Bloem-hof, verciert met geestelijcke lof-sangen
(1659)–Albertus Buitendyck– Auteursrechtvrij
Wijze:
| |
[pagina 61]
| |
En reynheydt van Sint Aeght.
2. O Maeght en Martelersse!
In mijnen strijdt en noodt
Weest mijnen voorsprakersse.
Staet mijn by Patronersse
Van nu tot in de doodt.
3. Pest, Brandt, al Godes plagen
Van ons Landt, Maget reyn:
Wilt verdrijven en jagen.
Krijght dat wy Godt behagen:
En namaels 's Hemels pleyn.
4. Boven al 's wereldts staten.
Iesu, ick uw' bemin,
Geeft dat ick al mach haten,
Verwinnen, en verlaten
Dat 't hart verblindt, en zin.
|
|