Brieven. Deel 2. 1876-1886
(1890)–Cd. Busken Huet– Auteursrecht onbekendAan Mejufvrouw Francisca Gallé.Saint-Cloud, 22 Mei 77.
Waarde Francisca,
Hoewel de beslissing omtrent het plaatsen van Dosia en van Fedotia niet van mij afhangt, geloof ik nogtans de verzekering te kunnen geven dat beide vertalingen geruimen tijd vóór 1 December tot U zullen teruggekeerd zijn. Van Prinses Ogherof ontvingt gij reeds 20 hoofdstukjes en de nog ontbrekende zullen spoedig volgen. | |
[pagina 17]
| |
Geloof mij, een dagelijks verschijnend feuilletonGa naar voetnoot1 is een verslindend monster. Zóó verslindend, dat ik alweder met een nieuw boek van Henry Gréville aankom: De familie Koumiassine, zooals ik in overweging geef den titel te vertalen. Het gaat hiernevens, twee deelen, in vier stukken, dus gekloofd ten einde geen moeijelijkheid te hebben met de verzending. Les Koumiassine, zooals gij zien zult, zijn een prettig huiselijk boek, met een uitmuntend moeders-, een geestig zoontjes- en twee voortreffelijke vrouwenkarakters. Het verhaal is zóó uitvoerig, dat zoo gij het raadzaam vindt hier en daar eene bladzijde over te wippen, ik die uitlatingen gaarne aan uw goeden smaak vertrouw. Ik beschouw de vertaling van dit boek als eene waardige oefening. Niets is ambitieuser, vind ik, dan in ons dikwijls onhandelbaar Hollandsch, den altijd vrijen en toch altijd perfekt fashionablen toon te bewaren. De schrijver van Un coeur simple is geen schrijfster maar niemand minder dan Gustave Flaubert, de chef d'école van het Fransche réalisme. Gij hebt groot gelijk, dat verhaaltje te bewonderen, en het boven het Diakenhuis-mannetje te stellen. Flaubert is vergelijkenderwijs een onvruchtbaar schrijver, en hij heeft herhaaldelijk misgetast. Maar zoo vaak hij slaagt, reikt hij zeer hoog. Hoe komt het, dat men eerst nu te Arnhem over mijne aankondiging van Holda's Hohelied spreekt? Ik dacht dat dit reeds tot de oude geschiedenis behoorde. Holda is evenals Mina Kruseman eene vrouw met een middelmatig talent, en evenals Mina Kruseman affekteert | |
[pagina 18]
| |
zij, iets buitengewoons te zijn en anderen de wet te stellen. Zoo iets is duldeloos in de Republiek der letteren. Van harte gefeliciteerd met uw nieuwe woning. Zoo zij nog liever is dan die van de Ridderstraat, dan zijt gij thans uitmuntend gelogeerd. Uw roman houd ik bij. Wat gij van den heer Steengracht schrijft, is juist. Doch zeg mij, indien Ismaël een kind is, dat Winfried bij Hagar heeft gehad, waarin bestaat volgens U de zedelijke schuld van Hagar? Eene vrouw maakt zich maatschappelijk ongelukkig en vertreedt hare waardigheid als lid der maatschappij, indien zij, buiten den echt, zich overgeeft aan een man. Maar ik begrijp niet, waarin volgens U Hagar's zonde bestaan heeft; en dit is oorzaak dat ik vooralsnog geen motief zie voor het noodlot of den vloek, dien gij op haar laat rusten. Bedenk s.v.p. onder het voortschrijven, dat dit een gezigtspunt is, waardoor uw geheelen roman beheerscht wordt. Met zeer vriendelijke groeten, ook aan Caroline
De Uwe. |
|