Het calvinisme in de spiegel van de Zuidnederlandse literatuur der Contra-Reformatie
(1942)–W.J.C. Buitendijk– Auteursrecht onbekendW.J.C. Buitendijk, Het calvinisme in de spiegel van de Zuidnederlandse literatuur der Contra-Reformatie. J.B. Wolters' Uitgevers-Maatschappij, Groningen / Batavia 1942
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S.Ned. 41 0400
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Het calvinisme in de spiegel van de Zuidnederlandse literatuur der Contra-Reformatie van W.J.C. Buitendijk uit 1942.
redactionele ingrepen
p. 262, 263, 298, 299: In de digitale versie kan een accolade verspreid over meerdere regels niet weergeven. Daarom is de accolade met bijbehorende tekst op elke regel herhaald.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. IV, X, 84 en 370) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
HET CALVINISME IN DE SPIEGEL VAN DE ZUIDNEDERLANDSE LITERATUUR DER CONTRA-REFORMATIE door Dr. W.J.C. BUITENDIJK
f 6,90*
BIJ J.B. WOLTERS' UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ n.v.
GRONINGEN - BATAVIA - 1942
[pagina II]
BOEKDRUKKERIJ J.B. WOLTERS' U.M.
[pagina V]
Inhoud.
Blz. | |
INLEIDING. HET KATHOLICISME IN DE 16e EN 17e EEUW, INZONDERHEID IN DE ZUIDELIJKE NEDERLANDEN | 1 |
Hoofdstuk I. De Contra-Reformatie | 3 |
Partijdige beschouwingen, 3 - Eisen van objectiviteit, 4 - De naam en het begrip der Contra-Reformatie, 6 - Drie phasen, 8 - Invloed van Ignatius' Exercitia Spiritualia, 9 - Bezwaren daartegen, 12 - Aanvang der C.-Ref. in de Z. Nederlanden, 13 - De kracht van haar organisatie, 14 - Bul van Paulus IV, 15 - Definitieve zegepraal, 16 - Hervorming van de clerus, 18 - Godsdienstig leven onder de leken, 20 - Schaduwzijden, 21 - Jansenistische onderstroom, 22 - Invloed op het volkskarakter, 23. | |
Hoofdstuk II. De Barok | 24 |
Barok-‘mode’ 1915 - '25, 24 - Geringschatting door Dilthey, 25 - Waardering beïnvloed door het Expressionisme, 26 - Winst van de barokstudie, 27 - Zuid-Nederland als barokland, 28 - Verschil met het Noorden, 30 - Uitgangspunt de beeldende kunst, 31 - Vier verbindingsschakels met de literatuur, 31 - Walzel's ‘wederzijdse belichting’ verworpen, 33 - Overeenkomst in geestelijk gehalte, 34 - Het heroïsche, 34 - Het erotisch-mystike, 35 - Reactie tegen de Hervorming, 36 - Nieuwe stoffen, 37 - Contrareforma-torische kunst tegenover kunst der Reformatie, 38 - Rooms annexionnisme, 39 - Betekenis van het Calvinisme voor de kunst, 40 - De kunst der C.-Ref. in de spiegel van het Calvinisme, 42 - Barokke en Puriteinse kunst, 42 - De Z. Ned. literatuur als barokkunst, 44 - Expansie van de Barok in Lutherse en Calvinistische landen, 15 - De levens- en wereldbeschouwing als cultuurvormend element, 46 - Expansie slechts der Woordbarok, niet der Beeldbarok, 47 - Uiterlijk der barokboeken, 48 - Voorbeelden van Z. Ned. barokliteratuur, 49 - Vroege Barok of Contra-Renaissance, 50 - De Barok heeft een aversie van het Protestantisme, 51 - Allegorie der Ketterij, 52. | |
