Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie
(2008)–Geert Buelens– Auteursrechtelijk beschermdGeert Buelens, Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie. Vantilt, Nijmegen 2008 (derde druk)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie van Geert Buelens in de derde druk uit 2008. De eerste druk dateert van 2001.
redactionele ingrepen
De eindnoten zijn in deze digitale editie direct bij de bijbehorende nootverwijzingen geplaatst. De volgende pagina’s zijn hierdoor komen te vervallen: 1129, 1130, 1131, 1132, 1133, 1134, 1135, 1136, 1137, 1138, 1139, 1140, 1141, 1142, 1143, 1144, 1145, 1146, 1147, 1148, 1149, 1150, 1151, 1152, 1153, 1154, 1155, 1156, 1157, 1158, 1159, 1160, 1161, 1162, 1163, 1164, 1165, 1166, 1167, 1168, 1169, 1170, 1171, 1172, 1173, 1174, 1175, 1176, 1177, 1178, 1179, 1180, 1181, 1182, 1183, 1184, 1185, 1186, 1187, 1188, 1189, 1190, 1191, 1192, 1193, 1194, 1195, 1196, 1197, 1198, 1199, 1200, 1201, 1202, 1203, 1204, 1205, 1206, 1207, 1208, 1209, 1210, 1211, 1212, 1213, 1214, 1215, 1216, 1217, 1218, 1219, 1220, 1221.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (38, 440, 508, 1114, 1222, 1274, 1311, 1312) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
Van Ostaijen tot heden
[pagina 3]
Geert Buelens
Van Ostaijen tot heden
Zijn invloed op de Vlaamse poëzie
Deel 1
Uitgeverij Vantilt
[pagina 4]
Eerste druk: mei 2001 |
Tweede druk: augustus 2001 |
Derde druk: januari 2008 |
isbn 978 90 77503 63 8
© 2001/2008, uitgeverij Vantilt, Nijmegen & Geert Buelens, Amsterdam/Antwerpen
Boekverzorging Martien Frijns
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
[pagina 5]
Inhoud
Inleiding [13]
epigoon versus beïnvloed dichter [14] - always Van Ostaijen [15] - een klein-Nederlandse onderneming [16] - Intermezzo: waarin de Poëticastudie het aan de stok krijgt met de Culturele Studies [17] - de Hollandse Variant [19] - de bijsluiter [20]
Hoofdstuk 1 [21]
Een uitzonderlijk geval van ruggengraat - theoretische back-up
§ 1.1
Zoals het nooit is geweest: de historische invloedenstudie
invloed [23] - anxiety of not being influenced [24] - back through the future: heden bepaalt verleden [25] - de schok der herkenning [26]
§ 1.2
Zoals het nooit kan zijn: de wetenschappelijke allures
de wetten van de empirie en de hermeneutiek [27]
§ 1.3
Zoals het alsnog gereconstrueerd wordt: het poëtica-onderzoek en het materiaal
poëticastudie [29] - de rol van het veld [30] - het materiaal [31] - wat, waar & hoe is het gedicht? [34]
§ 1.4
Zoals het altijd zal zijn: Paul van Ostaijen in de Vlaamse poëzie
constanten [35] - inlijving [37]
Hoofdstuk 2 [39]
Paul van Ostaijen 1916-1928
§ 2.1
Streven naar een eigen leven - de voorgeschiedenis
maak alles nieuw (1) [39] - in den beginne was Gezelle [40] - de Vlaamsche Beweging & Rodenbach [43] - Rooses versus De Mont [43] - Van Langendonck & Van Nu en Straks [45] - Van de Woestijne & Van Nu en Straks [46] - cultuurkritiek in Van Nu en Straks [47] - ‘De geschiedenis van het gedicht’ (Van de Woestijne) [48] - Van de Woestijne en de noodzakelijke, zuivere lyriek [51] - verzuiling & stagnatie [53] - De Boomgaard: bijna beweging [53] - een land gebouwd op tegenstellingen [56] - nieuw tegen oud: more brains? [57] - 1914: activisme versus passivisme [59] - de explosie van de internationale avant-garde [59] - de avant-garde en de oorlog [60] - intussen te Vlaanderen [60]
[pagina 6]
§ 2.2
1916-1921: de avonturen van een puberteitsbegaafdheid
§ 2.2.1
1916-1918: de kringen naar buiten
april 1916: Dublin, Zürich, Verdun, Berlijn [62] - Music-Hall: de synthese van het al [64] - de twee snelheden van ‘Over dynamiek’ [66] - de gemoedsdrang en het verstand van een solipsistisch humanitair [68] - de ware dichter zijn er twee [69] - O Mensch: het Duitse humanitair-expressionisme [71] - O Mensch in Vlaanderen [74] - Het Sienjaal: kracht van binnen en van buiten [75] - sporen van het werkelijke leven [76] - kantelbewegingen [79] - scheppen uit noodzaak (1 & 2) [80] - gemeenschapskunst [84] - een vorm als een meeslepende golf [84]
§ 2.2.2
1918-1921: de kringen naar binnen
§ 2.2.2.1
1918-1919: revolutie - resonantie - vlucht naar voren, binnen of boven?
