persten zich over zijn ogen, zijn tanden knarsten over elkaar. Door een savanne hotste een jeep. Een voor driekwart blote boezem golfde op en neer. Dunne, met koord omsnoerde polsen. Een hand, om een zware revolver geklemd. Zwarte vlekken, een waas, snel verspringende lichtjes. Vogel kreunde even, kneep met duim en wijsvinger in zijn ijskoude neus. Zijn hoofd gleed weer naar zijn schouder, opnieuw sliep hij knikkebollend in.
Een roffelend aanzwellende fanfare. Vogel knipperde tegen het helle, snel verschokkende witte floers, waar grijze vlekken op sprongen, die deinend wazige, half vage, scherpe contouren aannamen. Een enorm hoofd golfde op hem aan, week weer naar achteren, een machtige schuin opwaarts zwiepende borst blubberde ineen tegen een verfomfaaid kakijasje. Vogel drukte zijn kille armen over zijn buik, trok zijn benen op, wreef over zijn trillende ogen. Een glinsterende half-open mond klampte zich om twee happende lippen. Hoofden doken uit schouders omhoog, armen zwierden in flappende mouwen, stoelen kraakten, schoenen knarsten, een knie bonkte tegen Vogels knie. Hij hees zich moeizaam overeind, een schouder porde in zijn rug, lichten knipten aan. Hij sjokte houterig tussen rugleuningen en zittingen door, liet zich meevoeren tussen de rompen, de benen, de armen, de stemmen, het zwart van de steeg in, het geroezemoezig geprevel en ge-