Weerzien
(1984)–Boudewijn Büch– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 24]
| |
was een kapper, de goedkoopste van Wassenaar, want je kon er voor vijfentwintig cent nagenoeg kaalgeknipt worden. Deze twee percelen, vlak bij het plein, verdroegen elkaar niet. De platenzaak inspireerde mij eerst tot een Bill Haley'se spuuglok, later een vet rock and roll-kapsel en nog later tot een langharige Mick Jagger-coupe. De kapper daarentegen was een verlengstuk van mijn moeder: hij legde zich toe op de kunstmatige kaalheid. Vlak bij deze twee neringdoenden in cultuurstrijd was de bioscoop. In dit theater zag ik uiteraard alle spektakelfilms, de snikrolprent Die Brücke en illegaal de eerste Elvis- en Cliff Richard-films (die overigens in Amsterdam twee jaar eerder in première waren gegaan), waarbij ik moest huilen. In Astra heerste een echtpaar met een absoluut terreurregime. Indien je sprak tijdens de voorstelling werd je uit je pluche zetel gesleept en moest je, naar gelang de ernst van de overtreding, tien, vijftien of twintig minuten op de gang doorbrengen. Dan stond je maar een beetje mee te swingen op het geluid van Cliffs Summer Holiday dat schaars, maar toch herkenbaar tot je doordrong. Vlak bij deze kongsi van muziek ligt, zoals geschreven, het Plein. Voor de pomp werd in de jaren zestig op feesten voor het koninklijk huis een boerenkar neergezet, waarop - tot 22 uur 30 - een beatbandje mocht spelen. De politie waakte bui- | |
[pagina 25]
| |
tengewoon nauwgezet bij deze nieuwerwetsheid. Brigadier X. betrad herhaaldelijk het plankier om een paartje dat naar zijn mening te close danste, uit elkaar te trekken. Ik heb mij één keer op het plankier gewaagd en heb toen in mijn gedachten gedanst met een jongen die vier meter verder met een meisje danste. Die jongen heeft dat nooit geweten. Hij weet het nog steeds niet. Hij droeg de eerste spijkerbroek in Wassenaar met breed uitlopende pijpen. Volgens mijn moeder is hij professor geworden. Dan zal hij dus wel boekhouder zijn. |
|