| |
| |
| |
IV Prince, een prins?
Een popconcert in Duitsland (september 1988)
Het is al weer wat jaren geleden dat ik hem in Paradiso zag staan, dat uiterst magere, kleine mannetje met het te grote hoofd: Prince Roger Nelson (geboren 1960). Sommigen zeiden: ‘Dat is de muziek van de toekomst.’ Ik zag er weinig in, maar zou ongelijk krijgen. Op 8 september 1988 kom ik Prince tegen in Dortmund. Nou ja: tegenkomen... Met enkele Italiaanse heren heeft hij een afspraak in een televisiemontagewagen, ik zit op een kabelkistje in de zon en hij wandelt wiebelend, op twintig centimeter afstand, naar de wagen. Eén lijfwacht (reusachtige neger met staartje in het haar) blijft aan de montagewagen-deur staan, een andere klerenkast controleert steeds of de deur naar de Westfalenhalle (waar hij twee concerten zal geven) niet per ongeluk in het slot valt en de zanger daardoor geen veilig heenkomen zal kunnen vinden. Prince draagt een enigszins belachelijke roze, met zwart afgebiesde, kamerjas waar achterop ‘88’ is geborduurd. Ik denk, zal ik ‘Hey Prince! How do you do?’ roepen, maar het heeft geen zin. His Royal Badness is een van de meest ontoegankelijke mensen op aarde geworden.
Op woensdag 7 september 1988 arriveer ik in het Sheraton Hotel in Essen waar Prince logeert. Harry de Winter van id tv (het Nederlandse bedrijf dat de reusachtige opdracht heeft ontvangen het concert van Prince op te nemen zodat het over de halve wereld live of semi-live kan worden uitgestraald) onderhandelt en zal de komende dagen eindeloos blijven onderhandelen. De gesprekken zijn vermoeiend en gecompliceerd omdat id tv de opdracht samen met het Italiaanse bedrijf Network uitvoert en er
| |
| |
nog allerlei andere onder-opdrachtgevers bij betrokken zijn. En dan is er natuurlijk het management van Prince dat bestaat uit twee Amerikaanse heren met Italiaanse namen. Het gedonder begint direct al: Prince wil tijdens de (live)uitzending een pauze om een douche te nemen. ‘Een douche?’ roept De Winter, ‘een pauze in een live-concert, dat is dodelijk!’ Later wordt het management van Prince bij de onderhandelingen betrokken. De heer Cavallo meent: ‘Weliswaar ben ik de manager, maar ik weet ook niet precies wat the kid wil, ik wil wel proberen om hem van die pauze af te brengen...’
Wie is eigenlijk de baas van Prince? Het antwoord is eenvoudig: Prince. Het management is in dienst van de zanger, zoals ook het meer dan tweehonderd man grote gevolg en de tweeënvijftig chauffeurs die voor de Europese tournee extra zijn ingehuurd. Het hydraulisch beweegbare podium (kosten: 1,2 miljoen dollar) is Prince's privé-eigendom en alle kosten, zoals het huren van twee Boeings die de spullen weer naar Amerika moeten terugvliegen, drukken op een firma die eigendom is, van, inderdaad: Prince.
De Europese tournee is financieel volstrekt uit de hand gelopen. Uit Amerika is een boekhouder van Prince overgevlogen om orde op zaken te stellen. De Winter heeft daardoor de grootste moeite om de contracten getekend te krijgen (het laatste wordt tijdens de uitzending pas getekend) en een Britse firma van starlights wil Prince zelfs geen lampen meer verhuren.
Ik vraag aan regisseur Egbert van Hees (inmiddels wereldberoemd door zijn regie van de Madonna- en Lionel Ritchie-concerten) of hij al gesproken heeft met Prince: ‘Nee,’ zegt Van Hees olijk, ‘maar we zwaaien wel en hebben oogcontact. Een gesprek moet wel plaatsvinden, regisseren zonder een gesprek vooraf is wel heel moeilijk.’ Ik informeer met mensen uit de directe omgeving van de Italiaans-Filippijnse (via zijn vader)/Amerikaanse (via zijn moeder) zanger. ‘Hij slaapt soms vier, vijf dagen niet. Na elk concert bekijkt hij de videobanden die ervan gemaakt zijn, gaat daarna in een club ergens spelen en dan op zijn hotelkamer nog eens voor zichzelf op een piano pingelen. Dan weer slaapt hij
| |
| |
vierentwintig uur achtereen. Hij heeft iets gedrevens. Zaterdag vliegt hij weg uit Duitsland en aanstaande woensdag geeft hij alweer een concert in Minneapolis, zijn geboorteplaats. Een energie! Het is bijna niet te geloven.’
