De structuur van de bundel Paranoia
Raat ziet de samenhang van de bundel gegeven in het feit dat de vijf verhalen qua thema en lezersrol een illustratie vormen van wat in ‘Preambule’ wordt uiteengezet. Verder dan dat gaat de samenhang evenwel niet: ‘De hechte samenhang moet niet worden overtrokken: de volgorde waarin de verhalen geplaatst zijn, dient m.i. geen speciaal doel’16. Alleen de plaatsing van ‘Lotti Fuehrscheim’, het enige verhaal dat niet naar de tijd van ontstaan is gerangschikt, krijgt zijn aandacht. Het feit dat het als sluitstuk van de bundel functioneert, suggereert een zekere veralgemening, en wel naar tijd en ruimte, omdat ‘ook in de nieuwe wereld en ook zonder de oorlog’ de problematiek van kracht blijft. Bovendien treft de destructie van de schijnorde van het verhaal in ‘Lotti Fuehrscheim’ met terugwerkende kracht de ordening van de wereld in de overige verhalen, die wordt gereduceerd tot een arbitraire systematiek. Is daarmee alles over de compositie van Paranoia gezegd?
Leest men ‘Preambule’ literair, dan zijn er twee novellen niet chronologisch naar de tijd van ontstaan gerangschikt, want ‘Preambule’ is het laatst geschreven en het eerst geplaatst. De twee ontspoorde teksten vormen begin- en sluitstuk van de bundel; de preambulant bevindt zich in hetzelfde stadium als Bernard in ‘Lotti Fuehrscheim’: hij vindt ZIN in geheimZINnigheid, en is geheel in de taal, het schrijven, gevlucht, op zoek naar een waarlijk gelukkig leven. Hij gaat ons voor op de weg die de personages uit de vijf volgende verhalen gingen, een weg wellicht van kwaad tot erger: ‘“Lotti Fuehrscheim” vormt de climax van Paranoia’, zoals ook Raat meent. Zou de ordening van de verhalen weerspiegelen dat de figuren zich in de opeenvolgende novellen steeds verder in de taal terugtrekken? Of dat, om het positiever te formuleren, de taal steeds meer (hun) werkelijkheid wordt?
Raats analyses laten inderdaad geen andere dan zijn conclusie toe; zij hebben geen gegevens opgeleverd die duiden op de onverbiddelijkheid van keuze en volgorde van de verhalen. Ik las de verhalen opnieuw, om te zien of op basis van de functie van het ‘verhaal’, de wereld in woorden die de personages