Het land van Rubens
(1881)–Cd. Busken Huet– AuteursrechtvrijCd. Busken Huet, Het land van Rubens. J.C. Loman, Amsterdam 1881.
-
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar DBNL
algemene opmerkingen
Dit bestand geeft, met een aantal hierna te noemen aanpassingen, een diplomatische weergave van de tweede druk van Het land van Rubens van Cd. Busken Huet.
redactionele ingrepen
pag. 24 ‘toe’ → ‘toen’: ‘toen hij in 1834, te Rome...’
pag. 26 ‘d une’ → ‘d'une’: ‘intérieurement d'une couche’
pag. 31 ‘ven’ → ‘van’: ‘spelend in het Frankrijk van 1800’
pag. 35 ‘magsitraal’ → ‘magistraal’, en ‘Durer’ in ‘Dürer’: ‘Magistraal, en onbetwistbaar echt, is een ander mansportret, van Albrecht Dürer’
pag. 48 ‘taliaansche’ → ‘italiaansche’: ‘die van italiaansche voorgangers’
pag. 51 ‘megebracht’ → ‘meegebragt’: ‘zoo er van de markt niets dan gewone zaken moesten meegebracht worden’
pag. 52 ‘houdeu’ → ‘houden’: ‘ons bezig behoort te houden’
pag. 53 ‘onderwepen’ → ‘onderwerpen’: ‘dat de nederigste onderwerpen door de kunst veredeld kunnen worden’
pag. 58 ‘hehalen’ → ‘herhalen’: ‘Ik moet de opmerking herhalen...’
pag. 60 ‘de de’ → ‘de’: ‘heeft hij noch wat de gelaatsuitdrukking betreft...’
pag. 77 ‘Vydt.’ en ‘Gendt’ → ‘Vydt,’ en ‘Gent’: ‘...verplaatsten zich slechts tijdelijk, op verzoek van Jodocus Vydt, naar Gent, waar...’
pag. 80 ‘ge-gevoelt’ → ‘gevoelt’: ‘Men gevoelt, te doen te hebben met kunst van de hoogste orde’
pag. 86 ‘middeneeuwche’ → ‘middeneeuwsche’: ‘...naar middeneeuwsche modellen zoo ouderwetsch gebouwd’
pag. 93 ‘erlangen’ → ‘verlangen’: ‘kwijtschelding van eene bloedschuld verlangen’
pag. 96-97: eenmaal het woord ‘magtige’ weggelaten: ‘Die magtige hertogen van Bourgondië zelven’
pag. 100: ‘feestgegewaad’ → ‘feestgewaad’: ‘dansers en danseressen in feestgewaad’
pag. 105 ‘Katarina’→ ‘Katharina’: ‘het mystiek huwlijk der H. Katharina’
pag. 119 ‘tijdge-genoot’ →‘tijdgenoot’: ‘van die beweging is hij tijdgenoot en ooggetuige geweest’
pag. 123 ‘verbijf’ →‘verblijf’: ‘om ook op de schaduwzijden van het verblijf in Italie te wijzen’
pag. 127: ‘van Mander’ in navolging van eerdere spellingswijze veranderd in ‘Van Mander’
pag. 127: ‘onber’ →‘onder’: ‘de in opstand gekomen engelen, onder het naar beneden tuimelen’
pag. 131: ‘dedoel’ →‘bedoel’: ‘Ik bedoel hiermede een kompliment’
pag. 143 ‘echtenoot’ →‘echtgenoot’: ‘Als zij terugkomt, brutaliseert haar echtgenoot den baron’
pag. 157: ‘Jordeans’ →‘Jordaens’: ‘De beelden van Teniers zijn meestal klein; Jordeans gaf altijd groote’
pag. 174: ‘dar’ →‘der’: ‘de poëzie dar 19e eeuw’
pag. 192: ‘de de’ →‘de’: ‘...om hem tegemoet te gaan tot aan de deur’
pag. 202: ‘seène’ → ‘scène’. ‘voor zoo ver de mise-en-seène betreft’
pag. 209 spatie toegevoegd: ‘door hem herkenden verfoeid’ veranderd in ‘door hem herkend en verfoeid’
pag. 217: ‘dezelde’ →‘dezelfde’: ‘Voor hen is het fransch dezelfde...’
pag.304: ‘belgesche’ →‘belgische’: ‘Belgische bloemisten’
pag. 305: ‘Durer’ →‘Dürer’: ‘Albrecht Dürer's verblijf te Antwerpen’
De ae-ligatuur is uitgeschreven, evenals de oe-ligatuur. Op enkele plaatsen zijn aanhalingstekens en interpunctie stilzwijgend gecorrigeerd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. π 2, π4) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[p. π 1 ]
HET LAND VAN RUBENS
[p. π 3 ]
BELGISCHE REISHERINNERINGEN
[p. π 5]
HET LAND VAN RUBENS
Belgische reisherinneringen
door Cd Busken Huet
Tweede druk
Amsterdam
J.C.Loman Jr
1881
[p. π 6]
Stoomdrukkerij Loman, Kirberger en van Kesteren, Amsterdam.