‘Drugs?’ vraag ik.
‘Niks, niks en nog eens niks, daar ben ik zeker van,’ zegt mijn informant stellig.
***
Meer dan honderd Nederlandse technici en cameramensen verblijven vlak bij de Westfalenhalle in het Novotel-hotel. Ze moeten de reusachtige klus klaren om twintig camera's, kilometers snoer en het extra licht voor de uitzending te laten werken. Er wordt stevig aangepoot en op het laatste moment wordt de technische fabriek nog eens uitgebreid met een extra opnamewagen die uit Wiesbaden moet komen. Onderwijl zitten de bandleden van Prince veertig kilometer verder in het Sheraton rustig te ontbijten. Prince is nog in zijn suite, maar heeft blijkbaar behoefte aan het verdrijven van de eenzaamheid. Om 12.07 verschijnen er twee elegante jonge meisjes met logeertassen in de hotelhal die door Prince's persoonlijke assistent Robbie naar boven worden geleid. Ondertussen vertellen enkele van zijn stafleden: ‘The kid is niet in geld geïnteresseerd, hij wil alleen maar spelen.’
De directeur van het lichtbedrijf Focus dat is ingehuurd, zegt: ‘Lastig? Wat zeg je! Het valt me eigenlijk mee dat Prince niet heeft geëist dat het publiek achterstevoren moet zitten. Het lichtplan van zijn show is fantastisch, maar niet geschikt voor een live-registratie. Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. Geld zegt hem, geloof ik, niks. Die Thunderbird-auto waarin hij opkomt, plus dat wagentje waarmee die auto rond het podium rijdt, kost honderdvijftigduizend dollar. Na ieder concert wordt die auto helemaal uit elkaar gehaald en in kisten gestopt. Weet je wat het stroomverbruik is van die lichtshow van hem alleen al? Nee? Nou, daar kun je achthonderd zware wasmachines met gemak tegelijkertijd mee laten draaien.’
| |
| |
Het is inmiddels donderdagmiddag geworden. Opeens staat Prince met zijn bandleden te jammen in de zaal waarin een schaars daglicht valt. Sheila E. (dochter van Santana-percussionist Pete Escovedo) heeft vaardige rock and roll-handen en voeten bij het drummen, maar als ze even uitrust op de rand van het podium blijken de drumcomputers gewoon door te draaien. Sheila helpt, welbeschouwd, de drummachines bij 't bepalen van het ritme. Saxofonist Eric lijkt ogenschijnlijk het minst te passen in de band; hij lijkt op een leraar scheikunde. Wanneer Prince de band even met rust laat, speelt hij een partijtje basketbal. Er is een speciale heer aangesteld om de bal na afloop van de Meester aan te nemen. Opvallend is het feit dat Prince tijdens de rehearsals veel werk, vooral blues, speelt dat tijdens de optredens niet ten gehore wordt gebracht. Tegen zijn vriendin (?, naar men zegt is het uit) Cathy ‘Cat’ Glover doet hij een beetje korzelig; met Sheila E. lijkt hij het leukst om te gaan.
Het concert op 8 september, voor een geheel Duits publiek, is mat. Tina Turner is aanwezig, ze luistert op de stellage waarop de lichtingenieurs hun werk doen. De Winter is kwaad: ‘Dit is niks, dat moet morgen helemaal anders.’ Regisseur Van Hees: ‘Nu weet ik tenminste wat er morgen allemaal fout kan gaan.’ Prince verlaat de hal, maar heeft beloofd om de meegenomen videobanden te bestuderen en later in de nacht van commentaar te voorzien. Zenuwachtig wachten De Winter, Van Hees, de Italiaanse co-producenten, enzovoorts, tot half drie. Dan komt er iemand van Prince's staf zeggen: ‘Prince is naar bed. Het licht moet anders, verder had the kid niks te zeggen.’ In de nachtclub van het Sheraton drinkt men zich moed in voor de volgende dag. Slaapt Prince?
