Laat echter, in die onveranderde omgeving, Jozefine van Alkemade aan de zijde van Henri Wilson optreden, - en dadelijk is de bekoring weg.
Henri wint het van Huibert in schoonheid, opvoeding, goede manieren. Hij draagt een ridderlintje in het knoopsgat.
Klaartje's blank wordt dof, bij het doorschijnend mat van Jozefine. Haar blos is te sterk, haar bouw te krachtig, haar hand te breed, haar voet te zwaar.
Maar het doet niet.
Ontsteek in het eene en het andere vertrek meer lichten; vervang een lomper meubelstuk door een ladylijker; ontbied uit een komestibel-magazijn in de buurt edeler spijzen en fijner dranken; spreid over de leuningen der stoelen al het satijn en al de zijde uit, die in de bonte rokken van een bevallig maskerade-kostuum verdwijnen, - te vergeefs.
Het ligt noch aan het nachtelijk uur, noch aan sommige tegenstellingen, noch aan iets uitwendigs, wat ook.
Het ligt alleen aan onze wetenschap.
Onze walging spruit enkel voort uit onze kennis aan den toestand, de personen, de karakters.
Hetgeen bewijst, dat, zoo het niet mogelijk is eene bepaling van het schoone te geven, men de kunstfilosofie nogtans niet te hard moet vallen, wanneer zij het schoone nogtans onder woorden beproeft te brengen.....
Alleen onze wetenschap kan ons schuld van onschuld doen onderkennen. Doch die wetenschap zelve zoekt te vergeefs naar een steunpunt.
Hetgeen bewijst... hoe gewaagd het is, mede te praten over zedelijkheid, en dat de schrijver van dit hoofdstuk wijs zou gehandeld hebben, zoo hij het punt niet aangeroerd had.
Of wilt gij tot iederen prijs eene moraal in woorden? Kunt gij er niet buiten? Hebben de natuur, en eene spraakzame eeuw, u gedoemd dien tol te betalen? Het zij zoo! Doch wees in godsnaam kort. Pers, zoo mogelijk in één sylbengroep, geheel uw denkbeeld zamen.
Het was niet netjes van Henri Wilson, te zwichten voor Alkemadetje's koketterie. Niet netjes van Jozefine, in Henri's tegenwoordigheid zich te kleeden en te ontkleeden. Niet netjes van haar, zich als eene andere mevrouw Coppenol aan te stellen. Niet netjes van hem, Jozefine's lente te ontbladeren binnen de eigen muren, waar tante Suze haren herfst ten offer was komen brengen.