Hoofdstuk III. Polemische Bedrijvigheid | 55 |
Polemiek als uiting der C.-Ref., 55 - Het werk van Dr. P. Polman, 55 - Drieërlei methode van polemiek, 56 - Gereformeerd synodaal verweer, 58 - Wetenschappelijke activiteit in de 16e en 17e eeuw, 59 - Tweederangs polemiek, 60 - De Bossche kettingpolemiek, 60 - Gevaren van de schriftuurlijke en de historische methode op Rooms standpunt, 62 - Verschil tussen de vroegere en de hedendaagse polemiek, 63 - Realiteitszin der 17e-eeuwse Calvinisten, 63 - Organisatie der polemiek, vooral bij de Jezuïeten, 64 - Kenmerken van de Polemische Poëzie, 66 - Polemische Poëzie der C.-Ref. in Italië, Spanje, Frankrijk en Duitsland, 67 - In het Noorden, 68 - |
[pagina VI]
Stalpart van der Wielen, 68 - Extractum Katholicum, 69 - Jan Vos' Steekdichten, 73 - Satire en polemiek van den Roomsen Vondel, 77 - Zijn allegorische figuraties, 78 - In het Zuiden afzijdigheid van Guilliam Ogier, 80 - Het Geestelijk Toneel en de polemiek, 81 - Anti-ketterse stemming in de 18e eeuw, 82 - Vergelijking van ‘geuzen’-satire en ‘papistische’ satire, 82. | |
HET CALVINISME IN DE SPIEGEL VAN DE ZUIDNEDERLANDSE LITERATUUR DER CONTRA-REFORMATIE | 85 |
Hoofdstuk I. Anna Bijns | 86 |
Drie redenen waarom zij hier behandeld wordt, 86 - Twee karakteristieke trekken in haar kettersatire, 88 - De wereldlijke liefde van Anna Bijns, 89 - Haar haat tegen Luther, 91 - Veronachtzaming van Calvijn e.a. ketters, 92 - Vergelijking met Daniel von Soest en Thomas Murner, 93 - De schematische ketterpsychologie, 94 - Woordspelingen, 95 - Generaliserende tendenz, 95 - Vereenzelviging van Renaissance en Reformatie, 97 - A. Bijns' invloed op het nageslacht, 98. | |
Hoofdstuk II. Cornelis Everaert | 100 |
Uiteenlopende oordeelvellingen over zijn religieuze opvattingen, 100 - Poging tot kenschetsing van zijn persoonlijkheid, 102 - Een ‘modern’ mens of een conservatieve Middeleeuwer? 104 - Vermenging van het heilige en het burleske, 105 - Snel in vergetelheid geraakt, 107 - Tspel van de Wellecome vanden Predicaren, 108 - Tspel van dOnghelycke Munte, 109 - Tspel van den Nyeuwen Priestere, 110 - Lof van het priesterschap en kritiek op de priesterschap, 110 - De zot met de marot, 110 - Tspel van den Wynghaert, 112 - Everaert geen inquisitievriend, 114 - Samenvattend oordeel, 115. | |
Hoofdstuk III. Katherina Boudewijns | 116 |
Meer Middeleeuws dan Anna Bijns, 116 - Het Katholicisme in het defensief, 117 - Verontwaardiging over de Brusselse Calvinisten, 117 - Het zinnespel Liefde ende Eendrachticheyt, 119 - De armoede als remedie, 119. | |
Hoofdstuk IV. Politieke Balladen, Refereinen, Liederen en spotgedichten der 16e Eeuw | 121 |
