| |
| |
| |
IV De moeder en de Heer
Cliff Richard heeft nog steeds geen meisje
Waarschijnlijk op 14 oktober 1967 zong Cliff Richard de naar mijn smaak mooiste versie van ‘Living doll’. Deze ballade-achtige song kwam in 1959 voor het eerst op de markt. Er was toen nog zelfs een 78-toerenversie in de verkoop. Cliff zag oorspronkelijk niks in dit nummer: ‘Ik vond het een verschrikkelijk liedje en heb het onder druk opgenomen’ (geciteerd in Patrick Doncaster en Tony Casper's Cliff).
Toch brak Cliff juist met dit nummer door naar de ‘mums and dads’. Het door Lionel Bart geschreven lied was gecomponeerd voor een klein optreden van Cliff in de film Serious change. Bart had het bedoeld als een snel nummer; op aanraden van een van de leden van Cliff's begeleidingsgroep de Drifters - die zich later in het jaar 1959 de Shadows gingen noemen - nam Cliff het rustiger, een beetje country-achtig op. De vaders en moeders konden tevreden zijn: Cliff was een brave jongen geworden. Niks geen geraas meer zoals in ‘High class baby’ en ‘Move it’ uit 1958.
‘Living doll’ kent een vreemde geschiedenis. Het werd voor het eerst gehoord in januari 1959. Binnen dertien maanden zou het (met later een andere b-side) nog een paar keer terugkomen op de hitparades in Engeland en Amerika. September 1959 kwam het de Nederlandse hitparade binnen, haalde een tweede plaats en bleef zès maanden genoteerd. Cliff zou het in de jaren zestig nog verscheidene malen heropnemen, meestal live. De Japanse opname uit 1967 is daarom zo mooi, omdat het een monumentale versie werd met een geweldige drive, hysterische fans, een pompende blazerssectie en Cliffs eigenmondige tekstvariant: ‘Japanese Living doll’.
| |
| |
Juni 1979 interviewde ik Cliff samen met Hans Maarten van den Brink in Utrecht. Het vraaggesprek verscheen in Muziekkrant Oor van 26 juni 1979. Toen ik het interview enkele jaren later nog eens herlas, werd mij pas duidelijk wat een eigenaardig persoon Cliff Richard eigenlijk is. Nadat ik hem had meegedeeld dat ik de Japanse versie van ‘Living doll’ zo bewonderde, zei de zanger dat het de Japanse live-versie uit 1972 was. Dit nu is onmogelijk. De opname die ik bezit staat op een elpee die voor 1972 uitkwam. Ik houd het op de eerstgenoemde datum, gesteund door het alleruitvoerigste apparaat van discografie en biografische data dat de beide auteurs van het Cliff-boek lieten afdrukken.
Wie de literatuur over Cliff Richard kent, kijkt van de volgende conclusie niet op: Cliff zit seksueel met zichzelf in de knoop. Sex, religion and rock & roll - dat zijn Cliff's thema's en problemen. In het beste boek dat tot nu toe over Cliff geschreven werd, John Tobler's 25 Years of Cliff, wordt het vraagstuk van Cliff's seksuele voorkeur ruimschoots behandeld, maar de auteur komt tot de conclusie dat er geen feitelijke bewijzen voor een definitieve uitspraak over dit onderwerp voorhanden zijn. Het eerder genoemde Cliff, dat in samenwerking met de zanger werd geschreven, wijdt er ook enige bladzijden aan. Cliff is niet homoseksueel: ‘Als het Gods wens is dat ik niet trouw, dan is dat iets dat ik moet accepteren [...]. Eens hoop ik te trouwen en kinderen te krijgen, ik geloof erin dat het meisje dat ik trouw christelijk moet zijn.’
Cliff's eigen gedenkschrift Which one's Cliff is een fanatiek religieus traktaat waarvan men zich na lezing afvraagt: wat heeft deze zanger toch te verbergen? Kevin St. John's Cliff in his own words heeft een apart hoofdstukje ‘Homosexuality’ - uiteraard zegt Cliff geen homoseksueel te zijn; hij geeft zelfs af op ‘nichten’. Is Cliff het eo-type dat door middel van gezang, gitaar en bijbelstudie zijn geheimste gevoel wegzingt, wegspeelt en wegleest? Dat Cliff geen revolutionair is of een keiharde, linkse feminist blijkt bij voortduring uit zijn uitspraken, bij voorbeeld deze uit 1977: ‘De natuur zegt dat vrouwen kinderen moeten krijgen
| |
| |
[...]. Het is een grap; ik vind het belachelijk, vrouwen hebben geen bevrijding nodig, ze zijn heel vrij.’ Vier jaar eerder sprak Cliff klare taal: ‘De vrouw heeft één taak en die is kinderen krijgen.’
