Brieven. Deel 2. 1876-1886
(1890)–Cd. Busken Huet– Auteursrecht onbekendAan Mevrouw Bosboom-Toussaint.Saint-Cloud, 4 Junij 1877.
Hooggeachte Mevrouw,
Zeer verpligt voor de moeite, die U wel heeft willen nemen, dat vers van 1719Ga naar voetnoot1 voor mij uit te schrijven; | |
[pagina 19]
| |
en dat nog wel te midden van vele beslommeringen! Nu ik eenmaal zóó ver ben, zal ik ten aanzien van Soetendael ook wel klaar komen. Ik geloof niet aan eene mystifikatie in dezen van Potgieter's zijde; evenmin als ten aanzien van den Landjonker. Al in 1842 zweefde Potgieter het denkbeeld voor den geest, verzen van zichzelven op rekening te stellen van een jonggestorven vriendje zijner jeugd; en van hetgeen hij toen deels gaf, deels achterhield, heeft hij in 1874 voor zijne aanteekeningen gebruik gemaakt. Maar de Landjonker heeft in de werkelijkheid even goed bestaan, als de jonge man van Soetendael. De reden dat ik U schier per omgaande antwoord, is eigenlijk eene impertinentie; maar... ik kan niet wel verdragen, dat U het voornemen aankondigt, ter wille van een kortzigtig publiek Langs een Omweg ‘zooveel mogelijk te bekorten’; waaruit ik lees: minder zorg te besteden aan het verdere uitwerken van uwe gedachte. Zeker zou het onopregt zijn, indien ik den aanhef van uw tweede gedeelte, in het Mei-nummer, gelukkig noemde. Maar het slot van uw eerste gedeelte was meesterlijk; en in het Junij-nummer is U weder zoo goed op dreef, dat zoo U er in slaagt, het tweede gedeelte even hoog op te voeren als het eerste, er geen twijfel kan zijn aan uw succès. Heeft U zich onder het bewerken hier of ginds gefourvoyeerd, bij eene afzonderlijke uitgaaf van het verhaal kan die fout immers gemakkelijk verholpen worden? U is de éénige auteur in Nederland, die een konflikt van karakters weet te schetsen als in die ontmoeting tusschen Eckbert en Regina, aan het slot van het eerste gedeelte; en tegenover een planken-succes als | |
[pagina 20]
| |
dat van Sinjeur Semeyns, tegenover eene advertentie als die waarin dezer dagen de werken van Cremer opgehemeld worden, rust mijns inziens op U de verpligting, met die gaaf te woekeren, en niet, op grond dat U voorshands weinig pleizier aan uw Omweg beleeft, minder of iets anders te geven, dan aanvankelijk in de bedoeling lag. Om den Gids behoeft U zich waarlijk niet te generen. Zóó vlug of zóó beleefd is de redaktie niet geweest met het aankondigen van Majoor Frans! Laast U de Kroon van Gelderland door Huf van Buren? En weet U wie Huf van Buren is? De auteur schijnt mij toe, bij het kiezen van een vorm, tusschen het genre Scott en het genre Shakespeare geaarzeld, en dientengevolge tegen de eenheid van toon gezondigd te hebben. Doch vooral in de laatste helft van het tweede deel komen in den trant van Shakespeare's historie-spelen verscheidene hoofdstukken voor, wier schoonheid hors ligne is. Sedert uw Delftschen Wonderdokter is in Nederland zulk een fraaije historische roman niet verschenen, dunkt mij; en zoo U tijd kunt vinden om de twee dikke deelen door te komen, - te zamen over de achthonderd bladzijden - dan houd ik mij bij gelegenheid aanbevolen voor de mededeeling van uw oordeel. Hoe denkt uw echtgenoot over de door Quack aangekondigde etsen van Storm van 's Gravesande? Quack moest dien jongen artiste niet over het paard tillen, door zijn werk nu maar dadelijk te vergelijken met dat van - Rembrandt! Het is onwaar, dat Rembrandt etste gelijk in de aangehaalde versregels van Vosmaer beschreven wordt. Verleden jaar nog, bij het doorwandelen van de verzameling der Uffizi-galerij te Florence, over- | |
[pagina 21]
| |
tuigde ik mij daarvan. Rembrandt etste zooals Michel-Angelo, Rafaël, en Da Vinci teekenden: geheele koncepties, vol figuren, ware scheppingen van het genie. Vosmaer's beschrijving past alleen op de etsen van een geïllustreerd tijdschrift, zooals Paris à l'eau forte. En las de heer Bosboom de door Quack genoemde stukken van Van Santen Kolff in de Banier, over onze moderne Hollandsche schilderschool? Ik kon in die artikelen niets anders vinden dan eene aaneenschakeling van verwarde begrippen, voortgekomen uit het verwarde hoofd van iemand met een onvasten smaak. Waarlijk, Quack moest zich vergenoegen met het schrijven zijner Socialisten. Daarin is hij een meester. Onze jonge artisten zijn al verwaand genoeg, ook zonder dat Utrechtsche professoren réclame's voor hen schrijven. U zoudt niet gelooven hoe de geheele Nederlandsche zamenleving, op iemand die er eenige jaren buiten heeft gestaan, den indruk maakt eener potsierlijke maatschappij tot bevordering der zelfvergoding en der wederzijdsche ophemeling. Ontvang met den heer Bosboom de zeer hartelijke groeten van mijne vrouw en van mijn zoon, wiens 17den verjaardag op 31 Mei wij gisteren vierden.
Uw gehoorzame. |
|