De godsdienst waarin wij opgroeiden, was een vrolijke godsdienst.
De lagere school, die ik bezocht, was de hervormde school op het Domplein, de Marnixschool van meneer Nijland. De school stond zo'n beetje onder de geestelijke leiding van Dr. A.W. Bronsveld en Ds H.H. Barger.
De sfeer was zeker niet gereformeerd, veeleer ethisch-orthodox.
In 1911 werd ik leerling van het christelijk gymnasium in de Boothstraat. Ik was een klein jochie van elf jaar en de concierge wekte mijn verontwaardiging op door mij te vragen, of ik niet een paar huizen verder moest zijn. Daar was de bewaarschool van Mej. Kiezebrink.
De rector van het gymnasium was geen sterke figuur. Slechts enkele leraars hebben invloed op mij gehad; de heer van Melle, de geschiedenisleraar, en de heer Spijkerboer, de wiskundeleraar. Mijn beste herinneringen zijn die aan Ds M.J.A. De Vrijer, de latere Utrechtse hoogleraar in de theologie. Ik wilde dokter worden en ik heb dan ook eindexamen b gedaan. Het is aan Ds De Vrijer te danken, dat ik dominee ben geworden. Hij gaf aan het Utrechtse gymnasium bijbelkunde, geloofsleer en hebreeuws. Hij was dominee in Odijk en kwam per fiets naar Utrecht. Een man, die zich moeilijk laat indelen. Hij was niet gereformeerd, niet ethisch, niet confessioneel. Hij was Ds De Vrijer, gereformeerd, ethisch en confessioneel tegelijkertijd en alles op zijn eigen oorspronkelijke wijze. Hij heeft over het godsdienstonderwijs op de middelbare scholen een mooi boekje geschreven: De dominee en zijn jongens. Hij was een man der verzoening. Schreef hij niet zijn altijd nog lezenswaardig boek De gereformeerd-ethischen? Het was een poging om gereformeerden en ethischen dichter bij elkaar te brengen. Zijn lessen waren boeiend. Hij heeft ons de rijkdom en de heerlijkheid van het geloof en de geloofsleer laten zien. Hij was een aristocraat van den geest. Een man, die zichzelf gebleven is door de jaren heen. Hij gaf in zijn lessen meer dan wij verwerken konden. Hij leerde mij Pascal, Vinet en Kierkegaard kennen. Voor mijn geestelijke vorming heb ik veel aan hem te danken, hoewel, hij evenals De Ligt, maar hij nog weer op een geheel andere wijze, verwarring in mijn jonge leven bracht. Misschien moet ik niet ‘hoewel’, maar ‘doordat’ zeggen, want die verwarring is heilzaam geweest.
Hoe zou het mogelijk zijn geweest, als jongen uit een gereformeerd ge-