gekozen als voor de godsdienst van grote keur, zoals hij altijd zei. Hij beminde het leven en de goede aarde. En in wezen vroom man, maar met een wereldse inslag. Geestig en nonchalant. Van een beminnelijke onverschilligheid. Hij liet zich eens op een melkwagen naar Keizersgracht 162 rijden. In mijn tijd slordig gekleed. Maar we hielden van Geesink.
Ik naar Geesink. Hij heette mij welkom met het gebruikelijke ‘wat is er mijn jongen?’ Ik deed mijn verhaal. ‘Daar heb je het gedonder weer’, was Geesink's reactie. Hij deed een voorstel. De volgende morgen - 's middags zou de tante worden opgevoerd - moesten de senaat, de lustrumcommissie en de commissie-De Moor om tien uur in Bellevue bijeenkomen. Geesink zou ook komen en samen zouden wij een oplossing voor onze toneelproblematiek zoeken. Om tien uur waren wij allen present behalve Prof. Geesink, die, zoals te doen gebruikelijk was, een half uur te laat kwam. Dr. de Moor kreeg gelegenheid zijn bezwaren tegen de tante uiteen te zetten. Toen nam Geesink het woord. Deelde mee, dat ik vorige avond bij hem was geweest. Hij vond het een moeilijk en ernstig probleem en had de gehele avond doorgebracht met na te gaan, hoe de calvinisten in de loop der eeuwen over de travesti geoordeeld hadden. Calvijn was er tegen. Een hele rij illustere calvinisten volgden. Allen tegen. Dan staat op een goed ogenblik de gereformeerde ethiek stop. Een hele sprong: de grote Kuyper was ook tegen, in een Herautartikel! En Prof. Geesink zelf? Zijn ethiek was nog niet verschenen, maar als zij zou verschijnen, dan zou ook hij tegen zijn: een travesti was in strijd met de gereformeerde zeden!
Dr. de Moor en zijn twee paranymphen zaten te gnuiven. Tijdens de uiteenzettingen van Prof. Geesink kreeg ik het benauwd. Hij moest mij verkeerd begrepen hebben. De bedoeling was geweest, dat de voorstelling door zou gaan en nu ging het kennelijk mis. Het zwaarste geschut van Calvijn tot Kuyper werd tegen de tante in stelling gebracht.
We zaten in een grote kring. Nog al geladen en gespannen. Maar aan het einde van zijn betoog, terwijl de woorden: ‘Mijn eindconclusie is, dat een travesti in strijd is met de gereformeerde zeden’ nauwelijks waren uitgesproken, stond Geesink op, stevende recht op Dr. de Moor af, hief zijn rechterhand bezwerend omhoog en zei: ‘Maar verder geen gesodemieter, vanmiddag gaat het door’.