Gentse historieliederen, 121 - Columbanus Vrancx, 121 - De Calvinistische duivelskermis te Gent, 122 - Louys Heyndricx, 123 - Een kettercatalogus, 123 - Gereformeerd Farizeïsme, 123 - Het Calvinistische Beelsebubs Testament, 124 - Heyndricx' parodie er op, 126 - Zijn andere satiren, 128 - Laster omtrent Lucas d'Heere, 129 - Aantijgingen tegen Petrus Dathenus, 130 - Schijn-Calvinisten, 132 - De hel in de satire, 132 - Woordspelingen, 133 - Vergelijking met het Geuzenliedboek, 133 - Irenisch Christendom in beide kampen, 134 - Verwantschap met de Libertijnen, 135. | |
Hoofdstuk V. Verspreide Stukken (1566-1600) | 137 |
Het Roomse Adieulied Beclach der Guessen, 137 - Andere adieuof oorlofliederen, 139 - Satire op het psalmgezang, 140 - Tendentieuze voorstellingen, 141 - Eenen poeetschen Dialogus genaempt Calvinus, 142 - De historische entourage van dit stuk, 142 - Een aanslag op 's-Hertogenbosch? 143 - Joannes Vladeracken de auteur? 143 - Variatie op de duivelsatire, 144 - Bloemlezing er uit, 144 - Kalverallegorie, 148 - Vant Swingelsche Calff, 149. |
[pagina VII]
Hoofdstuk VI. Claude de Clerck | 150 |
Een cultuurpauze omstreeks 1600, 150 - Columbanus Vrancx, 150 - J. David en Fr. Costerus, 151 - De Clerck, Iepers rederijker, 151 - Zijn samenspraak 't Guesen ghejanck, 152 - Parodie op Psalm 130, 152 - Geheime predikaties, 153 - Nog een kalverallegorie? 154. | |
Hoofdstuk VII. Richard Verstegen | 155 |
§ 1. Inleiding. Zijn levenswerk | 155 |
Zijn Gelders-Engelse afkomst, 156 - Vlucht uit Engeland, 157 - Te Parijs en te Rome, 157 - Zijn Typus Ecclesiae Catholicae, etc., 158 - Zijn Theatrum Crudelitatum Haereticorum, 158 - Beoordeling er van, 160 - Geheim agent, 161 - Politiek agitator in de Engelse Erfopvolgingsstrijd, 161 - Stichtelijk auteur, 162 - Archaeoloog, 162 - Sedert 2e huwelijk vernederlandst, 163 - De Spiegel der Ned. Elenden, historisch overzicht van het tijdvak 1559-1621, 163 - Het politiek-theologische tractaat Oorloge, 164 - Zelfbewust strijder der C.-Ref., 166 - Zijn levenseinde, 166 - Slotkarakteristiek, 166. | |
§ 2. De Characteren | 167 |
Het ‘karakter’ als literair genre, 167 - Verwantschap van V. met Sir Thomas Overbury, 168 - Anti-Calvinistische geest, 169 - Het thema der onzichtbare Geuzenkerk, 170 - Het thema van de Bijbelzuster, 171 - Oudtestamentische namen, 172 - Het thema van den gepredestineerden dief, 172 - Omwerking door Dirk Schelte, 173 - Achttiende-eeuwse Fijnencaricatuur, 174 - Een leerschool der deugd, 176. | |
§ 3. Epigrammen en Epitaphiën | 176 |
Drie bundeltjes, 176 - Het genre van het satirische puntdicht, 177 - Martialis als voorbeeld, 178 - ‘Scherpsinnighe concepten’ (concetti arguti), 180 - Het conceptisme als barokverschijnsel, 181 - Anti-Calvinistische geest, 182 - De geuzenpredikant, 183 - De Bijbelzuster, 185 - De Bijbelbroer, 186 - Het sectarisme, 186 - Praedestinatiebestrijding bij Vondel en Verstegen, 187 - Anecdotisch karakter van de 2e bundel, 188 - Het vagevuur, 190 - Mis en Avondmaal, 190 - Engelse Puriteinencaricatuur, 191 - Grafschriften op Calvinistische leiders, 192 - Op Calvinistische typen, 193 - Datering van de 3e bundel, 194 - Biddagen, 195 - Puriteinen, 195 - Calvijn, 196 - Vergelijking van Verstegen met Marnix, 197 - Eigentijdse kritiek van Anna Roemers Visscher, 198. | |
