Bloem-hof, verciert met geestelijcke lof-sangen
(1659)–Albertus Buitendyck– Auteursrechtvrij
[pagina 32]
| |
Wijze:
| |
[pagina 33]
| |
Gaet van hier spijs der dooden;
U beloften u nooden,
'k Verfoey met vol verstandt.
5. Mijn Bruydegom verkoore,
Uyt een Maeght is geboore,
Zijn Vader kent geen Vrouw;
Is edel, schoon, rijck, krachtigh,
Wijs; Zoon van Godt Almachtigh,
De'es schoonste heeft mijn trouw.
6. Al d'Engelen hem dienen.
Tot my de Seraphienen
Gestuert heeft 's Hemels goedt.
Zijn trouw heb ick ontfangen,
Getekent heeft mijn wangen
Met sijn onnoozel bloedt.
7. Noyt, zal ick hem verlaten
'k Acht u goedt, staet en praten
Als Doorens, Kaf en Stanck.
Dat hy zoo wordt verstoote,
Dat heeft hem zoo verdroote,
Wordt hierom suf en kranck.
8. Als zijn Vader 't verstonde:
Haer nae de Rechter sonde;
Die haer voor oogen houdt:
Zoo ghy niet eert d'Afgode
Ick sal u late doode;
Of trouwt dees rijcke heldt.
9. Doodt, noch mensch haer doet vreeze.
Naeckt en bloodt wordt verweeze
Na een bordeel te gaen.
Christus bedeckt haer leden
Met hayr, en 's Hemels kleden,
Die d'Engel haer brocht aen.
10. De Vryer hier t'onteeren
Socht, Agniet, Bruydt des Heeren,
Tegens Goods wil en Wet,
| |
[pagina 34]
| |
Van d' Engel is geslagen;
Al weenen, die 't Lijck sagen.
Verrijst door haer gebedt.
11. De booze en de quaden
Roepen: Rechter wilt braden
Dees Tooveners met 't vyer.
Dit vyer verslindt veel boozen.
Zy wandelt als op roozen
Vol troost met groot playsier.
12. 't Vyer verliest al zijn krachten.
De Beul met volle machten
Door d' Hals van Agnes, 't Lam
Steeckt, boort sijn scherpe degen.
Twee kroonen door Goods zegen
In 's Hemels vreught bequam.
13. Agniet, oudt derthien
Iaren Leeringe.
Leert hoe ghy zult bewaren,
Maeght! Uwe Maeghde-blom,
Betreedt haer deughde paden.
Leeft na Goods wil en raden,
Dient trouw uw' Bruydegom.
14. Agniet, door uw' ghebeden
Krijght dat ick ziel, en leden
Gebruyck tot Godes lof:
Dat ziel en vleesch kan smette,
Wilt dat van mijn belette.
Krijght mijn ziel 's Hemels hof.
|
|