De vraag of Cliff homoseksueel is, behoort eigenlijk niet gesteld te worden. Die doet er immers niets toe. Maar - en daar wringt de schoen - Cliff heeft haar zelf altijd als eerste opgeworpen. Ik heb dertig jaar interviews met Cliff doorgeworsteld en telkens bestrijdt hij zijn vermeende seksuele voorkeur zonder dat de vrager dat (eventuele) probleem heeft aangedragen. Ik had dezelfde ervaring en heb de geluidsband van het vraaggesprek er nog maar eens voor afgedraaid. Zonder dat het hem expliciet gevraagd werd, betoogde hij: ‘Een homoseksueel is abnormaal’, ‘Het leven draait toch om de voortplanting’, en ‘Je geniet als man toch meer van vrouwelijk gezelschap; mannen drinken samen, praten, spelen voetbal en cricket.’
Cliff werd op 14 oktober 1940 te Lucknow (India) geboren als Harry Roger Webb. In 1948 zag de kleine Harry samen met zijn vader (geboren in Birma) en zijn moeder (geboren in India) Engeland voor het eerst. In 1961 overleed zijn vader. Harry, die voor het grote publiek Cliff was geworden, begon de liefde voor zijn moeder tot in het lachwekkende te exploiteren. In de jaren zestig was een zwembad nog een absoluut statussymbool. Zodoende deelde Cliff in ieder interview mee dat hij zijn moeder alwéér een nieuw zwembad had geschonken. Mevrouw Webb werd steeds aan de arm van Cliff aangetroffen.
Ondertussen is Cliff Richard bijna begonnen aan het vierde decennium van zijn carrière en is hij nog steeds een behulpzaam mens. Toen ik hem de eerste keer sprak, waren mijn collega-interviewer en ik batterijtjes voor de bandrecorder vergeten. Een stopcontact konden we niet vinden. Niet gauw zal ik het toen volgende tafereel vergeten: Cliff op handen en voeten over het hoteltapijt kruipend op zoek naar een stekkeraansluiting. De tweede keer dat ik met hem mocht spreken, probeerde ik wat dieper in te gaan op zijn muzikale ideeën. Welnu, eerlijk is eerlijk: die
| |
| |
heeft Cliff niet. Cliff, die geen eigen composities heeft geschreven en - zo menen enkelen - zelfs geen gitaar kan bespelen, was het Engelse antwoord op de Amerikaanse gigant Elvis Presley. Zijn hip-shaking werd nooit wat, hij slist een beetje, was in zijn vroege rock een schaamteloze naäper en deed tegen mij ooit de ongelooflijke uitspraak: ‘Rock and roll is aseksueel.’
Zijn oeuvre is bijzonder omvangrijk. De kleingedrukte discografie in Cliff omvat vijftien bladzijden en is niet eens uitputtend of volledig te noemen. De r&r-verafgoder heeft alle elpees van Richard, maar draait I'm nearly famous (1976), Every face tells a story (1977), Green light (1978) et cetera et cetera uiteraard nooit. Daarop valt Cliff slechts te horen als een gemaniëreerde, trendgevoelige entertainer. Cliff heeft zich al in een heel vroeg stadium tot taak gesteld niet zijn generatiegenoten te bekoren, maar de moeders van de fans. Daarom was Cliff altijd te laat: hij ging lang haar dragen toen Mick Jagger het al had afgeknipt, glitterjasjes toen Sinatra ze te ouderwets vond en een straaljagerbril toen Prins Bernhard hem reeds tien jaar op de neus had staan.
Houd ik dus niet van Cliff? Ik houd zielsveel van de man! Zijn beperkt rockvermogen heeft, zeker in het softballad-genre, enkele klassiekers opgeleverd. Begonnen als derderangs Buddy Holly-imitator op zijn eerste elpee (die hij met anderen volzong), Jack Good's Oh boy! (1958), ontwikkelde hij zich al snel tot een stem die op een unieke wijze kon opzingen tegen de gitaar van Hank ‘Bee’ Marvin (h.b.m.). Hank Bee zou nog vóór de zanger een christelijke sekte omarmen, maar in tegenstelling tot Cliff zijn unieke muziekgeluid nooit verliezen. Elke grammofoonplaat waarop h.b.m. speelt, laat nog steeds die metalen echo, vèrdragende gitaar horen, h.b.m.'s gitaargejammer, zijn juichende snaarbehandeling en onromantische hardheid zijn onvergetelijk.