[p. 300]
INHOUD
EERSTE HOOFDSTUK
Aanblik van Belgie, op de reis van Frankrijk naar Nederland. - Bezoek aan Chantilly. - De wedrennen, de racepaarden. - De hertog van Aumale herbouwt het kasteel der Condé's. - De dood van Vatel, verhaald door mevrouw De Sévigné. - De stallen van Chantilly. -Het hondenhuis van Chantilly. - De bosschen van Chantilly. - De viaduc over de Thève-vallei. - Landschappen, gezien door de bogen van een viaduc. -Talent der oudhollandsche schilders, die Italie bezochten. - De spoorwegbruggen in Nederland, en de spoorweg-viaducs in de bergstreken van het buitenland........ Bladz: 1
TWEEDE HOOFDSTUK
Van Chantilly naar Amiens. - Chantilly herdacht als het tooneel, waar La Bruyère de originelen zijner Caractères aantrof. - Het Amiens van 1802. - Oorsprong en karakter van het park La Hotoie, bij Amiens. - Sommige gedeelten kunnen onder water gezet, en 's winters als veldijs, 's zomers voor zeil- en roofwedstrijden gebruikt worden. - Oude poort van het hospitaal te Amiens. - Andere overblijfselen van ouden bouwtrant. - Sommige buurten van Amiens doen aan Mechelen of Brugge, aan Delft of Haarlem denken. - Amiens' kathedraal, ge-
[p. 301]
denkteeken der zuiverste gothiek. - De kathedraal, gezien uit drieërlei oogpunt: van verre, uit de oudste wijken der stad; van nabij, aan de buitenzijde; van de voormalige wallen, bij zonsondergang, wanneer de binnenzijde verlicht is. - De gothiek van 1300 vergeleken bij de hedendaagsche dramatische kunst in Frankrijk. - De gothiek gewaardeerd als allegorie........ Bladz. 10
DERDE HOOFDSTUK
Van Amiens naar Atrecht. - De atrechtsche tapijtfabrieken herdacht. - Eene aan Jan Vermeyen toegeschreven schilderij in Atrecht's hoofdkerk. - Wat doodschheid betreft, zou Atrecht Klein-Yperen of Klein-Brugge kunnen heeten. - Atrecht de geboorteplaats van Lebon en van Robespierre. - De fransche republikeinen der 18de, en de vlaamsche der 14de eeuw. - Labruyère en Robespierre. - Het stadhuis en de belfrood van Atrecht; schitterende renaissancestijl. - Liefelijke ligging van Atrecht, te midden van het golvend landschap en het golvend graan. - Van Atrecht naar Rijssel. - Tegenstelling met de streek, van welke Rijssel het middenpunt is: het aanbreken der steenkoolperiode. - Rijssel eene yankee-stad: nieuwe boulevards, nieuwe woningen, nieuwe openbare wandelingen. - Een oud gebouw: de beurs, aangevangen in 1652. - Beschrijving der beurs als gedenkteeken van gemengd vlaamsche en italiaansche renaissance. - Het stadhuis van Rijssel, tevens muzeum, gebouwd onder de Julij-monarchie. - Zweem van overeenkomst met het stadhuis van Amsterdam........ Bladz. 16
VIERDE HOOFDSTUK
Rijssel. - Het rijsselsch Muzeum, eerste afdeeling: het legaat-Wicar. - De Tête de cire. - Verschillende gevoelens over de herkomst en dagteekening van dezen buste, vermoedelijk een florentijnsch werk van 1480, door Orsino Benintendi. - Beschrijving van de kleine zaal, waar de buste tentoongesteld is. - Eene kopij in het bezit van Alexandre Dumas Jr. - Beschrijving der uitdrukking van het meisjesgelaat, door de Tête de cire voorgesteld. - Het rijsselsch Muzeum, tweede afdeeling: fransche school. - Oorsprong van het Muzeum. - Schilderijen van Louis en François Watteau, neef en achterneef van Antoine. -Wicar's Opwekking van den jongeling van Naïn. - Wicar's portret: door hem zelven. - Boilly's Triomphe de Marat. - Geschieden
[p. 302]
dezer schilderij. - Achtentwintig kleine portretten van Boilly, allen in historisch kostuum, voor het Intérieur de l'atelier d'Isabey. - Greuze's Psyché couronnant l'Amour, uit het legaat Alexandra Leleux. - Zeldzame schoonheid van dit doek. - Courbet'sAprès-dinée d'Ornans en Delacroix' Medea. - De boeren van Courbet en de stier van Potter. - Beschrijving der Medea. - De Medea van Delacroix geen antiek beeld, maar eene heldin van Shakespeare of Byron. - Delacroix' eigenaardig schoone kleuren. - Een afzonderlijk vertrek voor de Medea gevraagd........ Bladz. 24
VIJFDE HOOFDSTUK
