Brieven. Deel 2. 1876-1886
(1890)–Cd. Busken Huet– Auteursrecht onbekend
[pagina 159]
| |
Aan Dr. Jan ten Brink.Parijs 4 Maart 1880.
Waarde Heer Ten Brink,
Hierbij voor het Aprilnummer (desverkiezend) van Nederland een woordje over mevrouw Van Westhreene's nieuwen roman.Ga naar voetnoot1 Die dame bezit een ongemeen talent, dunkt mij. Zoudt gij haar niet kunnen bewegen, haar eerst-volgend oorspronkelijk werk aan Nederland af te staan? Voor de toezending uwer studien over Hamerling blijf ik mij aanbevolen houden. Ook van hetgeen door U in den Gids over Aspasia geschreven werd. Of staat dit alles bij elkander in een bundel? Over een paar maanden hoop ik voor Nederland gereed te komen met een opstel over Milton. Zoolang ik de litteratuur over dat onderwerp niet althans gedeeltelijk doorgeworsteld ben, kan ik U alleen kleinigheden beloven. Ik hoop maar, dat ik laatst niet indiskreet was, toen ik zoo grifweg uwe uitnoodiging voor de Witte Societeit aannam. Het schenke U althans éénige voldoening, dat gij mij een alleraangenaamst twaalf uurtje bezorgdet. Dezer dagen ging ik in het Odéon alhier les Inutiles zien vertoonen, van Edouard Cadol, een élève van George Sand. Een voortreffelijk stuk, en dat bijzonder geschikt zou zijn, dunkt mij, voor het ‘Nederlandsch Tooneel.’ | |
[pagina 160]
| |
De tegenwoordige vertooning in het Odéon is eene reprise. De komedie werd geschreven in 1868, en toen meer dan twee honderd malen achtereen in het Théâtre Cluny gegeven. Wie is in Den Haag de jonge dichter X? Deze heeft mij willen belezen, eene aankondiging te schrijven van zijne eerstelingen. Ik heb voor de uitnoodiging bedankt. Meer smaak vond ik in de mededeeling van een ander Hagenaar, den heer C. Van Tiel, leeraar voor het Engelsch aan uw H.B.S. Deze zond mij ter lezing het eerste gedeelte zijner engelsche vertaling van mijn opstel over Dante. Ik twijfel (onder ons) of het gelukken zal, daarvoor plaats te vinden in een Engelsch tijdschrift; maar dit verkleint de innemende bedoeling niet. Ik herhaal, dat les Inutiles mij als geknipt toeschijnen voor het tooneel in Nederland. Doch mogelijk weet gij dit even goed als ik, en bestaat er reeds eene hollandsche vertaling van. Met vriendschappelijke groeten, Uw dienstwillige. |
|