Brieven. Deel 1. 1847-1876
(1890)–Cd. Busken Huet– Auteursrecht onbekendAan den heer Ed. Douwes Dekker.Bloemendaal, Woensdagavond, 9 Jan. 1867.
Waarde Heer,
Meld mij s.v.p. met een enkel woord de goede ontvangst van nevensgaande f 50. Het heeft mij eenige moeite gekost, niet om de eene, maar om de andere helft van dat sommetje voor U te verkrijgen. Mijne ‘patroons’ zijn zoo goed als de Bank; doch vooruit betalen is een artikel, hetwelk in hunnen industriëelen katechismus (en teregt, zeggen de mannen van het vak) niet voorkomt. Enfin, hier is het geld. Alleen maar, stel mij niet weder bloot aan de proefneming of houd het er voor, dat zij mislukken zal. Uit eene voorloopige advertentie in het Handelsblad heb ik gisteren avond bemerkt, dat uw stukje tegen BosschaGa naar voetnoot1 bij Van Helden ter perse is. Ik ben er zeer benieuwd naar, en stel mij van de lezing regt veel genoegen voor. Verhuis in vrede; heb voorspoed in het vinden van eene andere woning, en verzuim niet mij uw nieuw adres even naauwkeurig op te geven als het tegenwoordige. Met onze vriendelijke groeten, De Uwe. |
|