***
Een vreemde eend in de entourage in het Europese universum van Prince is de Italiaanse journalist, redacteur van een popprogramma en presentator Cesare Perleoni. Een man met enkele geknakte huwelijken achter de rug, een stoot kinderen, dozijnen
| |
| |
verhoudingen en een buitenproportionele macht in het Italiaanse televisiemilieu. Door enige kennis wordt hij ook niet gehinderd. Hij moet zich in een tv-show ooit onsterfelijk belachelijk hebben gemaakt door aan Joni Mitchell te vragen: ‘Wat gaat u stemmen bij de Amerikaanse verkiezingen: Bush of Dukakis?’ Mitchell gaf de volgende sneer terug: ‘Hoe bedoelt u? Ik ben Canadese.’
Perleoni is, met zijn vierkante gezicht, overal aanwezig. Hij maakt rond de uitzending van het concert een heel programma (inclusief een filmpje over Dortmund) en blijkt ook nog eens een verhouding te hebben met Miss Italia. Deze laatste arriveert met een bosje bloemen dat ze aan Prince wil geven. Als onderdeel van het prijzenpakket dat ze als kersverse miss gewonnen heeft, mag ze een dagje met Prince doorbrengen. Als Miss Italia echter aankomt, zie ik de zanger net vertrekken. (Dat ook een Italiaanse miss ongetrouwd en maagd moet zijn, is Perleoni gemakshalve vergeten. Ze slapen in het Sheraton op dezelfde kamer en wanneer er een grote mand fruit bij hun kamer wordt afgeleverd, pakt Miss Italia die aan terwijl haar kamerjas openvalt; Perleoni's zwaarbehaarde benen steken uit bad.)
Miss Italia wordt op een gegeven moment zelfs ingeschakeld als vragenstelster voor de Italiaanse televisie. Ze volbrengt haar taak een beetje onwetend en nogal onnozel. Het hoofd van de miss zullen de Italianen zelden hebben kunnen zien, want Perleoni's snuit wringt zich voor iedere camera, hoe dan ook. Het liefst zou hij zich naast Prince op het podium hebben opgesteld op de laatste rehearsal, een paar uur voor de tv-registratie. Prince speelt een uurtje de blues in een zachtgroen Mozartpakje - ongelooflijk prachtig, dat moet ik toegeven - en opeens zie ik hem met Van Hees op de bühne praten. Later aan Van Hees gevraagd: ‘Wat zei His Royal Badness?’ Van Hees: ‘Hij is heel speedy, hij ziet heus wel in dat het vanavond móet gebeuren. Ik heb hem gezegd dat hij meer op de camera moet spelen. Hij vroeg hoe hij zag wanneer een camera werkte. Ik heb hem verteld dat wanneer er op een camera een rood lampje brandt, die camera voor hem is. Enige jongen!’ Over de zeer lange Van Hees
| |
| |
merkte Prince enigszins geschrokken op: ‘I thought the director was a small guy.’ Harry de Winter heeft met behulp van zijn advocate het eindelijk voor elkaar gekregen dat een belangrijke contractant zijn handtekening zet onder een contract. Tijdens het tekenen is de contractant gekleed in een zwembroekje.
In de onderaardse krochten van de Westfalenhalle is een hok waarin de catering is. Ik zit tussen de bandleden te eten: champignons op zijn Grieks. Saxofonist Eric smaakt 't niet. Sheila E. probeert een spruitje, roept: ‘Brrr!’, en eet niet verder; ze is mager en heeft breekbare benen. Ik geef zout, water en brood aan. Sheila E. likt aan een stukje vlees, kijkt mij aan, trekt een vies gezicht en maakt met haar mond een trommelroffel.
Het concert op vrijdagavond wordt bezocht door bijna tienduizend Nederlanders. Prince heeft gezegd: ‘Ik houd van Nederlandse fans, verkoop vooral kaartjes in Holland.’ Hij zal niet teleurgesteld worden; 's middags liggen en zitten er al duizenden Nederlandse jongens en meisjes voor de zaal. Ik loop ertussendoor en kom Stefanie (15; hemelsblauwe ogen) en Fleur (14) uit Amstelveen tegen. Ze zijn onder begeleiding van de vriend van de moeder van een van de meisjes. Stefanie zegt: ‘Ik ben een waanzinnige fan. Mijn oom werkt in de [hoofdstedelijke discotheek b.b.] Bios en daar is Prince een keer op bezoek geweest. Na veel gezeur heeft hij een handtekening voor mij gekregen. En ik heb ook de champagnefles waaruit - en het rietje waarmee - hij gedronken heeft. Het glas zijn ze vergeten te bewaren.’ (Tijdens zijn optreden in Hamburg raapte een cameraman het gespikkelde ooglapje van Prince van de vloer; hij verkocht het voor honderden guldens aan een fan.)
