Brieven. Deel 1. 1847-1876
(1890)–Cd. Busken Huet– Auteursrecht onbekend
[pagina 246]
| |
Aan dezelfde.Batavia (Java-Bode soeda klaar), Vrijdagmiddag.
Drink gerust champagne, lieve vrouw, en moge het U goed bekomen. Natuurlijk heeft geen haar van mijn hoofd gisteren aan Moeder's verjaardag gedacht. Des te beter, dat gij het deedt. Dat kunt gij haar dan schrijven naar Holland, met de bijvoeging dat gij dien dag met uw eigen rijtuig, vier paarden, vier jongens en eene meid te Buitenzorg waart, en op hare gezondheid een halfje champagne gedronken hebt. In plaats van een deel van Van Lennep, zend ik hierbij aan Gideon een boekje van Eberts over Jan de Witt. Ik geloof, dat het nog al in den smaak zal vallen. P.Ga naar voetnoot1 zegt, dat ik van avond stellig eene visite van Keuchenius krijg, omdat ik in de courant van vandaag zoo veel goeds van Mr. Groen zeg. Kokki heeft gisteren-avond onberispelijke kerrysoep voor mij gekookt, een perfekten beefsteak perfekt gebakken, en een smakelijk kweekweetje gemaakt, van rijst (geloof ik) met vanille. Het trof goed dat ik niet elders behoefde te gaan eten; want van 2 of 3 ure in den namiddag af is het hier gisteren ongemanierd slecht weer geweest. Precies een gure en plassende Novemberdag in Holland. Ook ik heb berekend, en er op gerekend, dat gij nog ongeveer f 150 zoudt noodig hebben. | |
[pagina 247]
| |
Van ochtend heb ik f 10 aan Dr. Toussaint betaald. Morgen vertrek ik nu met den heer De S. zoo min mogelijk na vieren van Kramat. Dat en waarom ik heden niet komen kon schreef ik U gisteren. Bedenk dat een wagen voor mij alléén mij f 32.50 kost, terwijl ik, met V.d.V. rijdende, slechts f 2 fooi aan den koetsier behoef te geven, en met De S., ⅓ van de gezamenlijke kosten draag. Dag lief en hartelijk schepsel, liever en hartelijker dan ik ooit of immer worden zal! Over het wonen te Buitenzorg en al het andere, spreken wij. Hierbij twee zoenen, een voor U en een voor Gideon, van Uwlieder ‘echtgenoot en vader.’ [1870] |
|