Naar Berlijn! (het activisme en het einde van de oorlog) [86] - Een eerste epigoon? (Burssens' Verzen) [88] - revolutie in Berlijn [92] - de avant-garde en de revolutie [93] - Dada Berlin [94] - het begin van het einde van het ik [96] - de eenzaamheid des dichters (1856-1920) [98] - de fantastiek van ‘Gnomedans’ [101] - A Portrait of the Artist as De Jongen [105] - meersporenbeleid [106] - intussen te België (1): de naoorlogse politiek [108] - (2) moderne(re) kunst [110] - er kome: Ruimte [113] - een nieuwe epigoon? (de jeugdverzen van Brunclair) [113] - het vreugdevuur van Moens [114] - Van den Wijngaert belijdt zijn geloof [115] - in de schaduw (Verzen van Paul Verbruggen) [116] - Oriëntalisme (Van Ostaijen, Pound, Burssens' De Yadefluit & Klabund) [118]
§ 2.2.2.2
1920-1921: op de hoogvlakte
de stand der moderne dingen [124] - weg met het ik (De Feesten van Angst en Pijn) [125] - liederen van het betrekkelijke leven (Bezette Stad) [128] - Van Ostaijen & Herman van den Reeck [131] - Gijsen & Van den Reeck (het vroege werk van Gijsen) [132] - Moens & Van den Reeck (het vroege werk van Moens) [134] - Pijnenburg & Van den Reeck [139] - Van den Aker & Van den Reeck (Wijding. Muziek der sferen) [140] - Burssens & Van den Reeck (Liederen uit de stad en uit de sel) [141] - Brunclair [146] - de typografie van Bezette Stad [149] - de innerlijke klank van het woord [152] - PvO & Apollinaire [153] - een muur van onbegrip (de receptie van Bezette Stad) [157]
§ 2.3
Het expressionismedebat 1920-1923
Van Ostaijen en het veld [159] - Gijsen contra Van de Woestijne [160] - Van den Oever valt Gijsen bij [161] - Brunclair tegen de inlijving van de modernen [162] - Van de Woestijne reageert [164] - Meyboom slaat terug [165] - De Bock spreekt voor Ruimte [166] - Brunclair over moderne literatuur [167] - Mussche verplaatst het front (contra Van de Voorde) [171] - Coster overschouwt het slagveld [172] - een PS van Mussche contra Moens [173] - de reactie van Moens [173] - Moens & ‘Het nieuwe dichten’ [174] - Muls constateert een malaise, het veld reageert [177] - Van de Voordes plaatsbepaling [178] - Coster en Moens reageren [180] - Van de Voorde: ritme & beeld [181] - modernistische klopjacht? [184] - Brunclair entert De Stem
[pagina 7]
met ‘Avendlanders’ [185] - Moens' zelfverweer vanuit het wijwatervat [186] - Van de Voorde offreert godsvrede [187] - Brunclair weigert [190] - en Van Ostaijen? [192] - ‘Modernistiese dichters’ [193] - conceptie & techniek [194] - les 1: verras je publiek [195] - les 2: ethos ≠ ethiek [197] - les 3: wees niet expliciet, wees geontindividualiseerd [198] - les 4: individueel ≠ individualistisch [201] - nog altijd: dichten vanuit noodzaak, het noodzakelijke gedicht [203] - hoe het moet [204] - maar vooral: hoe niet [205] - Van Ostaijen tegen het veld [208]
§ 2.4
Een fonteintje of een koude douche? Van Ostaijen, Burssens en Minne 1921-1925
exaltatie en ontnuchtering [209] - 't Fonteintje [211] - opnieuw: polemiek [213] - 't Fonteintje versus PvO en de andere modernen [215] - de eenzaamheid volgens Minne [217] - PvO & Minne [219] - Van Nijlen & 't Fonteintje [228] - PvO & Burssens (Piano) [229]
§ 2.5
1925-1928: de laatste kring naar binnen