Het rijsselsch Muzeum, derde afdeeling: de teekeningen van het legaat-Wicar. - Voortreffelijke wijze van tentoonstellen, gevonden door den architekt Benvignat. - Betwistbare echtheid van vele aan Michelangelo toegeschreven nummers. - Zeldzaam schoone verzameling teekeningen van Rafael. - Beweerd portret van Rafael's zuster Elizabeth. - Het rijsselsch Muzeum, vierde afdeeling: de oudvlaamsche en oudhollandsche scholen. - De Mystieke Fontein, toegeschreven aan Dirk Bouts van Haarlem. - Beschrijving van deze schilderij. - Dirk Bouts te Leuven, een type van den vlaamschen schilder uit de tweede helft der 15de eeuw. - Kenmerkend verschil tusschen deze vlaamsche kunst der 15de en de vlaamsche kunst der 17de eeuw. - Beschrijving van den mystieken achtergrond, waartegen de arbeid van Rubens, Van Dyck, Jordaens, en Teniers, uitkomt. - Twee vrouwenbeelden van Rubens, gediend hebbend voor een der antwerpsche triomfbogen van 1635. - Rubens' Kruisafneming te Rijssel, eerste rijpe vrucht der italiaansche loot, geënt op den vlaamschen stam. - Rubens' schoonste werk te Rijssel:Verschijning der H. Maagd aan den H. Franciscus - Rubens' H. Bonaventura een bewijs, dat hij de portretten uit de school der Van Eycken bestudeerd heeft. - van Dyck te Rijssel: deKruisiging. - Hoe de groote schilders van dien tijd het bijbelsch onderwerp als in het bloed hadden. - De vlaamsche school der 17de eeuw, het laatste schoone hoofdstuk in de geschiedenis van het christelijk altaardoek. - De Crayer te Rijssel: de Vier Gekroonden. - De Crayer en Lesueur, of de eeuw van Rubens en de eeuw van Lodewijk XIV. - Armoede der vlaamsche letteren in de 17de eeuw. - Oudhollandsche schilders te Rijssel: Honthorst en zijnTriomf van Silenus. - Invloed van Rubens en Jordaens op Honthorst. - Twee kapitale portretten van Jan Ravesteyn. - Als portretschilder staat Ravesteyn tusschen Moro en Rembrandt. - Hij is, regtstreeks of zijdelings, door de haarlemsche school van Kornelis, Goltzius, en Van Mander, in kennis gekomen met
[p. 303]
de Italianen. - Eene tweelingzuster van Hille Bobbe, door Frans Hals. - Bewonderenswaardige penseelstreek dezer schilderij. - Een familietafereel van Thomas de Keyser. - Zelfstandigheid der hollandsche schilders uit de 17de eeuw, nadat zij de Italianen eenmaal in zich opgenomen hadden. - Overeenkomst tusschen de hollandsche en de vlaamsche schilders dier eeuw, wat betreft het landschap, het dierenstuk, het bloemstuk, het stilleven, het genre, het binnenhuis, en het kerkgebouw. - De Hollanders staan alléén met hunne stads-, rivier-, en zeegezigten, gelijk met hunne familie-portretten, hunne regenten-, en hunne doelenstukken. - Een binnenhuis van De Hooghe. - Beschrijving dezer schilderij, opgevat als roman in olieverf. - Verdere bijzonderheden omtrent de verzameling te Rijssel: drie doeken van Francesco Goya. - Oesters door Jacob van Es, Antwerpenaar, geschilderd voor de abdij van Cysoing. - Onderscheiding, waarmede Van Es bejegend is door Rubens en Jordaens. -Stillevens en altaarstukken; groote kunst- en kleine kunst........ Bladz. 35
ZESDE HOOFDSTUK
Van Rijssel naar Ostende. - Tourcoing en Roubaix herdacht. - Het slagveld van Kortrijk. - Rassenhaat tusschen Vlamingen en Franschen. - Ten onregte wordt Maerlant voorgesteld als de profeet van den Sporenslag. - Heldenzangen zijn alleen de oudvlaamsche stadhuizen. - Bij Ostende, tusschen den laatsten akker en de eerste golf, slechts een dijk van duinen. - De zeebaden van Heyst, Blankenberghe, Middelkerke, Nieuwpoort-Bains, en Ostende. - Moderne architektuur aan den oever der Noordzee. - Ostende's dijk, oorzaak en grens van Ostende's welvaart. - De vlaamsche schilders der 17de, en de vlaamsche bellettristen der 19de eeuw, verwaarloozen de zee. - Een Ostendenaar, die de zee den rug toekeert. - Van Ostende naar Damme. - De door Dante genoemde schermo tusschen Brugge en Cadzand (Inferno XV, 4-6) onzigtbaar geworden. - Menigvuldige estaminetten in Oost- en West-Vlaanderen. - Pickery's standbeeld van Maerlant, te Damme. - Het stadhuis te Damme. - Van Ostende naar Yperen. - Yperen's merkwaardigheden. - Over Yperen's hal, en over de vlaamsche hallen en stadhuizen in het algemeen. - Aan die hallen en stadhuizen komt onder de gedenkteekenen der belgische bouwkunst de eereplaats toe. - Strofen uit den derden zang van Charles Potvin's Belgique, Brussel 1862........ Bladz. 55
[p. 304]
ZEVENDE HOOFDSTUK
