Brieven. Deel 1. 1847-1876
(1890)–Cd. Busken Huet– Auteursrecht onbekendAan dezelfde.Gij ziet, poesje, ik ben weêr thuis. En wel sints daareven, per laatsten trein uit Amsterdam. ‘All right.’ Hiernevens de eerste bladen van den herdruk mijner kritieken.Ga naar voetnoot1 Wilt gij ze eens doorlezen en een kruisje of schrapje zetten overal waar gij eene fout of een leelijk woord ontmoet? Terug aan mij svp., niet aan A.C. Ik heb van morgen, ofschoon slechts voor een matig gehoor, met waar genot gepreekt. Na de preek heb ik kennis gemaakt, en een uurtje zitten praten, met Ds. Middelburg, een nog jeugdigen emeritus, wonende te Utrecht in een prachtig huis op het St. Jans-Kerkhof. Deze man is ‘een vriendje’, dat wil zeggen ‘een liberaal van goeden huize.’ Ik heb met veel pleizier zijn kennis gemaakt en hoop haar aan te houden. | |
[pagina 83]
| |
In den namiddag te Amsterdam gekomen, ben ik mij een weinig wezen verfrisschen bij CharlesGa naar voetnoot1; waarna wij met ons twee beidjes, als even zoovele millionairs, zijn gaan dineren in de ‘Pays-Bas’; en elk gedronken hebben een ganschen flesch wijn; wat u, hoop ik, goed bekomen zal. Charles wil u eene visite komen maken e.k. woensdagavond, half negen, komende per trein van achten uit Amsterdam. Hoe denkt gij daarover? en wanneer zal ik u dan zien: Donderdag? of Dingsdag? of welken anderen dag? Ik prefereer natuurlijk Dingsdag, als zijnde het digst op handen. Doch gij hebt de keus. Zend mij svp. de proeven, met en benevens uw antwoord, morgen middag tusschen twaalven en tweeën. Dan kunnen eerstgenoemde nog tijdig naar de drukkerij. Nog dit: ik heb gisteren morgen niet minder dan acht en veertig bladzijden uwer vertaling van Adam Bede zitten corrigeren. Dit enorme cijfer, niet waar? is een kompliment. En waarlijk, mijn kind, gij hebt u zelf overtroffen. Uwe vertaling is uitmuntend, en, ware uw man niet zulk een onverbeterlijk vitter en wijsneus, hij zond haar onherzien naar de pers. Denk niet dat ik dit uit gekheid zeg. Neen, uwe vertaling is niet alleen goed en vloeijend, maar dikwerf zeer gelukkig. Vooral heeft mij getroffen de superioriteit van uw stijl in vergelijking bijv. van Cyrilla of the Initials. Werk dus maar braaf voort, dan krijgt gij - een zoen extra: ‘Toen zei dat aardig nonneke:
Daar wil ik 't wel voor doen!’
Zondagavond. [1859] |