Aan denzelfden.
Parijs, 6 Februarij 1884.
Carissime,
Binnen weinige dagen zal te Delft eene spreekbeurt waargenomen worden door den heer Du Costal van hier.
Ik heb dien heer (een jong dichter, die zijne eigen verzen voordraagt) ontmoet bij Van Hamel en elders. Hij vroeg mij, hem voor Delft, waar hij niemand kent, eene introductie te bezorgen; en mijne eerste gedachte was aan Charlotte en U. Hij is van eene goede familie,