Bloem-hof, verciert met geestelijcke lof-sangen
(1659)–Albertus Buitendyck– Auteursrechtvrij
[pagina 342]
| |
Op de voorgaende Wijze:1. EY! volght Martinum na,
Die zijne in armoeden.
Wilt defen helpen dra,
En wilt u haestigh spoeden,
En wilt u niet verschoonen;
U aelmis ende deughdt
Sal Jesus daer na toone,
En geven 's Hemels vreughdt.
2. Sint Maertijn, waerde man,
Van Jesu wilt begeeren
Voor ons, dat noyt Satan,
Ons hind'ren mach of deeren:
En boven alle saecken,
Dat wy in 's Hemels landt
By u alle geraecken,
Dit smeecken wy, ô Sant!
3. O Jesu! t' is ons leet,
Gelijck wy al beklagen
Dat wy hebben besteedt,
In boosheydt veele dagen,
Als nu met hart en sinnen
Hoopen uw', met Maertijn
Altijdt trouw te beminnen,
Sonder bedrogh of schijn.
|
|