imagoprobleem [235] - ‘een gedicht is opzet’ [236] - rol van bewustzijn [237] - would-be modernisme (deel 1): grenzen aan de vernieuwing? [238] - Eén geval contra: Seuphor [239] - A bas le modernisme métèque (deel 2): hoe vrij zijn vrije verzen? [240] - Deel 3: wees eerst dichter (het belang van techniek) [241] - Deel 4: beeldgebruik [241] - Deel 5: emoties in het leven, gevoel in de kunst [242] - Deel 6: het gedicht, niet de dichter [242] - Eén geval pro: Verbruggen, sober & organisch [243] - PvO & het surrealisme [246] - PvO & Reverdy [250] - PvO & Cocteau [253] - een unieke cocktail (het recht op beïnvloeding) [253] - het onzegbare (PvO & Gezelle) [255] - Platonisch-pessimisme (het Bruegelessay) [256] - het publiek (PvO & Wies Moens) [257] - de laatste kring naar binnen (poëtische en sociale onthechting) [258] - the price of experience (poëzie en het leven) [260] - vormeloze puberteitslyriek (PvO & Marnix Gijsen) [261] - de erfzonde van het realisme (PvO & Karel van den Oever) [264] - net-niet-passief (PvO & Karel van de Woestijne) [268] - ongrijpbaar, onvatbaar, dwars en mystiek (de positie van dichter en gedicht in de ‘Gebruiksaanwijzing der lyriek’) [272] - de noodzaak van noodzaak [276]
Hoofdstuk 3 [277]
1928-1945 - O, grote miskende. O, immer aanwezige
§ 3.1
Victor J. Brunclair: de volgehouden strijd van een gedoodverfd epigoon
‘In Memoriam’ [278] - De dwaze rondschouw [280] - mimicry [284] - Van Ostaijens grootste fan [285] - Getuigenis [288] - Sluiereffekten [290] - Camera Lucida [292] - Het heilige handvest: een antwoord op Van de Voordes Pact van Faustus [295] - Openbare spreekcel [301]
§ 3.2
Gaston Burssens: het klassieke expressionisme wordt classicistisch
de kapelmeester [305] - Enzovoort [306] - Klemmen voor zangvogels [310] - Paul van Ostaijen, zoals hij was en is [318] - French en andere Cancan [323] - De Eeuw van Perikles [332] - Elegie [337] - 12 Nigger-Songs [338]
[pagina 8]
§ 3.3
De jaren dertig: Van Ostaijenvloedgolf of kerend getij?
godsvrede [340] - een Van Ostaijenepidemie? (Rutten & Grauls) [342] - Willem Rombauts [345] - Frank van den Wijngaert & Maurits van de Moortel [348] - Anton Van der Weyden [349] - meer besmettingsgevallen [350] - Paul Verbruggen: een geval apart [354]
§ 3.4
Echternach à rebours
Van Ostaijen en De Tijdstroom, Vormen en het werk van Buckinx, Verbeeck, Vercammen, De Vree, De Ryck, Decorte en Jonckheere
het neo-humanitair-expressionisme [360] - het vroege werk van Pieter G. Buckinx [361] - De Tijdstroom: een genuanceerd expressionisme [364] - Buckinx & Van Ostaijen (1) [367] - het probleem van de versvorm [368] - Buckinx & Van Ostaijen (2) [368] - Vormen [371] - de zuivere droomlyriek van Buckinx [373] - René Verbeeck [378] - organisch, uit het leven gegrepen [380] - Jan Vercammen [381] - Paul de Vree: vitalisme & vormkracht [383] - Paul de Ryck (1) [387] - Bert Decorte: Rimbaud & Van Ostaijen in één persoon [391] - Karel Jonckheere: een half-modern debuut [398]
§ 3.5
De nasleep van het grote ideaal
Van Ostaijen, de grote ideologieën en Wereldoorlog II
Het werk van Eemans, Moens, Köhler, Grub en Vertommen
avant-garde & ideologie [401] - Marc Eemans: futurist, communist, surrealist en nationaal-socialist? [402] - België in de jaren dertig: het tij keert echt [407] - kunst & ideologie [409] - Wies Moens & het geloof in de Dietsche, Volksche Kunst [411] - Kurt Köhler: activist, communist, viezentist en fascist? [414] - Geert Grub: nog altijd staatsgevaarlijk? [418] - literatuur & Vlaamse Beweging [420] - Karel Vertommen: volks dichter met een Van Ostaijenverleden [423] - Van Ostaijens kritische modernisme [426] - Van Ostaijen & Hitler: één strijd? [427] - collaboratie en accomodatie [430] - het geval Brunclair [431] - Van Ostaijen in de collaborerende pers [432] - Vansina denkt [437] - Westland [437]