Van Ostende naar Gent. - Het oude en het hedendaagsche Gent. - De stad der Van Eycken. - Schilderkunst en boekdrukkunst. - De Aanbidding van het Lam: verhevenheid, veelzijdigheid, arbeid, kleuren. - Jan van Eyck, bijna een historisch persoon. - Limburgsche afkomst der Van Eycken. - Verblijf van Huibert, Margaretha, en Jan, te Luik. - Jan van Eyck in de dienst van bisschop Jan van Beijeren. - Overzigt van Jan van Beijeren's leven. - Strijd met Jakoba . - Staatkundige toestand van Nederland in het eerste vierde deel der 15de eeuw. - Jan van Beieren en zijn broeder, Graaf Willem. - Jan van Eyck en Dirk Potter. - De schilderkunst onder den invloed der toenmalige mystiek. - De school der Van Eycken en de school van Ruysbroeck. - Het ‘schouwend’ leven, uitgedrukt door de schilderkunst. - Een lofzang ter eere der H. Maagd. - Plaats uit een kloostersermoen van Brugman. - Uit Van Mander's beschrijving der Aanbidding van het Lam, 1580. - Hotho's beschrijving, 1872. - Het procédé der Van Eycken. - Hun hartstogt voor kleuren. - Zij scheppen het landschap. - Zij scheppen het realistisch portret. - Beeld van den kanunnik Van der Paele, in de Akademie te Brugge. - De Christuskop en de Mariakop in het muzeum te Antwerpen. - Verpligtingen der Van Eycken aan het handeldrijvend Brugge. - De Van Eycken en het naakt. - De Adam en de Evavan het gentsch triptychon. - Tekortkoming der Van Eycken. - Oud grafschrift van Huibert van Eyck, bewaard door Van Mander........ Bladz. 66
ACHTSTE HOOFDSTUK
Gent. - De bloementeelt in Belgie. - Belgische reizigers en belgische bloemisten. - De wintertuin van Gent's burgemeester. - Gent's akademie en kunstakademie. - Studentenliederen van Vuylsteke. - Gent, de stad der begijnhoven - Het begijnhof van St. Amandsberg. - De modern-katholieke bouwschool te Gent. - De Universiteit, het Theater, en het Paleis van Justitie. - Het Gent van Jakob van Artevelde: de Vrijdagsmarkt. - De geschiedenis van den strijd der Vlamingen voor hunne gemeentelijke zelfstandigheid. - Het stadhuis te Gent, een gedenkteeken uit den renaissancetijd. - De vlaamsche renaissance heeft gemeend, een nieuw begin te zijn, doch voltooide slechts de gothiek. - De kunst en het denken........ Bladz. 82
[p. 305]
NEGENDE HOOFDSTUK
Brugge. - De belfrood, het stadhuis, de kapel van het H. Bloed, het Paleis van Justitie. - De schouw in het voormalig Vrije. - Geschiedenis van dit beeldhouwwerk: eene hulde aan Karel V na den slag bij Pavia, 1524, - Beschrijving der schouw. - Het vertrek, waarin deze zich bevindt. - Plaats, welke zij in de geschiedenis van Vlaanderen beslaat. - De Vlamingen der 14de en 15de eeuw, in 16de verzoend met het despotisme der hertogen van Bourgondie. - De Vlamingen waren noch een militair, noch een koloniserend, noch een organiserend, maar alleen een kunstvolk. - Waarde van dit gezigtspunt. - Brugge en Leiden. - Devoot Nelleken, van Emanuel Hiel, en de stedemaagd van Brugge. - Het huwlijk van Karel den Stoute met Margaretha van Engeland, 1468. - Vlaamsche kunstenaars, gebruikt voor het opluisteren der feesten bij Karel's huwlijk. - Beschrijving der maaltijden bij de zevendaagsche bruiloft te Brugge. - Beschrijving der verrassingen, welke de gasten van Karel's vader te Hesdin wachtten. - De levenslustige en de bloedige zijde van het tijdvak der bourgondische hertogen. - Hugo van der Goes, het beeld van den rampspoedigen kunstenaar dier dagen. - Aanvulling van Van Mander's anekdoten omtrent Hugo. - Het schoorsteenstuk in de woning van Jakob Weytens te Gent: de historie van David en Abigaïl. - Tragisch uiteinde van Hugo van der Goes. - De legende van Hans Memling. - Historische grondslag dezer overlevering. - Memling vergeleken bij de Van Eycken en bij Van der Weyden. - Memling vult de Van Eycken aan. - De H. Katharina, de rijve der H. Ursula, de Drie Koningen. - Memling, vereerder der vrouwen. - Memling en Fra Angelico. - Memling als minatuurschilder. - Memling en Michelangelo. - Memling's oorspronkelijkheid. - Théophile Gautier's hulde aan de oude duitsche school, ook van toepassing op de oudere vlaamsche........ Bladz. 92
TIENDE HOOFDSTUK