Voor het concert zijn rond het podium enthousiaste Nederlandse fans nodig. Ik krijg van Harry de Winter opdracht om aan Nederlandse bezoekers die hoog in de arena zitten kaartjes te geven voor stoelen op de vloer. Fleur en Stefanie barsten bijna in snikken uit wanneer ik ze hun veel betere plaatsen geef. ‘Hee, Büch, geef mij ook zo'n kaartje,’ hoor ik en word bestormd door Nederlanders; helaas heb ik maar veertig kaartjes te verdelen. In
| |
| |
de gangen van de hal zie ik vlak voordat het concert begint, Candy Dulfer, haar verloofde, de acteur Thom Hoffman, in gezelschap van de roodharige mevrouw Dulfer, lopen. Als het optreden begint is de sfeer zo geladen, dat mij gevraagd wordt om, naast de Duitse presentator, de Nederlandse fans tot enige rust te manen. In een hoekje van het podium, probeer ik via de microfoon die Prince later zal gebruiken de menigte tot bedaren te brengen. Het lukt zowaar, totdat de Promotor van Seks, Liefde en God opkomt. Eén grote kolkende zee, die ‘Prince, Prince!’, ‘Olé, oléééé!’ en ‘Hò-land, Hò-land’ brult. Het lijkt op een herhaling van Nederland-Duitsland; Nederland wint opnieuw. Ik kijk afwisselend naar monitoren en het optreden zelf. Plotseling zie ik hoe de Nieuwe Revu-fotograaf door een bruut van Prince's veiligheidsstaf bijna uit de hal wordt gesleept. Ondanks vergunning van een lagere veiligheidschef mag hij toch geen plaatjes maken. Zijn belichte rolletjes worden op een berg van ander in beslag genomen materiaal gegooid.
***
En dan is het voorbij. Harry de Winter zegt: ‘En nou verschrikkelijk drinken!’ Egbert van Hees zit verdwaasd in een stoel. Manager Cavallo heeft het concert in de redactiekamer van id tv zwijgend op een monitor bekeken. Na afloop geeft hij een paar mensen een hand en zegt ‘zeer tevreden’ te zijn. De Italianen worden straalbezopen en houden enigszins ongecoördineerde toespraken. De gangen vullen zich met de bezoekers en velen vragen: ‘Hee Boudewijn, waar is het feest van Prince vannacht, weet jij dat?’ Ik schud nee, maar weet het wel: in discotheek Orpheum, Rheinische Strasse 97, Dortmund. Ik heb een kaartje op zak waarmee ik in de gelegenheid zal zijn Prince nu eens van heel dichtbij te bekijken.
Er is in Orpheum een mat feest met Prince-muziek aan de gang wanneer ik er om half drie arriveer. Candy Dulfer zit met Thom Hoffman en haar moeder aan de bar, Fleur en Stefanie lopen onrustig rond en vragen: ‘Komt-ie, komt-ie?’ Natuurlijk komt hij.
| |
| |
Prince heeft opdracht gegeven aan ‘veel jonge Hollandse meisjes’ toegangskaartjes tot het exclusieve feest te verstrekken. Fleur en Stefanie hebben ze van Harry de Winter gekregen.
Het partijtje dreigt in te slapen wanneer plotseling de lijfwachten van Prince opduiken. (De discotheek is door deze bodyguards eerder bezocht. Zij is gecontroleerd op bommen, veilige vluchtuitgangen en ze hebben geëist dat er voor de Meester een soort troontje bij de dansvloer onder een afdakje gebouwd wordt. Een drankje met cola, dat de Meester drinkt, is eveneens van tevoren getest.)
