landers, de landbouw van Europeanen daardoor gebaat zou worden? Is niet juist de stellige wetenschap, dat zulks voor den landbouw der Europeanen slechts al te bevorderlijk zou zijn, eene voorname reden om vast te houden aan het regeringsreglement en geene inbreuk op de bestaande orde van zaken te dulden? Een der hierboven genoemde woordvoerders ging een paar jaren geleden zoo ver, dat hij eene Maatschappij van Landroof wilde oprigten. Het kongres, gelooven wij, zou hem op dien weg niet willen volgen. Maar de neiging bestaat, en onder de Europeanen worden fanatieke landbouw-dogmatici aangetroffen, die er geen bezwaar in zouden zien de Inlandsche huishouding te gronde te rigten, zoo slechts hun stelsel van boeren in Indië koning kraaide.
Naïever nog was de vraag van den President der sektie: of er dan niemand tegen het individueel bezit eene bedenking had te opperen? Natuurlijk niet, want de Inlandsche bevolking, die het antwoord had moeten geven, was niet vertegenwoordigd, en te haren aanzien is ook weder te Djokdja de tirannen-leus betracht: Nous traiterons devous, chez vous, sans vous. De regering, hopen wij, zal dit niet uit het oog verliezen. Is het voorstel van den heer Enklaar aangenomen en door de Algemeene Vergadering een votum ten gunste van het individueel grondbezit uitgebragt, dan mag het gouvernement aan dat votum niet meer waarde hechten dan het verdient. Kongressen zijn in den regel kermissen der ijdelheid; doch al laat men voor het Djokdjasche van April eene gunstige uitzondering gelden, - nooit mogen de Europeanen, quâ partikulieren, stem hebben in het konversie-kapittel. Die kwestie gaat bij uitnemendheid den Inlander aan, en des Inlanders voogd, het gouvernement. Het is reeds erg genoeg, dat hij aan die regerings-voogdij behoefte heeft. Zoo ver behoeft het niet te komen, dat tusschen een bal en een vuurwerk door Europesche werkgevers beslist worde, hoe hij met zijnen grond heeft te handelen.
In Engeland gaat de kleine landbouwer gebukt onder het grootgrondbezit, geboren uit de versnippering van den bodem. In Nederlandsch Indie wil men die noodlottige versnippering door het gouvernement in de hand laten werken. In Enge-