Antwerpen en Quinten Metsys. - Gissing van Alfred Michiels omtrent eene reeks tapijtwerken te Aix-en-Provence. - Mindere of meerdere waarschijnlijkheid, dat de teekeningen voor die tapijten door Metsys geleverd zijn. - Metsys' tijd is onmiddellijk voorafgegaan aan de geloofsvervolging in de Zuidelijke Nederlanden. - Marteldood van Katharina Metsys en haar echtgenoot Jan Beyaerts. - Antonia Roesmals en hare dochter. - Metsys heeft geen anderen keizer Karel gekend, dan dien van 1520. - Albrecht Dürer's verblijf te Antwerpen in
[p. 306]
dat jaar. - Zijne beschrijving van den antwerpschen omgang op Lievevrouwenhemelvaartsdag. - De roman van Quinten Metsys' leven, verhaald door Van Mander. - Metsys de vriend van Erasmus, van Ægidius, van Thomas Morus. - Metsys vergeleken bij Memling en de Van Eycken. - De Legende van Sint-Anna en de Nood Gods. - Beschrijving van laatstgenoemd drieblad. - Antwerpsche typen: de Rentmeester, de Goudteller. - Metsys is de schitterende vertegenwoordiger van een wegstervend ancien régime in de vlaamsche kunst. - Metsys en sommige oude antwerpsche woonhuizen. -Oorzaken van den langen duur der italiaansche leerjaren, welke de vlaamsche kunst na Metsys heeft moeten doorloopen. - Karel van Mander, historieschrijver dier leerjaren. - Anekdote uit Van Mander's kinderjaren, geboekt door zijn levensbeschrijver. - Verhaal der vlaamsche wederwaardigheden, welke Van Mander de wijk deden nemen naar Holland. - Waarde van Van Mander's Schilderboek. - Het beeld van Frans Floris, door Van Mander geschetst. - Exhortatie of Vermaning aan de aankomende schilderjeugd. - Anekdoten uit het leven van Frans Floris. - Frans Floris' Valkenier. - Frans Floris' Val van Lucifer en zijne Engelen. - Waardering van dit schilderstuk. - Eene getrouwe voorstelling van de kunstbeweging der 16de eeuw in de Zuidelijke Nederlanden. - Van Mander's gevoeligheid voor een verwijt der Italianen........ Bladz. 110
ELFDE HOOFDSTUK
Antwerpen. - Uitbreiding der stad in de laatste jaren. - Het nieuwe Park, enz. - Het Paleis van Justitie. - De Vlaamsche schouwburg. - De Nationale Bank. - De Beurs - Het muzeum Plantyn-Moretus. - Tegenwoordige staat der Officina Plantiniana. - Familierelieken, bibliotheek, archief, houtsneden, koperplaten. - Het stadhuis van Kornelis Floris, 1561. - Algeheele scheiding van het gothische. - De kerk van Onze Lieve Vrouw. - De groote zaal van het stadhuis, met de schilderijen van Leys. - De kunst van Leys, herinnerend aan de beste soort van historische romantiek. - Antwerpen, de stad van Rubens. - Het woonhuis van Rubens op de Place de Meir. - Overblijfselen van den portico, door Rubens in den tuin gebouwd. - Verzen van Juvenalis, Satire X, vs. 509 vgg. - Rubens als architekt: de gevel der jezuietenkerk. - Rubens, bezitter van Steen. - Redenen van Rubens' gehechtheid aan dit landgoed. - Steen en de Drie Torens. - De familie Rubens naar buiten trekkend; van Antwerpen over Mechelen naar Steen. - Steen wordt herbouwd door den baron Copens. -Verdiensten van dit restauratiewerk. - Het brabantsch land-
[p. 307]
schap schijnbaar onaanzienlijk. - Rubens, verheven boven de scheiding tusschen schilderachtig en niet-schilderachtig in de natuur. - De vijverzwanen van Steen........ Bladz. 130
TWAALFDE HOOFDSTUK
De Vermakelijke Avanturier geeft schetsen uit het vlaamsch-brabantsch leven in de 17de eeuw. - Plaatsen uit dezen hollandschen roman: een waard uit Antwerpen, te gast bij een edelman in de buurt - Toilet van een gierig prokureur te Brussel. - Schitterende kleeding van aanzienlijke bruiloftsgasten te Antwerpen. - Mirandor en Belindor aan de akademie van Leuven. - Mirandor, hofmeester van een markies te Gent. - De gewaande siciliaansche graaf. - De markies en zijne dochter gaan naar de teregtstelling van den valschen speler zien. - De minnaren van een ouden kok en eene oude keukenmeid. - Eene liefdesverklaring in rederijkersrijmen. - Beteekenis dezer parodie. - Rijmen van Finson, Vredeman, en Jordaens, bewijzen der geringe litterarische ontwikkeling in Vlaanderen gedurende de 17de eeuw. - Antwerpen's verval in 1610 en 1635. - Het beeld van Jordaens. De Allegorie van den Herfst, de Tempelreiniging, de Opvoeding van Jupiter, de Opvoeding van Bacchus, de Satyr en de Boer, het Driekoningenfeest, de Zingende ouden en pijpende jongen. Jordaens' kunst, in verband met zijne denkwijze, zijn karakter, en zijne krachtige gezondheid. - Het