Jesus geneest een blinde
Moeder heeft gisteren verteld van die lamme man, die Jesus zo maar beter maakte. Nu gaat moeder weer wat moois van die lieve Jesus vertellen.
Er was eens een blinde man. Die man had wel twee ogen, maar hij kon daar niet veel mee zien. 't Was altijd zo donker om hem heen, dat kwam omdat hij blind was. Hij had nog nooit de mooie, blauwe lucht gezien. Ook niet de grote, gouden zon. Hoe mooi de bloempjes waren, wist hij ook niet, want hij had nog nooit één bloempje gezien. Hij wist zelfs niet eens, hoe de kamer er uit zag, waar hij in woonde. Hij had nog nooit zijn vader en moeder gezien. Hij kon niets, niets zien. Dat is toch wel heel erg. En er was geen dokter, die hem beter kon maken. De dokter kan zo maar niet twee nieuwe ogen geven. Dat kan hij niet. Nu had die blinde man gehoord, dat Jesus voorbij zou komen. En hij wist, dat Jesus zo lief was voor de mensen. Hij had ook wel eens gehoord, dat Jesus zieke mensen beter had gemaakt. O, dacht toen die arme man, ik ga aan Jesus vragen, of Hij mij ook beter wil maken. Dat zal Jesus best wel doen, want Hij is zo goed. En Hij kan het ook, want Hij is God. Maar hij kon niet alleen naar Jesus gaan, want hij wist niet, waar hij lopen moest, want hij kon het niet zien. Gelukkig waren daar net een paar mannen bij hem en nu vroeg hij: Toe, breng me even de straat op, waar Jesus straks langs komt. Ik wil zo graag naar Hem toe. Weet je wat die vrienden toen tegen hem zeiden? Och, blijf jij maar in huis, wat moet je toch op straat doen, je kunt Jesus toch niet zien. Maar de blinde man zei: Toe, breng me er heen, ik wil naar Jesus toe. Toen deden ze het maar. De twee vrienden hielden de blinde man bij de hand vast en brachten hem op de straat. 't Was daar toch zo druk. Overal stonden veel mensen, want ze wilden allen graag Jesus zien voorbij komen. De vrienden brachten nu de blinde man bij de hoek van de straat. Daar zetten ze hem neer. Ja, hier zou Jesus zeker voorbij komen. De blinde man zat daar stilletjes te wachten. Hij luisterde goed, of hij niet wat hoorde aankomen. Zien kon hij het niet.
Maar na een poosje riepen de mensen: Ha, kijk, daar heel in de verte komt Jesus aan. De blinde, die dat hoorde, begon nu luid te roepen: Jesus, och, heb