Aan den heer Bosboom.
Parijs, 28 Julij 1879.
Waarde Vriend,
Het zou ons bijzonder aangenaam zijn, als het niet te veel van U gevergd is, nogmaals eenig berigt omtrent mevrouw Bosboom te ontvangen. Het deed ons zeer leed te moeten vernemen, dat HEd. ernstig ongesteld geweest is. Hartelijk dank, dat gij ons tijding gaaft. Gelukkig schijnt het ergste voorbij te zijn. Zoo wij iets doen kunnen, uit de verte, om de konvalescente wat op te fleuren, meld het ons dan s.v.p.
Eindelijk schijnt hier de zon! Het is eene uitkomst. Ik dacht, dat wij dit jaar in het geheel geen zomer krijgen zouden.
Wil s.v.p. onze vriendelijke groeten aan uwe lieve zieke overbrengen, en haar onzentwege van harte beterschap wenschen.
De Uwe.