stuk sociale werkelijkheid kennen van het naoorlogse Europa. Korte tijd later werd in ons hotel alles kort en klein geslagen. Het volk kwam in opstand. Met de boot voeren wij van Wenen langs de Donau naar Boedapest. Hongarije leefde in hoogspanning. Er was een communistische revolutie geweest, die was neergeslagen. Het was een vreselijke tijd. Op de conferentie, die op een van de oevers van de Donau in de buurt van Boedapest gehouden werd, laaide het Hongaarse nationalisme fel op. Ik deed de ontdekking, dat de christenen van Hongarije hun volk niet minder als het bij uitstek uitverkoren volk beschouwden dan de christenen van Nederland het 't hunne deden. Zij hadden voor die beschouwing ook hun historische argumenten en bewijzen. Wat is er van al die Hongaren, die wij leerden kennen, geworden? Wat van Victor, de secretaris van de Hongaarse C.S.V., wat van Murakoesy, de jonge Hongaarse dichter, wat van Prof. Tankö, wat van Poncraz Jozef, wat van al
die studenten? Voor het eerst in mijn leven werd ik met mijn neus gedrukt op de werkelijkheid van communisme en dictatuur. Nooit heb ik een volkslied met meer hartstocht horen zingen dan het Hongaarse op deze conferentie in het Honga-