§ 4. Andere contrareformatorische werkjes | 199 |
Oorspronck ende Teghenwoordighen Staet, 199 - Over vier soorten Calvinisten, 201 - Een Calvinistisch verweerschrift, 203 - Nog een verdediging van Calvijn, 204 - De Gazette van Nieuwe-Maren, 205 - De vroegste geschiedenis van de courant, 205 - De gefingeerde krant, 206 - Navolging van Overbury, 206 - Beoordeling, 207 - Van Rome naar Utopia, 208 - Orgels in de kerk, 209 - Lauwheid ter zake van de zending, 210 - Slijkgeuzen, 211 - Decadentie van de geuzerij in het Zuiden, 211 - De naam Calvinist, 211 - De Paus-Antichrist, 212 - Anti-clericale spreekwoorden, 212 - Een stichtelijk ‘steekboekje’ van Joannes David, 213 - Verstegen's glossen op spreekwoorden, 214 - Koperen zielmissen, |
[pagina VIII]
215 - Eenen Gepredestineerden Cappuyn, 217 - Jan Josepsens Droom, 219 - Klachten over de nederlaag bij Lutter, 219 - Abr. Verhoeven's Nieuwe Tijdingen, 220 - Pro en contra in zake de Hollandse strooptocht van 1622, 220 - Den Wetsteen des Verstands, 223 - Medicijnen tegen de melancholie, 223 - Melancholie een internationaal barokverschijnsel, 223 - Een dialoog met ‘quodlibeten’, 225 - Verstegen als vergeten auteur, 226 - Moderne oordeelvellingen, 226 - Een Verstegen zonder harnas, 227 - Gebrek aan gevoel, 228. | |
Hoofdstuk VIII. Justus de Harduijn | 229 |
Zijn levensloop, 229 - Een Roomse Luyken, 230 - Van wereldlijke tot geestelijke Eros, 230 - Geen ketterjager, 232 - Verdediging van de heiligen, 233 - Verdediging van het Sacrament des Altaars, 234. | |
Hoofdstuk IX. Het Geestelijk Liedboek | 237 |
Jezuïetencatechisaties en catechisatieliederen, 237 - De twee bundeltjes geestelijke liederen gedrukt bij Jan Maes(?), 239 - De Roomse kerk onder het kruis, 239 - Fictieve drukkersadressen, 240 - Reminiscenties aan het Wilhelmus, 242 - Sekere Nieuwe Liedekens, 243 - Een beurtzang, 243 - Een verweerdicht tegen een Geuzenlied, 245 - Varietas delectat in de bundel Drie Vraegh-liedekens, 246 - Op de wijze van het Wilhelmus, 246 - Gereformeerd ‘Apenspel’, 248 - Ontstaansgeschiedenis van de eigenlijke vraagliederen, en de antwoordliederen van Ds. H. Vogellius, 249 - Het 1e lied over de afval des Pausdoms, 251 - Het 2e over de catholiciteit van de Geref. Kerk, 252 - Het 3e lied over de alleen-zaligmakende kerk, 253 - Benedictus van Haeften's catechisatieliedbundel, 254 - ‘Uwe leer is niet soo puere, valsche ketter!’, 256 - Apologie van reliquieën en beelden, 257 - Het Prieel der Gheestelicker Melodiie, 258 - Betekenis er van, 258 - Catechisatieliedboek der Brugse Jezuïeten, 259 - Bauhuis en De Tollenaere e.a. auteurs, 260 - De Tollenaere als kinderdichter, 262 - L. de Quest, 264 - De naam Rooms, 265 - Een lied ter ere van Ignatius, 266 - De bundel van Nicolaes Jansens van Roosendael, 267 - De bundel van ‘Salomon Theodotus’, 268 - Den Gheestelijcken Nachtegael, 270 - De kwestie van het auteurschap, 272 - P. Maillart als auteur, 273 - Liederen ter ere van Ignatius, 275 - Overmatige geestelijke erotiek, 276 - Het vizioen van Santa Teresa, 278 - Barokgeest, 278. | |
