Brieven. Deel 1. 1847-1876
(1890)–Cd. Busken Huet– Auteursrecht onbekendAan den heer J. Kneppelhout.Haarlem, 13 Aug. 61.
Waarde Heer en Vriend,
Ik moet acht dagen uit de stad (naar Nijmegen, ter Walsche Reünie) en wensch vóór mijn vertrek de schuld af te doen die mij door uw vriendelijk schrijven van gisteren wordt opgelegd. Eerstens de schuld mijner dankbaarheid. Ik wil zeer zeer gaarne, in de plaats van mijn trouwen de Génestet door u aangewezen worden als de eventuële erfgenaam van het litterarische gedeelte uwer schriftelijke nalaten- | |
[pagina 104]
| |
schap. Dit blijk van Uw vertrouwen is mij lief, én om de vereerende hoogachting die er Uwerzijds te mijnen opzigte in doorstraalt, én omdat ik gaarne, in zooveel dingen als mogelijk is aan de Génestet wil opvolgen. - Gij hebt volkomen gelijk: mijn stukje over hemGa naar voetnoot1, ofschoon ik mijn best heb gedaan om elk onwaar of zinloos woord in den ban te doen en zorg te dragen dat iedere trek van mijn fotografietje aan den daarmede corresponderenden trek van het oorspronkelijk beantwoordde, is uiterst onvolledig. Veel van dit gebrekkige is reeds verholpen door Zimmerman in den Gids. Uw denkbeeld dat Pierson namens ‘Letterkunde’ spreke, is uitmuntend; en ik hoop dat gij in de gelegenheid zult zijn om door woord of wenk daar verder gevolg aan te geven. - Onuitgegeven is er van de Génestet weinig, zoo ik wel heb. Alleen Fantasio, door u genoemd en dat (meen ik) reeds ter perse is bij Kraaij; en voorts eene verhandeling over Halm's Sohn der Wildniss.
Wat het andere betreft, uwe vraag met betrekking tot Madlle Rachel, daaromtrent kan ik u met weinig woorden inlichten. Musset's Souper (zeer merkwaardig) is voor het eerst verschenen in het kleine bundeltje Poésies posthumes kort na zijnen dood uitgegeven, en waarin zich ook een (mijns inziens) prachtig fragment van een onvoltooid merovingisch drama bevindt, geïnspireerd door het lezen van Aug. Thierry en bestemd geweest voor Rachel. - Murger's nabetrachting (meer dan zulk eene nabetrachting is het stukje niet) vond ik | |
[pagina 105]
| |
gedrukt aan het slot van den bundel Propos de ville et propos de théatre. Welligt gebruiken wij niet dezelfde editie; doch ook in andere uitgaven (ik bediende mij van Mich. Lévy's goedkoope spoorweg-editie) kan het stukje kwalijk elders staan. - NB. Ik ben niet met u eens dat uw Studenten-typen meer aan Jerôme Paturot dan aan de Vie de Bohême doen denken, en dit zeggende maak ik u volgens mijne wijze van zien een kompliment; want als artiste stel ik Murger hooger dan Reybaud. Mag ik u verzoeken onze vriendelijke groeten over te brengen aan Mevrouw Kneppelhout? Ontvang tevens mijne beste wenschen met betrekking tot uwe gezondheid en geloof mij, met de meeste hoogachting en vriendschap, Uw Gehoorzame. |
|