Hoofdstuk 4 [441]
Inleiding tot velerlei ideeën: Gilliams & Van Ostaijen
§ 4.1
De eenzame vroegte van een modern romanticus
toen Maurice nog Floris heette [443] - de vroege Gilliams [444] - Van Ostaijen & Gilliams [447] - Gilliams & Van Ostaijen (1) [449] - buiten categorie [453] - beeldgebruik [456] - Eenzame Vroegte & De Flesch in Zee [458] - Het Maria-Leven [463] - Het Verleden van Columbus [465]
§ 4.2
Een landelijk duo in mineur: Gilliams' Van Ostaijen-Idee
Gilliams & Van Ostaijen (2): ‘In Memoriam’ [471] - (3): De Man voor het Venster [472] - (4): een vergeten recensie [474] - Gilliams & Van de Woestijne [475] - tussen PvO en VdW [477] - Gilliams ‘Breugel’: De Braekeleer [479] - over Vlaamse dichters [482] - (5): een lezing
[pagina 9]
voor de Academie [485] - Een bezoek aan het Prinsengraf [486] - De Grote Drie [490] - over het vroege werk [492] - een jong en belangrijk dichter [493] - de oorlog & Bezette Stad [494] - De Feesten van Angst en Pijn [498] - hetzelfde, anders [499] - nog een lezing voor de Academie [502] - de late gedichten [503]
Hoofdstuk 5 [509]
1945-1965 - The Glorious Return of Zot Polleken
§ 5.1
Miskende of legende?
miskend, maar met een reden [509] - Boon pro Van Ostaijen [511] - Boon, Van Snick & Van Ostaijen [515] - de poëtica van Westerlinck [517] - de poëtica van Hensen [521] - de poëtica van Rutten [523] - Van Ostaijen 50 [524] - Daisne, Van Ostaijen & het einde van de poëziegeschiedenis [527]
§ 5.2
Het jongerendebat
kunst en politiek na de oorlog [529] - er kome: een nieuwe generatie [533] - De Haes en Podium [533] - Van Keymeulen en De Faun [535] - Buckinx en Van Beeck tegen het status-quo [537] - Boeckaert, Van Gavere en Arsenaal [538] - Erik Suls [543] - De Vlaamsche Gids leidt het debat [545] - Jan Walravens [547] - Remy C. van de Kerckhove [549] - een nieuwe lading oude opstellen [549] - Walravens & ‘De jonge poëzie in Vlaanderen’ [552] - Frank Gerdels op zoek naar zijn tijd [554] - Golfslag [556] - Erik van Ruysbeek op de wip [565]
§ 5.3
Als Mens was hij niet van deze Tijd.
Van Ostaijen en het werk van Van de Kerckhove, Claus, Cami, Bontridder, Wauters, Walravens, Burssens & Boon
Het vroege werk van Remy C. van de Kerckhove [569] - Van de Kerckhove & Van Ostaijen [575] - een nieuwe jonge god: Hugo Claus [578] - het programma van Tijd en Mens [586] - Claus' ‘Van Ostaijen’-gedicht [587] - Een huis dat tussen nacht en morgen staat [591] - De Blijde en Onvoorziene Week [594] - Paal en Perk [595] - Van Ostaijen & Claus (bis) [596] - tancredo infrasonic [600] - Van Ostaijen & Claus (tris) [604] - De Oostakkerse gedichten [607] - Ben Cami [612] - Albert Bontridder [619] - Marcel Wauters (& Van Ostaijen) [628] - Wauters (& Burssens) [639] - Van Ostaijen in de ‘Phenomenologie van de Moderne Poëzie’ (Jan Walravens) [644] - ‘Ambassadeurs van de stilte’ & ‘Opstandigheid, verrukkelijke arend’ [652] - ‘Van Ostaijen en de paradox van '53’ [659] - Burssens contra Brulez [663] - Burssens & Boon [665] - Burssens & Tijd en Mens [666] - het classicistisch expressionisme [667] - Burssens' apocriefe evangelie [670] - de late poëzie [672] - Boon contra Van Ostaijen [677] - Van Ostaijen in Boons ‘Kleine Eva’ [678]
§ 5.4
De kwadratuur van De Tafelronde
De geluksdichters De Vree & De Roover en de kubistische Van Ostaijen
