naar uwen zin, maak dan, bid ik U, geene pligtplegingen. In het regelen van onzen tijd zijn wij vrij.
Sedert ik uw Vastenavondbal gelezen heb, ben ik versterkt geworden in de overtuiging dat deze schakel onmisbaar was in de keten van uw verhaal. Het optreden van Bacx is uitmuntend gevonden. Hetgeen hij aan Madeleine verhaalt omtrent hare moeder, niet minder. Doch vooral heeft mij de opvoering der Bruiloft van Kana aangetrokken. Zulke grepen verplaatsen den lezer waarlijk in een anderen tijd. Men voelt er zich bij leven en zweven in het verledene.
Onder het nadenken over den vermoedelijken afloop van uw verhaal is mij het volgende ingevallen: Voor mijn gevoel ligt het poëtische van uwe novelle niet het minst hierin dat Gij de Verrassing van Breda, om zoo te spreken, hebt verworpen, en de Verrassing van Hoey hebt uitverkoren. Die belangstelling van U in een vergeten voorval, in eene naar de wereld mislukte onderneming, is mijns inziens een kenmerk van waren kunstzin. De Héraugière van Hoey is in de poëzie inderdaad grooter dan de Héraugière van Breda. En indien dit zoo is, zou die gedachte dan niet tot thema kunnen dienen voor een verheven en welsprekend slot.
Gij ziet, mevrouw, dat ik onverbeterlijk ben. Doch dit verhindere U niet, mij bij voortduring uwe vriendschap te schenken. Breng s.v.p. onze groeten aan den Heer Bosboom over, en geloof mij, met de meeste hoogachting
Uw dienstwillige dienaar.