3. Een majestueuse stijl.
In het Amsterdamsche Handelsblad schrijft professor Opzoomer aan zijne leerlingen en vrienden, die beproefd hadden door het schenken van eene fraaije schrijftafel en boekenkast hem aan zijne studeerkamer te boeijen:
Leerlingen en Vrienden!
Vóór ik den vaderlandschen grond verlaat, om aan de boorden van den Rijn een rustigen zomer te genieten, u allen mijn vaarwel en mijn innigen dank!
Gij hebt mij den negenden Juni tot een der schoonste dagen mijns levens gemaakt. Het valt licht, vijf en twintig jaren met ijver te arbeiden, waar de arbeid zooveel waardeering vindt.
De blijken uwer liefde, mijne leerlingen van vroeger en van later tijd, zijn mij dierbaar. Door u, hetzij ge mijn richting bleeft volgen, hetzij gij andere wegen koost, met dankbaren geest te worden herdacht, acht ik mijn beste loon. Tot u heb ik niet vruchteloos gesproken.
En gij, die niet tot mijne studenten hebt behoord, en die u toch uit alle deelen der maatschappij wildet vereenigen, om mij uw belangstelling te toonen, uw toegenegenheid heeft mij diep getroffen. Onder u vond ik naast den eenvoudigen maar degelijken landbouwer de eerste mannen der wetenschap en van het werkzame leven. Zoo vertegenwoordigt gij in waarheid het volk, en hebt van de achting en de liefde des volks mij een onvergetelijk bewijs geschonken.