Prince komt binnen. Hij loopt afwisselend met een lichte huppel en lijkt zich dan weer traag voort te slepen. Hij gaat aan het tafeltje bij Egbert van Hees staan en fluistert: ‘Ik heb er iets van teruggezien op de video voordat ik hierheen kwam. Het is mooi. Wij moeten meer samen gaan doen.’ Prince loopt naar de dansafdeling van de discotheek en neemt plaats op zijn geïmproviseerde troontje. De lijfwachten stellen zich in een driehoek rond hem op. Alleen de vrouw van zijn belichtingsingenieur is gerechtigd in zijn buurt te komen zitten.
Het is een ridicuul beeld: Prince op zijn troontje, gekleed in een zwart ruimtevaarderspakje, omringd door klerenkasten, nippend aan zijn drankje. In het discolicht komt hij bepaald niet voordelig uit. Hij lijkt soms angstwekkend op e.t. Maar daar komt ze: Candy Dulfer. Ze praat enthousiast onder het beukende discogeluid met songs van de Meester zelf en Prince tuit af en toe zijn mond om een paar woordjes terug te zeggen. Later hoor ik wat hij gezegd heeft: ‘Je moet contact opnemen met saxofonist Eric, samen met hem in clubs gaan spelen, dan kom je dichter bij ons en de band en wie weet...’
De genodigden drommen rond de troon. De lijfwachten houden iedereen op een afstand. Maar daar komen ze aangestormd: Fleur en Stefanie, ze kussen Prince die minzaam zijn wang leent. Ik vraag aan Stefanie: ‘En wat zei hij?’ ‘Niks,’ antwoordt ze teleurgesteld. ‘Ik ga hem een briefje schrijven, mag ik een pen van je lenen?’ Prince zit ondertussen weer ineengedoken te kijken en beweegt af en toe zachtjes op zijn eigen muziek. Met een schok
| |
| |
staat hij op - de lijfwachten komen onmiddellijk in beweging - en hij sprint naar de jongen die de plaatjes draait. Hij vraagt om de binnenhoes van een van zijn eigen elpees, zet er een handtekening op en spreekt een forsgeschapen meisje aan dat zeker anderhalf hoofd groter is. Het meisje lacht verlegen, leent vervolgens haar oor en even later danst ze zachtjes met His Royal Badness achter op de dansvloer.
Prince gaat; even plotseling als hij gekomen is. Buiten drommen enige tientallen Duitse fans voor de discotheek. ‘Mag ik uw kaartje, mag ik uw kaartje? smeken ze. Ik behoud het mijne, maar zie dat er door een wc-raam kaartjes naar buiten worden gestoken. Op de parkeerplaats ligt Perleoni tegen Miss Italia aan. Harry de Winter stompt hem uit zijn halfslaap: ‘Heb je Prince al gezien?’ De Italiaanse Henk van der Meyden vraagt: ‘Is hij dan al gearriveerd?’ We delen hem mee dat Prince alweer vertrokken is. Miss Italia kijkt haar minnaar boos aan. Haar is een ‘dagje Prince’ beloofd en nu heeft ze hem nog steeds niet van dichtbij kunnen bekijken.
Het is over vijven wanneer ik in het Sheraton arriveer. Reeds anderhalf uur voor de aankomst van Prince is de parkeergarage van het hotel door zijn veiligheidsstaf afgesloten. Prince is inmiddels op zijn suite gearriveerd en de parkeergarage wordt vrijgegeven. De persoonlijke assistent van de Meester instrueert het baliepersoneel: ‘Ik ga naar boven. Aanstonds komen er twee meisjes. U betaalt hun taxi en belt mij. Ik kom de meisjes dan halen. U belt om vijf over zes weer naar boven; dan moeten de meisjes weg. Begrepen?’ De jongen aan de balie knikt.
De wereld van His Royal Badness is een gouden kooi. ‘Vindt hij dat nu fijn, de hele dag lijfwachten om zich heen en zo?’ heb ik aan de lijfwacht gevraagd die er het minst onvriendelijk uitziet. De klerenkast lachte en zei, gemeend: ‘Dit is mister Prince's grootste genoegen. Hij houdt van dit leven.’
In de dagen dat ik rondom Prince verkeerde, keek hij mij enkele keren terloops aan. Ik moest steeds denken aan een zielig vogeltje dat als voer uitsluitend goudpoeder te eten kreeg.
|
|