zetten. Vooralsnog vind ik haar bovenal eene wijsgeerige moraliste; meer dan eene dichteres of kunstenares, meer ook dan eene schrijfster, want zij geeft zich weinig moeite om met de verborgen schatten onzer taal te woekeren, en haar stijl heeft geen ander karakter, dan een stijl met hindernissen te zijn. Zoo de geest bij haar niet ontijdig het ligchaam verwoest, dan is er nog veel goeds en groots van haar te verwachten; en het zou zeker eene schoone voldoening voor haar zijn, te eeniger tijd een werk voort te brengen, dat ook in uitgebreiden kring iets van den gloed overstortte, waarvan deze drie deelen tintelen, en waarvan zijzelve schijnt te blaken.
U bemerkt, dat ik slechts invallende gedachten geef. Een nieuwe arbeid, die binnen weinige weken gereed moet komen, neemt op dit oogenblik al mijn tijd in beslag. Aan eene uitvoerige beoordeeling van jufvrouw Opzoomer's boek mag ik thans niet denken. Het zal reeds veel zijn, zoo ik er voor mijne Indische courant een kort woord over opschrijf. Doch ik wilde dezen zondagavond niet voorbij laten gaan, zonder uw vriendelijk schrijven van 13 dezer, althans gedeeltelijk te beantwoorden. Vermoogt U iets op Opzoomer, bewerk dan s.v.p. dat zijn dochter dien pseudoniem late varen. Pseudoniemen, waarvan het geheim bewaard wordt, kunnen diensten bewijzen. Die, wier geheim het geheim van polichinel is, zijn beneden een waar talent, of alleen te dulden in het humoristische.
Vrouw en Zoon dragen mij op, U en den heer Bosboom hartelijk te groeten. Gaarne kwijt ik mij van die taak, en vraag verlof mij te mogen teekenen
Uw gehoorzame.