Aan dezelfde.
Parijs, 13 December 1884.
Hooggeachte Mevrouw,
In blakenden welstand, ongeschonden, voorbeeldig ingepakt, is ons gisteren de meesterlijke fotografie geworden. De keus was U en den heer Bosboom waardig. Het is de fraaiste reproduktie die wij tot heden van een van Rembrand's werken zagen. Wij zijn met uw geschenk zeer ingenomen, zeer vereerd, en zullen trachten het de plaats toe te kennen waarop het voor ons gemoed en voor onze oogen aanspraak heeft.
U leest nog minder kindervertellingen dan ik; maar voor die van Louise B.B. waarvan hiernevens een exemplaar gaat, durf ik uwe aandacht vragen. Het handschrift werd mij verleden jaar in den nazomer, toen wij buiten waren te Avon bij Fontainebleau, ter lezing gezonden door een officier van het Indisch leger, schoonbroeder der schrijfster.
De hartelijke belangstelling van dien zwager voor het jonge meisje, zuster zijner jonge vrouw, beiden dochters van een pas overleden Indisch generaal, trof mij. Ik wilde niet voor hem onderdoen; las het manuscript; werd bekoord door sommige bladzijden; en gaf een woord van aanbeveling voor den heer Tjeenk Willink te Haarlem, die zonder aarzelen de uitgaaf ondernam. Zonder aarzelen, maar niet zonder hindernissen. Een half jaar lang is er in Nederland naar een teekenaar gezocht, in staat kinderkopjes en kinderbeeldjes te teekenen. Eindelijk