Maar dat hoeft mijn kindje niet te vragen. Jij mag ook naar Jesus' kribje. Luister maar.
Al gauw is het weer Kerstmis. En als 't Kerstmis is, is het feest, groot feest. Dan is Jezuke jarig. Zal moeder eens verklappen, wat er dan hier in de kamer komt te staan? Een kerststalletje. Vader haalt het van boven, van onze zolder en gaat de stal mooi klaar maken. Want.... daar komen Maria en Jozef in.... de herdertjes en engeltjes en als 't Kerstmis is, dan komt het kribje met de kleine Jesus daar in
te staan. Moeder koopt dan ook mooie, gekleurde kaarsjes. Witte .. gele .. rode .. o zo mooi. En Jezuke vindt het zo fijn, als we allemaal bij Zijn kribje komen: vader en moeder en al de kindertjes. Dan lacht Hij ook zo blij naar ons net als bij de herders en de kindertjes. Maar dan wil je zeker ook wel graag wat aan de kleine Jesus geven. En kijk nu eens hier....
Hier zie je ook een vader en moeder met kindertjes. Allemaal staan ze rondom het kribje. En zie nu eens, wat die kindjes bij zich hebben. Allemaal bloempjes. Hè, hoe mooi! Rode en witte, blauwe en gele bloempjes. Waar zouden ze die toch vandaan hebben? Nee, die hebben ze niet gekocht! Ook niet in de tuin geplukt. Als 't Kerstmis is, is het overal koud, dan groeien er geen bloempjes meer.
Moeder weet wel, hoe ze aan die bloempjes komen. Kom nu eens heel dicht bij me, dan zal moeder je het eens vertellen. Zie je dat kindje met dat mooie rode roosje? Dat kindje kreeg van haar moeder een lekker koekje, omdat ze zo braaf was geweest. En weet je, wat ze nu deed? Ze ging naar haar broertje toe, en gaf broertje ook de helft van het koekje? Was dat niet lief? En luister eens, wat er toen gebeurde! Daar van binnen in haar hartje kwam een mooi roosje. Een roosje van liefzijn. Nog veel mooier dan alle roosjes uit de bloemenwinkel. Kijk, dat geeft ze nu aan de kleine Jesus.... O, wat is Jezuke daar blij mee. En zie eens, hoe Moeder Maria naar dat kindje lacht. 't Is net, of Maria zegt: Beste kindje, wat geef jij toch een mooi cadeautje aan Jesus! En zie daar dat kindje. Dat heeft haar handjes vol witte bloempjes. Hoe komt ze daar aan? Luister.
Als het tijd is om te bidden, dan vouwt ze haar handjes mooi samen, doet haar oogjes stijf toe en o zo mooi bidt ze, wat moeder haar zegt. Dat kindje kijkt dan niet op, o nee. Ze weet wel, dat lieve Heertje zo graag ziet naar kindjes, die mooi bidden. En telkens, als ze zo mooi bidt, komt er 'n fijn wit bloempje in haar hartje. Kijk eens, ze heeft haar handjes vol. O, o, wat is Jezuke blij met al die witte bloempjes van mooi-bidden. Zulke mooie bloempjes groeien niet op aarde, die groeien alleen maar in ons hartje. En zie eens naar dit gele bloempje. Hoe komt het kindje er aan? 't Was tijd om te eten en moeder zei: Kom, broer, gauw je
bouwdoos opruimen. Broer was juist bezig een hoge toren te bouwen. Hè, nog even doorgaan?.... Maar, nee hoor, broer deed het niet.... Hij ruimde dadelijk zijn bouwdoos op en kwam toen vlug naar moeder. En daar binnen in broers hartje kwam meteen dat mooie bloempje van gehoorzaam-zijn. Daarom lacht de kleine Jesus ook zo lief naar broer.
Jij wilt Jezuke zeker ook wel graag zulke mooie bloempjes geven, is 't niet? Als 't Kerstmis is en 't stalletje staat in de kamer, dan moet