Brieven. Deel 2. 1876-1886
(1890)–Cd. Busken Huet– Auteursrecht onbekend
[pagina 107]
| |
exemplaar van uw Langs een Omweg - hetwelk mij zal toegezonden worden zoodra er weder een kistje aan mij ‘afgaat’ schrijft hij, - heeft mij opnieuw de aangename overtuiging geschonken, dat U mij niet vergeet, en tegelijk de herinnering van het genoeglijk paar uren verlevendigd, die ik 18 November jl. bij U mogt doorbrengen. Ik ben van mijne nederlandsche ‘predigtreise’ dier dagen ongedeerd en welgemoed te Parijs teruggekomen; zelf een weinig verbaasd, dat ik, die in zoovele jaren niet als spreker was opgetreden in het openbaar, bij die gelegenheid het in zes dagen vijf malen deed. Altijd in de uitersten! zult U zeggen. De proef is mij intusschen goed bevallen; en al rondtrekkend van de eene stad naar de andere, ontmoette ik van zelf vele goede vrienden uit vroeger tijd. Zoo heb ik thans ook weder eene voorstelling van uw intérieur en van het atelier van uwen echtgenoot. Beiden heb ik in bijzonderheden moeten beschrijven aan vrouw en zoon, die met mij, al was het maar door mij, den indruk ontvingen, dat uwe woning aan de Veenlaan tegelijk comfortable en lief gelegen is, en - minder moeijelijk te bestijgen dan de oude....................................... Mijne vrouw, Gideon en ik sluiten hierbij voor den heer Bosboom en voor uzelve, met een blik op uw beider beeldtenissen in mijn vrouw's allerheilige, onze beste nieuwjaarswenschen in. Wij oefenen ons in de kunst, naar uw vereenigd en bemoedigend voorbeeld, te werken zoo lang het dag is, en kunnen het bij die levensbeschouwing zeer wel uithouden. Met de meeste onderscheiding en vriendschap
Uw gehoorzame. |
|