J. Hofman
Aan de sociale conferenties heb ik mijn vriendschap met J. Hofman te danken, één van de bekwaamste mannen, die de christelijke vakbeweging heeft opgeleverd, een autodidact, een man met een grote kennis van zaken en een niet minder grote levenswijsheid. Hij was voorzitter van de Nederlandsche Christelijke Typografen Bond en heeft in de N.C.S.V. bij tientallen een wezenlijke belangstelling voor het werk der christelijke vakbeweging gewekt. Door hem kreeg ik contact met het C.N.V. Tien jaar lang heb ik op zijn verzoek overdenkingen geschreven in het jeugdblad van de N.C.T.B. Hofman zelf was redacteur van dat jeugdblad en van het orgaan van de N.C.T.B., het allerbeste vakverenigingsblad van die jaren. Hij schreef verder enkele voortreffelijke artikelen in Eltheto en Stemmen des Tijds en een bijzonder mooi boekje over arbeidersleven. Ook een waardevol Gedenkboek bij het jubileum van de N.C.T.B. Het was wonderbaarlijk, hoe deze man, die niet gestudeerd had, zich in de studentenwereld bewoog. Wij hadden een grote bewondering voor deze discipel van Talma. Aan Hofman heb ik mijn grote waardering voor de christelijke vakbeweging te danken. Het heeft Hofman terecht na 1945 dwars gezeten, dat vele doorbraakmensen uit christelijke kring een hoog woord voerden over en tegen de christelijke vakbeweging zonder haar te kennen. Er waren er, die haar tot ergernis van Hofman zonder meer vereenzelvigden met de A.R.Partij, haar althans beschouwden, als een bijhangwagen van die partij en haar daarom indeelde bij de reactie in Nederland. Hofman kon het niet verdragen en hij heeft harde woorden gesproken en geschreven over deze nieuwbakken socialisten, die de meest elementaire kennis van de politieke en sociale verhoudingen in Nederland misten. Mijn toetreden tot de S.D.A.P. en later tot de P.v.d.A. heeft hij evenals mijn keuze voor de moderne vakbeweging wel begrepen, maar toch niet kunnen waarderen. Hij vond het een noodlottige vergissing en in
een vrij felle brochure heeft hij mijn pleidooi voor de moderne vakbeweging bestreden. Dat heeft hem en ook mij, die van Hofman hield en een groot respect voor hem had, veel pijn gedaan. De breuk met deze bekwame, trouwe en hartelijke voorman van de christelijke