Brieven. Deel 2. 1876-1886
(1890)–Cd. Busken Huet– Auteursrecht onbekend
[pagina 352]
| |
ons huiselijk leven als een heiligdom, waarvan wij Horatius nazeggen: ‘Odi profanum vulgus et arceo’. Teregt vermoedt gij dat mijn bundel Overdrukjes, Haarlem 1858, dezelfde is die later, onder een anderen titel, in de Guldens-editie verscheen. Onder den naam van Thrasybulus is verschenen Groen en Rijp, Haarlem 1854, A.C. Kruseman. In dien bundel zijn (geloof ik) mijne meeste bijdragen voor den Leidschen Studenten-almanak vereenigd. Tenzij sommige te vinden mogten zijn in den bundel Voorjaarsrente in 1853 uitgegeven door A. Van der Hoop Juniorszoon bij Engels te Leiden. Dit laatste zoudt U gemakkelijk kunnen nazien. Sommige dier verzen (1848, 1849) zijn van mij, helaas!
Uw dienstwillige. |
|