Brieven. Deel 2. 1876-1886
(1890)–Cd. Busken Huet– Auteursrecht onbekend
[pagina 94]
| |
Aan Mevrouw Bosboom-Toussaint.Parijs, 12 September '78.
Hooggeachte Mevrouw,
Den 10den dezer zijn wij zeer welvarend en zeer tevreden van ons Belgisch uitstapje hier teruggekomen. Ofschoon het weêr ons gedurende eenige dagen tegen was, zagen en genoten wij veel: te Brugge en te Gent, te Brussel en te Antwerpen, te Luik en te Namen. Veel stadhuizen en veel schilderijen, maar ook de zee (te Ostende), en het bergachtig landschap te Spa en aan de Maas. In het geheel heeft Belgie een zeer aangenamen indruk op ons gemaakt. Uit het oogpunt der oude kunstgeschiedenis komt het 't digst aan Italie, dunkt mij. Dank voor uw hartelijk schrijven, dat mij het gevoel gaf, weder geheel en al thuis te zijn. Het September-nummer van Nederland is mij nog niet geworden, zoodat ik tot mijn leedwezen niet in staat ben, U mijn gevoelen over de bijdrage van jufvrouw Opzoomer te melden. Dit dus later. Haar vader, hoor ik, zal in het Oktober-nummer met eene recensie van Vosmaer's Homerus optreden. Dit doet mij ten minste genoegen, dat mijne pogingen, om in Nederland wat leven te brengen, niet geheel en al zonder gevolg blijven. Onze tijdschriften verkeeren inderdaad in eene ongunstige periode. Ik lees er heel wat; maar hoe zelden ontmoet ik een stuk, dat mij boeit! En zult U nu weder voor Eigen Haard gaan werken? | |
[pagina 95]
| |
Mijn vrouw las onlangs met onverdeeld genoegen de mémoires der ‘Grande Mademoiselle’, de kortstondige bruid van Lauzun. Trekt de studie van dat vrouwenkarakter U niet aan? Het is een der ongemeenste die ik leerde kennen, en ik kan mij niet herinneren, dat het in onze litteratuur nog ooit behandeld werd. Maar voor Eigen Haard, met zijne wekelijksche sandwiches, is die stof niet geschikt. U zoudt een ruimer kader behoeven. Van mevrouw Van Calcar heb ik hier niets bespeurd; maar wel gelooft mijne vrouw, bij gelegenheid der feestzitting van het Congrès Littéraire in het Théâtre du Châtelet, toevallig naast mevrouw S. gezeten te hebben: eene dame van leeftijd, achteloos gekleed, onaanzienlijk van voorkomen, fransch sprekend met een hollandsch accent, en reizend met een album waarvoor zij autografen van celebriteiten verzamelde. Zij had inskripties van Keizer Wilhelm, van Bismarck, van Gortchakoff, van Thiers (geloof ik), en wilde er ook hebben van Victor Hugo, van Jules Simon, van Edmond About, etc. Enfin, eene kordate, ondernemende, achtenswaardige, maar oppervlakkige en potsierlijke vrouw. Werkelijk is er spraak van, dat ik in November of daaromtrent eene spreekbeurt zal komen vervullen in ‘Oefening.’ Vroeger heette het, dat ik dat genootschap belagchelijk had gemaakt; doch dit is of niet waar geweest, of men is van meening veranderd, want namens het bestuur ben ik door Ten Brink met aandrang uitgenoodigd. Eigenlijk begrijp ik niet, waarom men mij verhandelingen wil laten houden: dit is nooit mijne specialiteit geweest. Ook dacht ik, dat de verhandelingen | |
[pagina 96]
| |
uit de mode waren. Maar onder den naam van ‘Conférences’ schijnen zij er weder in gekomen te zijn. Mij zal het bijzonder veel genoegen doen, bij mijne komst in Den Haag, weder eens een gezellig uurtje met U en den heer Bosboom te komen praten. Jufvr. Van der PlaatsGa naar voetnoot1 vond ons nog te Parijs, en sedert ontvingen wij van haar, eens uit Amsterdam, en eens uit Leeuwarden, een aardigen brief. Mogelijk komt zij dezen winter nog hier terug. Ik wenschte wel, dat U haar meer van nabij kondt leeren kennen. Wij althans stellen haar zeer hoog, en houden buitengewoon veel van haar. Ook van Sophie Potgieter ontving mijn vrouw een vriendelijken brief, opgeruimder dan vele vroegere. Zij schijnt een aangenamen zomer doorgebragt te hebben. Wij raden U aan, mijne vrouw en ik, spoedig uw kagcheltje te laten zetten, en te dien aanzien met de oudvaderlandsche overlevering te breken. Zoo er gas in uwe woning is, koop dan een gaskagcheltje. Dit zou juist iets voor uwe werkkamer zijn. Het is zindelijk, niet onzuinig, en lekker warm. Moogt U er bij bewaard blijven voor nieuwe bezoeken van Freule N.! Ontvang deze weinige regelen in welstand, en wil de vriendelijke groeten van ons drietal overbrengen aan den heer Bosboom. Met de meeste onderscheiding
Uw gehoorzame. |
|