‘ja,’ en lacht even. Jo is wel iemand om gecharmeerd op te worden. Jet is in alle opzichten 'n nulletje, vergeleken bij haar!
15 Februari.
'k Heb er Jo op den man af naar gevraagd. ‘Kom,’ zeg ik, ‘wees niet zoo zielloos-flauw - ik belóóf je, het niet over te vertellen - raak je geëngageerd?’
‘Raak je geëngageerd?’ herhaalt ze spottend. ‘'t Lijkt wel zooiets van: zoek-raken?’
‘Nu dan: zal 'k eerdaags de heuglijke tijding vernemen van je verloving?’
‘'t Is doodgewoon iemand, die, vóór mijn pianoles, compositieles neemt’, vertelt ze onverschillig. ‘Hoe kòm je er toch op, dat er iets bizonders is tusschen hem en mij?’
‘Tjakkie, 'k ben geen klein kind; 'k heb toch óógen! ik steek ze heusch niet in m'n zak, hoor!... Ik zag je wel kleuren verleden week bij die ontmoeting!... Nou hoor! En nu weer dat gesprek gisteravond met Vader; 't had allen schijn, dat 't heel belangrijk was.’
‘Ik kan best iets te bespreken hebben, wat jullie niet allemaal aangaat? M'n examen is immers op handen?’
‘Je examen wordt genoeg besproken, waar we bij zitten; 'k zou niet weten wat er nog verder over te boomen viel.’
‘Ik had 't toch daarover.’
‘En over de rest, hè?’
Jo houdt zich doodkalm. Ik wind me op: ‘In-flauw, 't me niet te vertellen. Als 'k er niemendal van wist, zooals Truus bijvoorbeeld; maar nu... Enfin, zeg je 't niet van harte, hou dan je geheimen voor je... Als 'k er echter op 'n goeien dag wat uitflap, in tegenwoordigheid van de hééle familie, over de hofmakerij van