standers in het staatkundige moesten eerbied en genegenheid leeren koesteren voor zulk een edel karakter.’
Tal van dergelijke anekdoten worden in de brieven en papieren van Lord Minto aangetroffen, waaronder die zijner ontmoeting met Suwarow niet de minst vermakelijke is. Doch om den aanstaanden gouverneur-generaal van Britsch Indie te leeren kennen, hebben wij vooral op Corsica's bestuurder acht te geven.
Het was in de dagen dat Fouché, naar aanleiding van het overgaan van Toulon aan de Republiek en tot verheerlijking van die gebeurtenis, aan zijnen vriend Collot d'Herbois schreef: ‘Wat ons betreft, wij kennen maar één viering der behaalde zegepraal. Heden avond zenden wij 213 muiters het vuur des hemels te gemoet. Vaarwel, mijn vriend! Tranen van vreugde ontspringen aan mijne oogen en overstelpen mij de ziel.’
Twee à drie duizend van deze Toulonsche muiters hadden, uit vrees voor het hemelsch vuur uit de trompladers der sentimentele republikeinen, met vrouwen en kinderen aan boord der Engelsche vloot eene toevlugt gezocht en bij Nelson gevonden. Voor deze wanhopige schaar van koningsgezinden is Sir Gilbert Elliot in den waren zin des woords een reddende engel geweest. Als een vader hingen zij hem aan, en terwijl bedroefde weduwen hem haren nood kwamen klagen, klauterden hare kleinen tegen zijne knieën op. De geïmproviseerde kolonie werd in Italie, op een geschikt punt, door hem aan wal gezet, en hij wist van zijn gouvernement te verkrijgen, dat voor een onbepaalden tijd in het onderhoud dier ongelukkigen werd voorzien. Geene kleinigheid voorwaar, want om aan de Toulonsche vlugtelingen het hoogst noodige te verschaffen, werd eene uitgaaf van 150 pond sterling daags vereischt.
Van die zorg ontslagen, stevende Sir Gilbert met de vloot naar Corsica, waar Paoli de vaan van den opstand tegen Frankrijk had ontrold. De wensch van den Corsikaan was, het eiland aan Engeland af te staan, maar er zelf het bewind te blijven voeren. Sir Gilbert wist hem dat uit het hoofd te praten; Paoli vertrok met een jaargeld van 3000 pond naar Engeland, en voor zijne schijnregering trad het