opinie, na allerlei muziekvergelijkende luistersessies, kon verenigen.
Cor van der Beek's uitspraak slaat vooral op de manier van gitaarbehandeling. Maar er zou alleen al een boek te schrijven zijn over gepikte drumaccenten: Ringo Starr's drumtechniek is een zuivere pastiche van de drumtechniek die in het midden van de jaren vijftig in de Amerikaanse rock and roll te horen viel, het slagwerk van Rolling Stones' percussionist Charlie Watts leunt zwaar op dat van eerdere blues-drummers, enzovoorts.
Maar men kan natuurlijk nog verder teruggaan in de rockmuziek: proto-symfonische rock and roll-nummers uit het begin van de jaren zestig, zoals ‘The actress’ en ‘(They call you) Gigolette’ - obscuur materiaal geworden, maar in al hun schoonheid onder andere te vinden op het album The Monumental Roy Orbison (1975)- laten duidelijk horen dat deze Orbison/Melson-composities gebaseerd waren op melodie- en orkestratielijnen die standaard waren in de negentiende-eeuwse Italiaanse opera.
Mensen die de popmuziek serieus nemen - en die zijn er gelukkig voldoende - weten natuurlijk dat aan het begin van de jaren vijftig dit genre niet uit de lucht kwam vallen. Ook rockmuziek en haar latere varianten waren schatplichtig aan eerdere genres en indien men iets over de huidige stand van zaken in de moderne muziekwereld zou kunnen zeggen, dan is het dat popmuziek tegenwoordig voor het allergrootste gedeelte bestaat uit coverversies van dikwijls stokoude nummers die op hun beurt niet zelden covers waren van nòg oudere songs.
Daarnaast verwijst de ‘orkestratie’, de behandeling van de instrumenten et cetera dikwijls terug naar beatgroepen die in de jaren zestig actief waren. Een voorbeeld daarvan is het typische, joelende orgelgeluid van de toetsenman van de Animals, Alan Price, dat bijna een vast kenmerk geworden is op plaatopnamen uit de jaren tachtig. Maar zelfs de disco-drumcomputer is een afgeleide. De strakke drumlijn die heden ten dage zo goed kan worden weergegeven met elektronika werd met de hand ontwikkeld door onder andere de slagwerkers waar Carl Perkins, de schrijver van ‘Blue suede shoes’, tussen 1956 en 1965 gebruik van maakte!