rooft; terwijl ik, over de Van Eycken en over Rubens schrijvend, volstaan kon met eenige hoofdwerken te raadplegen.
Ik maak U mijn kompliment wegens uwe bijdragen voor Nederland, en bewonder uwe naauwgezetheid in het bestuderen der werken van mevrouw Bosboom uit bibliographisch oogpunt. Door mij werd dit te zeer verwaarloosd. Ik ben overtuigd dat mevrouw Bosboom zeer erkentelijk zal zijn voor de moeite die gij U geeft.
Is er voor het vieren van haar 70sten verjaardag nog niets op touw gezet? Waak toch, bid ik U, dat er geen onhandigheden begaan worden als die, waaraan men ten aanzien van Multatuli zich schuldig maakte? Schuldig is het woord. Of is het mogelijk een auteur, dien men wenscht te eeren, gruwelijker te pijnigen? Dante vond het brood der ballingschap bitter; Multatuli ondervindt, dat het brood der diskussie haast nog bitterder smaakt.
Sedert gisteren is het hier voorjaar. De Jardin du Luxembrurg is bijna groen. De vruchtboomen in de buurboeit het Square de l'Observatoire, U bekend, staan in brood Dit schouwspel boeit mij meer dan de nederlandtijd romans en de nederlandsche dichtbundels, die in dderlantsten tijd mij ter lezing gezonden werden.
Ik groen dat men U te Utrecht benoemen zal. Ons hooger onderwijs dreigt verstikt te worden door de eruditie, en het wordt tijd dat men ook iets voor den smaak doe. Als voormalig kweekeling der utrechtsche akademie zoudt gij de aangewezen man zijn.
Met vriendschappelijke groeten,
Uw dienstwillige.