Boon contra De Tafelronde [687] - De Roover bekeert zich tot het experiment [689] - Het tuinfeest-debat [698] - De Roover: 1 × over poëzie [699] - Karel Vertommen & de traditie [700] -
[pagina 10]
Andries Dhoeve: de man in het midden [701] - De Vree: de vlucht naar voren [704] - de positie van Piet Tommissen [709] - Vital Celen over moderne poëzie [711] - de 55'ers als ware erfgenamen van Van Ostaijen [712] - Claude Corban/Korban [714] - Rudo Durant [720] - Paul Possemiers/Simon Vanloo [725] - Peter Dietrich [729] - Walter On [730] - Paul de Wispelaere, het experiment & de traditie [731] - De Vree & Van Ostaijen [732] - ‘10 jaar apartheidsliteratuur’ [740] - het einde van het isolement [743] - Jan van der Hoeven [744] - Marcel Obiak [747] - De Roover: 2 × over poëzie [749] - De Roover & Van Ostaijen [755] - all that jazz (1) [757]
§ 5.5
Traditie en het neo-experimentele talent: De Meridiaan, De Derde Ruiter, taptoe, gard-sivik & Het Kahier
Het werk van Van Ruysbeek, Van de Kerckhove, Snoek, Gysen, Gils, Pernath & Klein
Rapier: een eerste vergeten epigoon [760] - Paul de Ryck (2) [761] - Van Ostaijens Verzameld Werk: de reactie van Herreman [762] - en Van Herreweghen [764] - Van Ostaijen: een jezuïet? [765] - een nieuwe lectuur van Westerlinck [765]- De evolutie van Van Ruysbeek [771] - Van Ruysbeek en De Meridiaan [774] - Van Ruysbeek contra Jonckheere [775] - Van Ruysbeeks Grondslagen voor een poëzie van morgen [780] - experimentele Verzen [781] - astrale belijdenisgedichten [782] - een onstoffelijke Van Ostaijen [783] - Van Ostaijen & Lissens [784] - het gemodereerde modernisme van Rutten [785] - Buckinx & Van Ostaijen (3) [788] - het neo-expressionisme van Van de Kerckhove [789] - Van de Kerckhove en De Derde Ruiter [796] - een nieuwe Moens? [799] - een nieuwe generatie? taptoe [801] - taptoe contra Daisne [802] - Claus ❤ Von Platen [805] - de neo-experimentele rage (1) [807] - de nadagen van Tijd en Mens [809] - Paul Snoek [811] - gard-sivik & René Gysen [817] - Gysen & Van Ostaijen [820] - Gysen contra/de nieuwe Walravens? [823] - Gust Gils (1): vanuit het niets naar het niets [826] - een a-lyrisch lyricus [833] - een museum zonder collectie [835] - het ‘gedicht’ en de ‘mens’ op drift [837] - niet autonoom [839] - een parabel over Van Ostaijen & de avant-garde [844] - Chris Yperman [847] - Pernath in het spoor van Van Ostaijen? [848] - collega's dandy's [853] - Pernath contra Van Ostaijen? [854] - Klein, Het Kahier & de reine pohesie [855] - Klein & /contra Van Ostaijen [857] - het verisme [862] - Adriaan Peel [865] - Serge Largot [867] - de moord op De Vree [869] - nog meer experimentelen: Bobb Bern [870] - de neo-experimentele rage (2) [874] - met andere woorden: Gysen & Sleutelaar gaan in de tegenaanval [877] - de principes van Christine D'Haen [879] - Van Ostaijen & de canon [884]
Hoofdstuk 6 [887]
1965-1985 - Opstand en berusting
§ 6.1
Gedichten om te horen, gedichten om te zien
Labris, Roggeman, Speliers, Insingel & De Vree
Poëzie in het Paleis [887] - Claus: hoezo, ‘zuivere lyriek’? [892] - Willy Roggeman & Komma [895] - Roggeman, jazz en Van Ostaijen [896] - Labris [902] - De labris-suite [907] -Frans Denissen [912] - Marcel van Maele [914] - Van Ostaijen & metafysica: Annie Reniers [916] - eerst de vent, later de vorm (Hedwig Speliers) [918] - een strijdlustige poëtica [923] - 3 keer Insingel [925] - Insingel, Gilliams & Van Ostaijen [930] - talig en autonoom [935] - werken in serie [939] - Paul de Vree: concreet & geëngageerd [942]
