Voorberigt
Een gelukkig toeval liet mij iets van Italie zien in eene orde, welke niet de gewone, maar die is, waarin Italie zelf, indien het spreken kon, wenschen zou gezien te worden: de Midden-eeuwen en den Renaissance-tijd te gemoet, van uit de Grieksch-Romeinsche oudheid.
De geschiedenis heeft op het veld der Italiaansche kunst-overblijfselen dien weg aangewezen; en ik zou de volgorde mijner indrukken moedwillig hebben moeten omkeeren, had ik bij het schrijven een anderen willen kiezen.
De lezer, hoop ik, zal het goedkeuren, dat geene kunstmatige pogingen zijn aangewend om te verhelen, dat deze bladzijden, met Napels aanvangende, uit de pen gevloeid zijn op eene terugreis van Java.
Voorts zij hij verwittigd, dat de Italiaansche letteren en het Italiaansche leven hier te naauwernood vermeld, laat staan tot een voor-