Bloem-hof, verciert met geestelijcke lof-sangen
(1659)–Albertus Buitendyck– Auteursrechtvrij
Wijze:
| |
[pagina 119]
| |
V Zoon aen 't Cruys verheven,
By 't Cruys ghy blijft, en staet
Tot 't eynde van sijn leven,
Wie dat vlucht, wie dat gaet.
U Hart, u Hart
Wordt door uwe Soons Smart
En doodt gewont
Aen sijn Kruys ghy stondt,
Aen sijn Kruys ghy stondt.
2. In geen van al sijn leden,
Een lidt geheel ghy vindt;
Dit heeft u hart door-sneden.
U Zoon ghy meer bemint
Als d'Appels van uw' oogen.
Ghy ziet sijn armen teer,
Als Peezen van de boogen
Gespannen; ja veel meer.
U Hart, u Hart
Wordt door uwe.
3. Ghy ziet dat uyt zijn handen,
En leden alle vloeyt,
En stroomt 't bloedt. En sijn schanden
U meer als eyge moeyt.
Ghy meer u Zoon beminde,
Als Ionathan David.
Ghy voelt hoe fel de winden
Door-snijden lidt by lidt.
U Hart, u Hart
Wordt door uwe.
4. Zijn doodelijcke wonden,
Zijn naecktheyt, en zijn pijn,
Zijn leet u hart door-gronden.
| |
[pagina 120]
| |
Sijn smarte d'uwe zijn.
Sijn leven is u leven,
Dat hem wordt aengedaen
Dat blijft met swaerde seven
In u Moeders hart staen.
U Hart, u Hart
Wordt door uwe.
5. U Moeders hart geslooten,
En ziel in sijn hart is;
Wie dat hem heeft verstooten,
Die raeckt u hart gewis.
Ghy hoort u Soone klagen
Van sijn dood'lijcke dorst;
Die noyt sprack in sijn plagen;
't Schijnt dat u hart heel borst.
U Hart, u Hart
Wordt door uwe.
6. Als ghy u Godt hoort seggen:
Vrouw ziet u Kindt (Sint Jan)
Dese droefheydt uyt-leggen
Geen tongh, noch penne kan.
Als ghy u Al moet derven,
V leven dat is doodt.
Godt bewaert u van 't sterven:
Hy sterckt u in de noodt.
U Hart, u Hart
Wordt door uwe.
7. Princes der Martelaren,
U liefde vlammen groot
Geen Zee kan met sijn baren
Uyt dooven, noch de doodt:
Want u Soons Lijck gehangen
Een tijdt aen 't Kruys heel bloot,
| |
[pagina 121]
| |
Ghy hebt daer van ontfangen,
Ghy stelt in uwe schoot.
U Hart, u Hart
Wordt door uwe.
8. O Maeght! o zee vol rouwen!
Uw' eyge vleysch en bloedt
Wilt ghy niemandt betrouwen,
U liefde trouw dit doet.
In 't graf laet ghy 't Lijck stellen;
Hoe 't Swaerdt u hart door-snijt
Ghy wilt Godt geen Wet stelle,
Noch tegen Godt ghy strijdt.
U Hart, u Hart
Wordt door uwe.
9. O Moeder Goodts! laet blijcken
In my u liefde brandt.
Wilt van my niet afwijcken
Als pijn, of doodt my tant.
Van 't quaedt wilt my beschermen,
Hier om voor u ick kniel.
Ontfanght my in u ermen,
Geeft rust mijn naeckte ziel.
U Hart, u Hart
Wordt door uwe Soons Smart
En doodt gewont
Aen sijn Kruys ghy stont,
Aen sijn Kruys ghy stont.
|
|