Bloem-hof, verciert met geestelijcke lof-sangen
(1659)–Albertus Buitendyck– Auteursrechtvrij
Wijze:
| |
[pagina 257]
| |
Ia meer als Mammoms-Slaven
Slooven om gelt, of schat,
2. Sint Werver heeft geloopen,
(In Engelandt geteelt)
Om Hollandt te ontknoopen
Aen Satans strick gezeelt.
3. Godt had in 't hart geschooten
Pijlen van Zielen-brandt;
Sonder om-sien verstooten
Heeft hierom rust en landt.
4. Van Willibrodt gesonde
Niet verr' van Medenblick:
Als een Engel terstonde
Hier arbeyt sonder schrick.
5. Al heeft de Vriesen Koningh,
(Wiens ziele Satan hadt)
Radbout, Kasteel en Wooningh,
En Hof in dese Stadt.
6 Geen vyer, geen swaert, geen lijden
Sijn ziele-brandt uyt-blust.
Krachten, wijsheydt en tijden
Bestede hier met lust.
7. Bid-plaets om Godt te loven,
Werver by Hoven bouwt:
Waer van daen Wervers-hoven
De naem heeft, en behout.
8. Daer-na na Goods begeere
Gelderlandt, Westervoort,
| |
[pagina 258]
| |
En Elste komt bekeere,
Door Afgod'ry versmoort.
9. Als een Engel met vreughden
Ontfangen is aldaer.
In hem zien al de deughden
En tekens wonderbaer,
10. Haer doode-ziele leven
Ontfangen door sijn leer:
Haer duysterheyt verdreven
Heeft als een Maen, ja meer.
11. Satans-banden los maeckte;
Maeckt d' arme ziele rijck:
Tot kennis Goods geraeckte,
Sy leven deughdelijck.
12. d' Engelen sijn ziel dragen
Met vreucht in 't Hemelrijck,
Twee Koeyen voor een wagen
Tot Elsten brengen 't Lijck.
13. Van 't geloof Wervers-Hovers
Wijckt niet, noch van Patroon.
Weest sijn eer noch feest
rovers, Leeringe.
Volght hem met ziele schoon.
14. d'Apostel van dees Lande,
Sint Werver! krijght ons dit:
Dat wy in liefde branden,
Daer na 's Hemels besit.
|
|