Hank Bee Marvin is tot op de dag van heden de metaaldraaiende en evenzeer zingende gitaar van de (herhaaldelijk heropgerichte) Shadows, Cliff's oorspronkelijke begeleidingsband. Het reünieconcert dat de Shadows en Cliff samen gaven en dat op de plaat Thank you very much werd vastgelegd (4 maart 1978) klinkt
| |
| |
tamelijk tragisch. Cliff is in het geheel niet meer in staat een ouderwetse rock te vocaliseren, en de Shadows zijn schaduwen van zichzelf geworden, op de nadrukkelijk aanwezige Hank Bee Marvin na. ‘De enige Shadow voor wie ik ooit in staat was enige sympathie op te brengen was Hank B. Marvin,’ schrijft Nick Cohn in zijn persoonlijke rockmemoires WopBopaLooBopBamBoom.
Dat geldt ook voor mij. Marvin heeft van Cliff, die een mager stemgeluidje heeft, een paar jaar lang een echte r&r-kunstenaar gemaakt. Op de massieve maar toch ook lenige melodielijn van Marvin's gitaar heeft Cliff de r&r kunnen verrijken met ‘Dynamite’, ‘The young ones’, ‘Theme for a dream’ enzovoort.
Toch spreekt Cliff de laatste jaren bijna uitsluitend kwaadaardig over zijn vroege begeleiders. Cliff tegen mij in 1979: ‘De Shadows stellen mij vandaag de dag teleur. Ik mis ze niet. Die Hank Marvin-sound kan iedereen kopiëren. Ik vind de Shadows niet onaardig, maar het is verleden tijd. Marvin is een beste gitarist, alleen: ik wil niet meer dat mijn geluid nog op dat van de Shadows lijkt [...]. Ik prefereer Jezus. Hij is zo fantastisch!’ Nu kunnen deze opmerkingen niet veroorzaakt zijn door een godsdiensttwist tussen Cliff en Hank. (Hank werd zelfs Jehova's Getuige.) Invloed heeft het op Hank's muziek niet gehad; hij heeft ook steeds gezegd zijn geloofsopvatting buiten zijn muziek te willen houden. Cliff heeft Jezus ook in de zwarte groeven laten persen. Nummers als ‘Jesus’, ‘Jesus loves you’, ‘Jerusalem, Jerusalem’ en vele andere zijn daar het bewijs van. De elpee About that man (1970) is ongetwijfeld een verantwoord religieus project - op de b-side het curieuze ‘Cliff tells the story of Jesus in the words of the Living Bible’ -, maar ook een aanklacht tegen de grondbeginselen van de rock-era.
Cliff's opmerking over de Hank Marvin-sound is volkomen onjuist. ‘One of the most influential British rock guitarists’ (Encyclopedia of rock and roll) werd op iedere zolderkamer nagedaan, maar geen jongeman kreeg het Hank Bee-geluid uit zijn instrument. De Spotnicks probeerden het in 1963 en 1964, de Tornadoes met ‘Telstar’ (1963), maar niemand kon het ruimtevaarttijdperk
| |
| |
zo goed aan de snaren ontlokken als Hank. Zijn gitaar gaf, zoals gezegd, een vèrdragend geluid. Dat had Cliff blijkbaar niet meer nodig. Die was al in de hemel bij zijn Heer en Heiland aangekomen.
Cliff zingt ondertussen door. Hij is, zonder zijn Shadows, een wereldsucces geworden. Hij heeft zijn liedjes in het Duits, het Japans, het Italiaans, het Spaans en andere talen opgenomen. Dat is discografisch misschien wel de meest interessante kant van Cliff.
Cliff's Duitse versie van ‘Lucky lips’ (1963) werd met behulp van Die Shadows en Der Botho Lucas-Chor tot die aangename rariteit ‘Rote Lippen soll man küssen’; de Italiaanse opname ‘Immagina un giorno’ is al minstens even mooi. Ik moest daaraan denken toen ik Cliff zag op het eerste Duitse televisienet op 16 januari 1984. Hem werd gevraagd of hij zich de eerste regel van de Duitse ‘Lucky lips’-versie nog kon herinneren. Na een minuutje nadenken kon Cliff de eerste regel in het Duits opzeggen.
Cliff zag, en ziet, er nog steeds goed uit. Ofschoon hij de halve eeuw nadert, heeft hij een opvallend jong postuur en uiterlijk. Zijn leeftijd verraadt zich slechts door een wat rimpelige halspartij. En toch heeft hij nog steeds geen meisje.