beeld van David Teniers den Jonge. Overeenkomst en verschil met Jordaens. In Teniers herleven Jeronimo Bosch en drie generatien van Breugels. De heilige Antoniussen van Teniers, toegelicht door Bakhuizen van den Brink. - De dorpskermissen van Teniers. - Zijne gelagkamertafereelen onderscheiden zich van die van Brouwer, Ostade, en Steen, door minder vrolijkheid bij meer houding. - Het beeld van Van Dyck. De leerling begeert eene positie, even schitterend als die van zijn meester. Weerzin van Van Dyck tegen de Vlamingen. Ingenomenheid met de cavalierswereld in Engeland. Het aristokratische in Van Dyck's talent. Zamenstel van zijne kunstenaarsnatuur: behoefte aan weelde, buitengewone werkkracht, prikkelbaarheid, droefgeestigheid. Zijne opvatting der nieuwtestamentische lijdensgeschiedenis. Nuttigheid van Van Dyck's leven, vergeleken bij het bestaan van vele geboren edellieden. Hoewel niet onberispelijk in zichzelf, zijne aandoeningen waren van eene verheven soort........ Bladz. 142
[p. 308]
DERTIENDE HOOFDSTUK
Rubens. - Oorsprong der tegenwoordige schilderijen-muzeums te Antwerpen en te Brussel. - Daaruit verklaart zich het kerkelijk karakter der meeste schilderijen van Rubens in Belgie. - Twee aanhalingen, tot toelichting van Rubens' opvatten der bijbelsche geschiedenis en van het christelijk dogme: Vondel's Olijftak aan Gustaaf Adolf, en Vondel's Getemde Mars. - Schilderijen van Rubens: Sint Bavo in de kathedraal te Gent, le Seigneur voulant foudroyer le monde in het muzeum te Brussel, de Aanbidding der Koningen in het muzeum te Antwerpen en in de Sint Janskerk te Mechelen, de Kruisoprigting en de Kruisafneming in de kathedraal te Antwerpen. - De Kruisafneming brengt de legende van den H. Christoffel in beeld. - De zwangere maagd Maria van het linkerzijblad der Kruisafneming. - De Wonderdadige Vischvangst, in de kerk van Onze Lieve Vrouw te Mechelen. - De overeind staande roeijer en de achterover hellende varensgast. - Het primordiale, waardoor Rubens heeft uitgemunt boven Jordaens, Teniers, en Van Dyck. - De Sint Joris der Onze Lieve Vrouw, in de grafkapel der Sint Jakobskerk te Antwerpen. -Bestemming, door Rubens aan deze schilderij gegeven. - Zij vertoont een familietafereel in het algemeen, meer dan eene verzameling portretten. - Drie leeftijden, aangeduid door mannen-figuren; de altijd bloeijende jeugd, door de beelden van vrouwen en kinderen. - Sint Joris is een terugblik van Rubens op zijn eigen leven. - De optogt te Weenen in April 1879, geregeld door Hans Makart, en de optogt te Antwerpen in 1635, geregeld door Rubens. - Overzigt van Rubens' loopbaan: zijne moeijelijke kinderjaren te Siegen en te Keulen, zijne arbeidzame jeugd te Antwerpen, zijne reis naar Italie, zijn voorspoed en klimmende roem bij de terugkomst in het vaderland. - Inwendige strijd van Rubens, en overwinning door hem op zichzelven behaald. - Slotwoord........ Bladz. 165
VEERTIENDE HOOFDSTUK
Rubens' naam, het vereenigingspunt aller hoogere uitingen van het belgisch leven. - Het vlaamsch en het fransch. - Emanuel Hiel: Aan de Vlaamsche Vrouwen. - André van Hasselt:Les quatre incarnations du Christ en les Nuages. - Hooge trap van beschaving, waartoe in Belgie sedert 1830 de vlaamsche letteren gestegen zijn. - De dames Loveling, uit Nevele, bij Gent. - Haar talent, het talent van Teniers. - Zij zien de vlaamsche dorpswereld onder een nieuw licht en in eene
[p. 309]
andere stemming. - Gedichten van Rosalie en Virginie Loveling: Het Buitenmeisje, In 't Lof, Avondlichtjen, de Inhaling van den pastoor, de Doodstraf, het Geschenk, de Verzoening. - Novellen van Rosalie en Virginie Loveling: uit Po en Paoletto, uit de Vijftig Franken, uit Meester Huyghe, uit Serafine........ Bladz. 178
VIJFTIENDE HOOFDSTUK
De brusselsche romanschrijfster Caroline Gravière. - Overzigt van Caroline Gravière's novellen: Une parisienne à Bruxelles, Vieux Bruxelles, La Servante, Sainte-Nitouche, Gentilhommerie d'aujourdhui, l'Énigme du docteur Burg, Choses Reçues, Sur l'Océan, Mi-la-sol! - Het gemoed is voor Caroline Gravière de eenige spiegel van het leven. - Hare opvatting der liefde. - Zedelijke strekking harer verhalen. - Het eigenaardig belgische in haar talent. - Belgie is het eenige land van Europa, waar deze verhalen kunnen ontstaan zijn. - Overzigt van de novelle Réalisme. - De schilderij: Madeleine devant le sépulcre vide. - Charles Potvin over Caroline Gravière........ Bladz. 198
