en militaire, maar stellig de geheele Europesche nederzetting, of althans het geheele protestantsche element daaronder, gerieven wil.
Dit laatste is het oogpunt, waaruit men het toestaan van gelden ten behoeve der protestantsche kerken in Indie te beoordeelen heeft. Merkantiel gesproken, zijn die kerken een artikel van weelde, hetwelk de regering in gewone omstandigheden niet gehouden zou zijn, aan de Europesche ingezetenen te verstrekken. Daar zij echter beter dan iemand weet, dat het aantal der belangstellende protestanten in Indie veel te gering is om de kosten eener betamelijke eeredienst te kunnen dragen, - kosten die bovendien door de groote afstanden, door het gedwongen isolement, door de duurte der levenswijze, veel aanzienlijker zijn dan in Europa, - schrijft zij die op hare rekening, verzekert aan de leeraren een onafhankelijk bestaan, en neemt hen te dien einde, in het belang der zaak zelve, in het korps harer ambtenaren op. Niet alleen is daarin niets onvoegzaams, maar het strekt de regering tot eer, voor een onstoffelijk belang der ingezetenen zoo veel over te hebben.
Wij ontkennen niet, dat de bijna drie ton, welke ieder jaar in Indie voor dat oogmerk uitgegeven worden, een aanzienlijk bedrag vertegenwoordigen. Allerminst loochenen wij, dat de regering, die zooveel voor de protestantsche kerken doet, zonder dat een groot gedeelte der ingezetenen daar eenig genot van heeft, naar evenredigheid veel meer behoorde te doen, bij voorbeeld voor het middelbaar onderwijs. Doch zij, die aan de protestantsche kerken hare drie ton misgunnen, bedenken zij wel, dat ten behoeve alleen van het Gymnasium Willem III, jaarlijks ƒ 100,000 moet worden bijgepast?
Het difficile est satyram non scribere is, ook dit geven wij toe, in sommige voorname opzigten toepasselijk op Indie's protestantsche kerken. Doch zou zulks niet evenzeer het geval zijn, indien voor de bestaande naamgemeenten, zelfstandig georganiseerde in de plaats traden? Wij gelooven het. Wat men ook doe, het protestantisme zal, als kerkgenootschap, omdat het zonder uitwendig vertoon van ceremonien optreedt en alles van prediking en katechetisch onder-