Hij heeft platen opgenomen met Olivia Newton-John, zong achtereenvolgens ‘A girl like you’, ‘Marianne’, ‘Baby I could be so good at loving you’, een hele elpee vol meisjesliefde Love songs (1981) en verklaart steeds dat zijn lievelingsnummer ‘The day I met Marie’ is, waarvan míjn lievelingsopname ‘Ein Sonntag mit Marie - Cliff mit Chor und Orchester’ heet.
Cliff is nog steeds alleen. Maar wat is alleen met God aan je zijde? Cliff in 1977: ‘Popmuziek bekleedt nu de tweede plaats in mijn leven. Mijn geloof in het christendom is veel belangrijker. Het woord van Christus te verspreiden betekent meer voor mij dan al het andere.’
Het is aldus gegaan: tussen 1961 en 1963 werden de Shadows Brian Locking en Hank Marvin Jehova's Getuigen. En Cliff probeerde na de dood van zijn vader in 1961 via het spiritisme in con- | |
| |
tact met hem te komen. Hank en Brian (‘Liquorice’) raadden hem iets beters aan: het christendom. En zo kwam het dat de grootste Britse gitarist - die nog steeds adembenemend voortrockt - Cliff van de rock en roll afhaalde.
Ich legte mich träumend ins Heu [...]
Ein leises, verliebtes Hallo
Een boosaardige Amerikaanse rockjournalist schreef: ‘Het gaat over Cliff's liefde voor Jezus' moeder Maria.’ Het zou chronologisch kunnen kloppen: Cliff verklaarde op 16 juni 1966 christen te zijn geworden. Hij nam dit door Marvin geschreven nummer één jaar later op.
| |
Interview Cliff Richard (1979)
Ah, yeah, praten met de pers, dat hoort er toch bij! Soms frustreert het natuurlijk wel als er niet uit komt wat je bedoelde maar ik vind het wel leuk hoor!
Ja, ik sta twintig jaar aan de top. En waar Adam Faith nu is? Die is misschien wel succesvoller dan ik! Hij is toch mooi maar effetjes de manager van Leo Sayer! Van mezelf begrijp ik echt niet waarom ik er nog ben als zanger. Ik verbaas mij er zelf ook over maar ik houd nog steeds van rock and roll. En ik wil erbij blijven, ik ben alweer met een nieuwe elpee bezig, die komt in oktober. Ah, ik ben excited over mijn carrière, ik verveel me niet en mijn publiek ook niet. Ik doe toch steeds weer wat nieuws?
Rock and roll is geen tsjakka-tsjakka, het is een muzikale cultuur. Daar hoort óók de slow-ballad bij, de countrymuziek, de jazzrock. Van de oudjes zing ik ‘Move it’ nog steeds. Nee, ‘Livin' doll’ niet meer. Pas, in een radio-interview in Londen zei een interviewer: ‘Ik mis de tijd zo van hoe je was aan het eind van de jaren vijftig.’ Maar het is nu veel beter, het móét ook wel beter zijn
| |
| |
omdat wij beter zijn geworden. En als dat niet zo is, nou, dan ligt het aan ons! Ik leef nog!
Praten over je ouwe vrienden betekent dat je geen nieuwe hebt. Het zijn wel je mooiste herinneringen maar ik wil nieuwe herinneringen scheppen.
Ik heb een hoop dierbare herinneringen: de eerste keer in de studio, als rock and roll-zanger beginnen. Ik kwam zó van school. Dat was in 1958, kun je het je voorstellen?! Ik was achttien jaar, vergeet dat niet. We zongen ‘Move it’. Het was... gewoon... ongelóóflijk! Tegenwoordig gaan de meeste bands direct de studio in. Hupsakee. Maar dat konden wij toen niet betalen. Het was een droom. Ik en een paar jongens uit mijn schoolklas... zo, regelrecht, uit de schoolbanken. Ah, die opname van ‘Livin' doll’ in Japan. Dat was live. Dat is alweer zo'n acht jaar geleden. Vind je dat echt zo'n mooie opname? Hahaha, concerten in Japan zijn erg leuk, ze schreeuwen daar veel hoger.
Ouwe hits zingen is wel leuk. Iedereen denkt toch als ik zo'n nummer zing: ‘Ach, jee, toen had ik mijn eerste meisje.’ ‘Toen deed ik examen.’ Of wat dan ook, ze herinneren zich iets. Maar het is ook belangrijk te zeggen: dat is dat, nou is het genoeg. Dan zing ik een recente hit ‘Devil woman’. Dat is mijn plaat.