ZESTIENDE HOOFDSTUK
Nieuw-Brussel. - Burgemeester Anspach en prefekt Haussmann. - Brussel's uitbreiding is in overeenstemming met den modernen afkeer van het kleinsteedsche. - De zilveren bruiloft van den koning en de koningin der Belgen. - Uit het oogpunt der kunstgeschiedenis vormt Brussel drie groepen. - De groep van het Park: achttiende-eeuwsche aanleg van Guimard en Zinner. - Algemeen karakter dezer groep: het neo-romeinsche, door Lodewijk XIV in zwang gebragt, in onderscheiding van het neo-grieksche. - De middeneeuwsche en renaissancegroep van het Stadhuis. - Daartoe behooren: Sainte Gudule, de Porte de Hal, en het Stadhuis zelf, met zijn krans van gildehuizen om de Grand' Place. - Overeenkomst van dit gedeelte van Brussel met Florence. - De moderne groep der Beurs, aanvangend met de Galeries Saint-Hubert. - De belgische gevel in de Allée des Nations, op de wereldtentoonstelling van 1878. - Schoonheid van het nieuwe beursgebouw. - Smaakvolle woonhuizen aan den Boulevard du Nord. - De verlengde Rue de la Régence. - Het nieuwe Paleis van Justitie. - Onder de werken der moderne architektuur beslaat dit gebouw eene eigen plaats. - Het Bois de la Cambre. - Beteekenis van dezen
[p. 310]
nieuwen aanleg, vergeleken bij het oudere Park. - Het brusselsch schilderijen-muzeum. - Rijke verzameling middeneeuwsch-vlaamsche kunst. - Noodzakelijke aanvulling van het brusselsch muzeum door het antwerpsche, wat betreft Rubens en Van Dyck, Jordaens en Teniers - Het muzeum-Arenberg. - De moderne belgische schilderschool. - Haar ontstaan, daags na de omwenteling van 1830. - Het romantische van Wappers en de Keyser. - De reaktie van Wiertz, in naam van Rubens. - Zegepraal der belgische schilderschool ter londensche wereldtentoonstelling van 1862: Leys en Gallait. - De nieuwere belgische kunst noch katholiek, noch anti-katholiek. - De belgische schilders op de parijsche wereldtentoonstelling van 1878: Wauters, Portaels, Clays, De Knyff; De Winne, Willems, Alfred Stevens - Het eigenaardige in de Winne's portretten. - Willems, de schilder van het kostuum der 16de op de 17de eeuw. - Alfred Stevens, de schilder van den nieuw-brusselschen beau-monde. - Bezoek aan de Bibliothèque de Bourgogne en hare middeneeuwsche miniaturen. - Welke vorderingen heeft, van de Van Eycken tot op heden, de kunst van schilderen gemaakt?........ Bladz. 215
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK
Mechelen. - De toren van Mechelen's kathedraal. - De eenheid van het belgisch katholicisme, uitgedrukt door de belgische kerken. - Gothische stijl van buiten, jezuietenstijl van binnen. - Een katholicisme in het katholicisme. - Van Mechelen over Leuven naar Luik. - Kinker'sAfscheid aan het Y en den Amstel herdacht. - Het stadhuis van Leuven. - Het komen en gaan der burgerlijke architektuur in Belgie. - Mogelijke redenen, welke dien bouwstijl hebben doen verlaten. - Leuven, de uiterste brabantsche grens in de rigting van Luik. - Het belgisch landschap, een getrouw beeld van Belgie's nationale eenheid. - De brabantsche en de limburgsche Kempen. - Eene fransche beschrijving van deze streek, door een Belg. - Het fransch der Belgen, een toetssteen hunner ontwikkeling. - Hildebrand's Limburgsche Voerman, een tafereel uit de Kempen. - De Kempen en de Meijerij. - Eindhoven, Heeze, St. Oedenrode. - De brabantsche Kempen des zomers: schilderij van Conscience, in de Loteling. - Eugène van Bemmel over de Kempen, in Patria Belgica I, 81 vgg. - Aan deze zijde is het hollandsch leger in 1831 Belgie binnengerukt. - De Kempen doen beurtelings aan Afrika en aan Siberie denken. - De limburgsche Kempen des winters: nogmaals eene schilderij van Conscience, in Omwenteling van 1830........ Bladz. 233
[p. 311]
ACHTTIENDE HOOFDSTUK