Hoofdstuk X. Adriaen Poirters S.J. | 279 |
Voorgesteld als ‘Brabantse Cats’, 279 - Door sommigen hoger geschat dan Cats, 279 - Anti-clericale verwerping van Poirters, 280 - Roomse reserves tegenover Poirters, 281 - Roomse bewieroking, 282 - Het onderscheid tussen Poirters en Cats, 283 - De barokke vorm van Poirters' geschriften, 285 - Verwantschap met de gelijktijdige barokke schilderkunst, 286 - Naturalistische mystiek en martyriën, 287 - Tranencultus en doodsbespiegelingen, 288 - Zinnelijke hemelvoorstelling, 290 - De triomfante hemelreis, 290 - Effectbejag, 291 - Dichter der Barok, 292 - Karakterverschil tussen Cats en Poirters, 292 - Een ‘goedlachse pater’? 293 - Het Masker en de ketterij, 293 - De triomfdichten over Calloo en St. Omaars, 295 - De Imago primi saeculi S.J., 296 - Poirters' Emblemata in de Af-beeldinghe, 297 - De ‘missio hollandica’, |
[pagina IX]
298 - Poirters' Ecloge, 300 - De H. Maeghet Rosalia, 301 - De marteldood van Margaret Clitherow, 302 - C. Hazart's Kerckelycke Historie dichterlijk geresumeerd, 302 - Luther en Calvijn, 303 - De beeldstormers, 304 - Koningin Elizabeth, 304 - De H. Franciscus de Borgia, 305 - Den Spieghel van Philagie, 305 - Het Heyligh Hof, 306 - Geen kinderen sturen naar het ketterse buitenland, 307 - Poirters, de actieve Jezuïet, 309 - Zijn onbevangenheid, 309. | |
Hoofdstuk XI. Daniel Bellemans | 311 |
Zijn geestelijke erotiek, 311 - Zijn opvatting omtrent de praedestinatie, 313 - Het sacrament van mirakel te Brussel, 313 - De bron van zijn afkeer van de ketters, 314. | |
Hoofdstuk XII. Lambertus Vossius (?) | 315 |
Zijn Verzamelde Werken een mystificatie, 315 - Het aandeel van zijn vrouw Petronella Keysers, 316 - De Brugse Hemelspraken, 316 - Het 4e spel, 317 - Het 3e spel, 318. | |
Hoofdstuk XIII. Cornelio de Bie | 320 |
Karakteristiek, 320 - Zijn liedboekje Den Groeyenden Lierschen Blomhof, 320 - Zijn moralistisch werk, 321 - Faems Weergalm, 321 - De legende van Calvijn's dood, 322 - Echo's Weder-klanck, 324 - Florimond Remond, 325 - Het Jansenisme bestreden, 326 - Den Spiegel vande Verdrayde Werelt, 326 - Een ‘Helse Vertoning’, 327 - Zijn dramatisch werk, 329 - De Bie's grofheid, 330 - De klucht Vanden Subtylen Smidt, 331 - De klucht van Hans Holblock, 332 - Conclusie, 335. | |
Hoofdstuk XIV. Michiel de Swaen | 336 |
Zijn plaats in de literatuurgeschiedenis, 336 - Barok en Romantiek, 337 - Mystieke erotiek, 339 - Geen kettervriend, 340 - Een antiketters en anti-Engels raadseldicht, 341 - De figuur van Karel V, 343 - Dramatische theorie, 344 - Bespreking van De Zedighe Doot van Carel den Vijfden, 344 - Zijn liefde voor de vrijheid, 347 - Een dubbele peripetie, 348 - Romantisering van de geschiedenis, 348. | |
Bijlage. Een Cluchtich Verhael van eenen Gepredestineerden Cappuyn door Richard Verstegen | 349 |
Personenregister | 360 |