[pagina 11]
§ 6.2
Een nieuwe realiteit achter de woorden
Van Ostaijen en het nieuw-realisme, de Pink Poets, Nolens en Impuls
maak alles nieuw (2) [955] - de experimentele wortels van het nieuw-realisme [955] - Ruimten [957] - nieuw-realistisch protesteren [961] - Van Ostaijen stond in de weg [962] - Gust Gils (2): een proto-nieuw-realist? [963] - de liefde & de taal (Herman de Coninck) [971] - Roland Jooris, een stoel naast de tafel [974] - Van Ostaijen? ‘een prutser’ [978] - de zuivere lyriek van Dirk Christiaens [980] - het fin de siècle begint in 1972 (Pink Poets) [981] - Patrick Conrad maakt een film [983] - en gedichten [986] - Van Ostaijen als dandy (Henri-Floris Jespers) [988] - Nic van Bruggen [990] - de dood van twee Pinks [991] - het ik van de dichter (Leonard Nolens) [992] - Impuls: Adams & Bartosik [995] - het absolute dichterschap van Nolens [1001] - zuiver & mythisch (Roger de Neef) [1004] - is er licht aan het einde van de tunnel? [1005]
Hoofdstuk 7 [1007]
1985-1995 - een postmoderne pol
§ 7.1
‘Waarop, verheven, niets gebeurt.’
Van Ostaijen en het sublieme, onorthodoxe dichten bij Hertmans, Spinoy, Van Bastelaere, Verhelst en Mysjkin
Speliers tegen de nieuw-realisten [1009] - vragen bij het formalisme [1012] - tegen de orthodoxie (Hamelink & Hertmans) [1013] - een subtieler autonomisme [1016] - het structuralisme overwinnen [1019] - Ademzuil [1022] - het verhaal begint met r.i.p. [1027] - Spinoy, de aparte maar (nog) niet avant-garde [1030] - het ‘Breugel-gebeuren’ in De jagers in de sneeuw [1034] - een pragmatische poëtica [1041] - een militant van de limiet: Van Bastelaere in Vijf jaar [1042] - 7 Poëtica's: Hertmans [1044] - Kareltje, Erik & Paul [1046] - Susette [1048] - het sublieme [1050] - verheven Fratsen [1052] - rifbouw (Van Bastelaere) [1057] - afwezig/aanwezig [1060] - de hoogste trap van de extase (Peter Verhelst) [1062] - tekst, lichaam, vampirisme (Jan H. Mysjkin) [1064]
§ 7.2
De competentie van een performer. Van Ostaijen en de publiekstrijd van Lanoye en Joos
Gust Gils (3): proto-performer? [1069] - Lanoye: een dichter is een attractienummer [1072] - Joos & T'Hooft: de feesten van gal en spleen [1076] - een gemiste kans [1079]
Hoofdstuk 8 [1081]
1996 - Ieder zijn Van Ostaijen!
de stadsambtenaar [1081] - meer dan een performer (Tom Lanoye) [1082] - terug naar de aarde (Erik Spinoy) [1084] - (g)een postmodernist (Dirk van Bastelaere) [1086] - een feest van woorden (Hubert van Herreweghen) [1090] - alleen de dichter telt (De Roover) [1091] - een prijzig beest (Gust Gils (4)) [1092] - de cirkel doorbroken (Insingel) [1093] - de actualiteit van de Pinkesthetiek [1096] - een man die hapt naar woorden (Roland Jooris) [1096] - de intertekstuele charlatan (Paul Claes) [1098] - een concreet dichter (typografie & affichekunst) [1099] - de enig ware modernist (Willy Roggeman) [1100] - all that jazz (slot) [1104] - de politiek bewuste
[pagina 12]
Vlaming (Maurits Coppieters) [1104] - ‘Vlaming én Europeër’ [1107] - een repressieve rijkswachter (Marc Reynebeau) [1107] - metafysisch taalfilosoof (Annie Reniers) [1108] - dynamisch of kritisch (Hellemans versus Note) [1108] - de immer beweeglijke (Peter Holvoet-Hanssen) [1109]
Conclusie [1115]
Dankwoord [1127]
Noten [1129]
Bibliografie [1223]
Titelregister Van Ostaijen [1271]
Register [1275]
Nawoord bij de derde druk [1303]