Potgieters herinneringen van het jaar Dertig, in het leven van Van den Brink, bladz. CXLI vgg. - Het reisgezelschap in de diligence van Antwerpen naar Aken. - Potgieter's oordeel over Vlamingen en Walen. - Aken's caravansera. - Potgieter en Willems te Antwerpen. - De generaal Chassé. - Stemming te Antwerpen in de laatste maanden van het omwentelingsjaar. - Het bombardement. - Aangerigte verwoesting. - Ontsteltenis der Antwerpenaren. - Er liep van de zijde der Belgen geen godsdiensthaat onder hun wrok tegen de Hollanders. - Persoonlijke vijandschap was uitzondering. - De bomvrij geachte kelder, en de Marcobrunner van het jaar Elf. - De hollandsche reiziger van den tegenwoordigen tijd, vreemd geworden aan den door Potgieter geschilderden naijver. - Potgieter te Gent, in den zomer van 1871. - Bezoek aan het graf van Willems. - Kennismaking met de dichteressen Rosalie en Virginie Loveling. - Ontvangst ten huize van Prof. Heremans. - Volksdans op den Kouter te Gent, bij gelegenheid van het Willemsfeest. - Het slapend kleindochtertje van Ledeganck........ Bladz. 251
NEGENTIENDE HOOFDSTUK
Los of Loon, tusschen Hasselt en Luik. - Loon, de wieg der Vossiussen. - Verliezen, welke Zuid-Nederland geleden heeft door het uitwijken van vele buitengewone mannen in de 16de en 17de eeuw. - Erasmus, Mercator, Vivès, Van Helmont, Lipsius, Ortelius, Plantyn, De Moretussen. - Plancius, Stevyn, Daniel Heinsius, Van Baerle, Zevecote. - Borcht-Loon, voormalig kasteel van Ada van Holland's echtgenoot. - Reeks tafereelen uit Ada's leven, welke verdienen zouden een schilder te vinden. - Luik. - Verwijzing naar Jan van Beijeren's geschiedenis in het 7de Hoofdstuk. - Luik, in 1468 verwoest door Karel den Stoute. - Het paleis van den prinsbisschop, 1508-1540. - Bakhuizen van den Brink over Andries Bourlette, 1568. - Bisschop Erard van der Marck, stichter van het paleis en beschermer van Lambert Lombard. - Overzigt van Lombard's leven naar Van Mander, aangevuld door Auguste Schoy. - Verschillende levensbeschouwing in Lombard's tijd en in den onzen. - Overzigt van het leven van Vredeman de Vries, naar Van Mander, aangevuld door Auguste Schoy. - Gerard Lairesse, minder Luikenaar dan Amsterdammer, en in de kunst meer Franschman dan Belg. - Het Luik van den tegenwoordigen tijd. - Beschrijving van Seraing in verzen uit
[p. 312]
Charles Potvin's Belgique. - Uitzigt van de hoogten bij Luik op de bergen van Spa. - Het Spa der 18de eeuw. - Schildering van badplaats en speelbank door den prins De Ligne, ook medegedeeld door Louis Laussedat in Patria Belgica I, 629 vgg. - Plaats, welke prins Charles de Ligne in de belgische letteren inneemt. - Overeenstemmende beschrijving in Bruno Daalberg's Overijsselsche Predikantsdochter, Breda 1816-17. - De hut van Annette en Lubin, en het tooneelstukje van Marie Favart, Besançon 1764. - Bruno Daalberg en Kornelis Troost. - Het toenmalig Spa brengt Gil-Blas in praktijk, maar tevens de Nouvelle Héloïse. - De sentimentele episode van Maurits van Mathenesse en Caroline Lange........ Bladz. 263
TWINTIGSTE HOOFDSTUK
Spa, door Sheridan herdacht in the School for Scandal, 1777. - Het hedendaagsch Spa, een groot park vol kleine villa's. - Bekoorlijke omstreken. - De waterval van Coo - Het station Trois-Ponts. - Het land van Luik, Namen, en Luxemburg, belangrijk uit het oogpunt van geologie en paleontologie. - De voorhistorische troglodyten dezer landstreek. - Van Spa en Luik naar Namen. - De grot van Han. - Het reisgezelschap derwaarts. - De belgische schrijvers oordeelen ongunstig over de belgische stedelingen - Overeenstemming te dien aanzien tusschen Charles Potvin, Caroline Gravière, en de zusters Loveling. - Potvin's bezoek aan de grot van Han. - Zijne geschiedenis van Rob en Jeanne, uit Naissance de Jacques Absolu. - Episode van Tristan en Yseult, uit Belgique, 1ste Zang. - Verklaring van Potvin's geringschatting voor de belgische kern der natie. - Zijne dorpsvertelling Père Jean, uit En Famille. - De grot van Han, en de hongaarsche vertelling van de flesch met schoensmeer. - Het varen uit de grot, na voltooide handeling, loont het bezoek. - Beschrijving dezer uitvaart. - Terugkomst te Namen. - De Ardennen en de nieuwere belgische landschapschilders - Het gedicht van Nicolaas Beets: Tusschen Namen en Dinant. - De belgische hôtels. - Het Hôtel Harscamp - Wandeling van Namen naar Namèche en Marche-les-Dames. - Aanblik van dit gedeelte der Maas. - Landgoed van den hertog van Arenberg - Belgie's schoonste plekje........ Bladz. 283