Bloem-hof, verciert met geestelijcke lof-sangen
(1659)–Albertus Buitendyck– Auteursrechtvrij
[pagina 27]
| |
Wijze:
| |
[pagina 28]
| |
Het zijn // van s' Werelts schijn
Is als een val van hoogh,
Als hart bekolt en oogh.
4.Als Beul van ziel en sinnen,
Als honigh-raet vol gal,
Als verlies van het winnen
Als lock aes van de val,
Als wortel van het quellen,
Als roet vermenght met wijn,
Als ruyme wegh der hellen,
Als droom, draf, schuym en schijn.
Het zijn // van 's Werelts schijn
Is niet als Esaus-bry,
Als soogh van kettery.
5. Als sonder winst te strijde,
Als arbeyt sonder loon,
Als lijde na 't verblijde,
Als doorens sonder kroon,
Als kleeren die noyt voegen,
Als oorspronck van oorlogh
Als 't hart sonder vernoegen,
Als het pit van bedrogh
Het zijn // van 's Werelts schijn,
Is als Vliegh by de Spin
Als sangh van Merimm.
6. Als bobbels by de winden,
Als Iesabel te thoon,
Als inde noot de Vrinden
Als Absaloms hayr schoon.
Waer sijn nu Sampsons krachten,
Alexanders gebiet?
Waer zijn Achabs geslachten?
Al 't Werelts gaet tot niet.
Verlaet // hierom en haet,
| |
[pagina 29]
| |
Wilt ghy Godtvruchtigh zijn
Al 't Werelts niet en schijn.
7. O Jesu! wilt bevrye
De werelts Minnaers dwaes
Van 's werelts Loterye
Van Satans strick en aes;
Dat sy het werelts leven
Sonder om-sien vertreen,
Dat zy aen u trouw geven
De krachten, ziel en le'en.
Toont haer // u aenschijn klaer
O Jesu! tot haer loon,
En geeftse 's Hemels throon.
|
|