dat het op het groot verschil van regtsgevoel wijst in de eene eeuw en in de andere, bij zonen van hetzelfde volk. Te weten, dat terwijl heden ten dage, al blijkt zulks meer uit woorden dan uit daden, bij het Nederlandsche volk in Indie en in het moederland de overtuiging algemeen is, dat het voorregt onzer vestiging in die gewesten ons ten aanzien der volken van den Indischen Archipel zedelijke verpligtingen oplegt, daarvan in het formulier der Compagnie nergens zweem of schaduw voorhanden is. Wordt ook al niet uitsluitend van het voordeel der aandeelhouders of van de nuttigheid voor de Compagnie; wordt veeleer met even zoo vele woorden van den welstand der geheele Vereenigde Nederlanden gewaagd, de Inlander blijft te eenemaal onvermeld. Zelfs om instandhouding van den vrede met de Inlandsche vorsten, of van die vorsten onderling, wordt niet gevraagd. Het is alsof de Indische wereld niet bestond. Zij en hare belangen worden om zoo te zeggen eenvoudig doodgezwegen.
Toch is alleen de eigenwaan van den tegenwoordigen tijd in staat, het voorgeslacht deswege gering te schatten; en het blijft de vraag, of zoo Prins Maurits, zoo Oldenbarneveld, zoo Hugo de Groot, en wie al meer onder de illustraties onzer 17de eeuw de grondslagen der Oost-Indische Compagnie ontworpen, bekrachtigd of verdedigd hebben, - zoo zij onze tijdgenooten over den armen Javaan hoorden zuchten, zij ons niet met gelijke munt betalen zouden.
Het geheele verschil tusschen toen en thans komt neder op een verschil van regtsbewustzijn; en wel verre dat het nu levend geslacht zich zou mogen verhoovaardigen op het bezit van een hooger inzigt, bewijst het gebed der Compagnie in de eerste plaats, dat ook wij slechts kinderen van onzen tijd zijn.
Eene verschuiving, - wij kunnen er ons niet genoeg van doordringen, - eene verschuiving van vooroordeelen, daarin lost zich op hetgeen wij met den weidschen naam van vooruitgang plegen te bestempelen. Onze eeuw heeft meer gemoed, en dat is prijzenswaardig; maar het voorgeslacht was opregter. Eerlijk streefde het naar geldelijke winst, en tot in zijne gebeden toe kwam het er rond voor