Ook zo iets: die eerste gouden plaat voor ‘Livin' doll’. Ik heb wel acht gouden platen. Weet je, ik was eens in de grootste platenzaak van New York. Een zaal wel tien keer zo groot als deze hotelkamer. Stampvol met platen. Wel een miljoen. En toen dacht ik: zoveel platen heb ik nu allemaal verkocht!!! Mijn eerste toneelstuk, óók een milestone. Kijk, zingen is makkelijker, je maakt geluid. De één vindt het mooi, de ander niet. Zo zit dat. Maar natuurlijk kun jij ook mooi zingen! Ergens is er heus wel iemand die jou een prachtige stem vindt hebben. Al is het je moeder maar. Nog even dat toneel: daar moest ik echt hard voor aanpoten, dat was andere koek.
Het belangrijkste, het allerbelangrijkste, dat was toen ik christen
| |
| |
werd. Dat is niet plotseling gebeurd. Ik heb er drie jaar over gedaan: informatie verzameld en zo. Toen geloofde ik. Ik had het punt bereikt dat ik zei: ‘Okay Jezus, ik wéét dat Je er bent. Ik wil Jou in mijn leven.’(Weet je, ik heb 78 singles gemaakt, 72 daarvan zijn in de Engelse top-dertig gekomen.) Het laatste zetje naar Jezus? Hoe dat in zijn werk ging? Luister, als je gelooft ben je nog niet zomaar christen. Ik las in Openbaringen iii, vers 20. Jezus zegt daar: ‘Zie ik sta aan de deur, en ik klop; indien iemand mijne stem zal horen, en de deur opendoen, zal ik tot hem komen...’ Ik dacht bij mezelf: als Jezus bij mij voor de deur staat, dan moet ik Hem opendoen. Het was zo'n deur, zoals die daar in deze hotelkamer, met een klink aan één kant. Ik hoefde maar één ding te doen. Gewoon zeggen: welkom Jezus!
Zo moeilijk is het niet om een christen te zijn in de showbizz. Het is moeilijker om dat op school te zijn. Je wordt dan onvolwassen genoemd, je wordt dikwijls uitgesloten. Je klasgenoten noemen je dan gauw een vroompie, halfzacht. Als je ouder wordt is het makkelijker om christen te zijn hoewel het natuurlijk niet echt gemakkelijk is in de showbizz. Maar op school!! Andere kinderen noemen je een mietje of een gek! En dat is niet leuk, je wilt vrienden hebben. Dan laten kinderen de Heer dikwijls in de steek. Ik zèlf ben Anglicaans gedoopt maar ik ga naar een baptistenkerk omdat die mij meer aanstaat. Een kwestie van smaak; toch is er één plaats waar alle christenen samenkomen: aan de voet van het kruis.
In mijn song What's a good boy doin' in a rock and roll band’ beantwoord ik deze vraag in het liedje zelf. ‘If you got a reason teil it in my face, why should the devil have all the good music?’ Alle muziek hoort bij God. Alle muziek is door Hem uitgevonden. Jezus was een historische figuur, die heeft echt geleefd, als je bij Hem begint, dan kun je vanzelf tot God komen.
Welnee, Boeddha is geen God! Jezus heeft toch gezegd: ‘Ik ben de waarheid.’ Een enorme uitspraak. Als dat niet waar is, was Jezus een verschrikkelijke leugenaar. Maar als het waar is, dan is Hij, Jezus, de enige weg naar God. Waarom naar iets anders zoeken als je een Jezus, een God hebt?
| |
| |
Nog steeds ben ik een zondaar. Dat besef ik juist door het christendom. Ik ben slecht en heb vergeving nodig.
Rock and roll wordt geassocieerd met rebellie, agressie. Maar het komt er niet uit voort, dat zou betekenen dat God iets slecht geschapen heeft. Wij maken het slecht. Ik houd van rock and roll en ik wil die gebruiken om Gods woord te verspreiden. Muziek is neutraal, zij kan niet slecht zijn. Als er slechte rock is, zou dat dan betekenen dat ik geen goeie zou mogen maken? Ik wil doorgaan met goeie rock en bij voorbeeld zeggen tegen Mick Jagger: ‘Je kan vloeken wat je wilt, op al je platen, maar dat is heel slecht.’ Jagger heeft van die songs die verantwoordelijkheidsgevoel missen. De sfeer is slecht. In ‘Some girls’ vloekt hij zo verschrikkelijk. Niet alleen The Stones, maar ook veel andere groepen schilderen drugs als iets goeds af. Onverantwoordelijk. Het zijn net kleine kinderen die een vies spelletje spelen. Het gaat over leven en dood, hier op aarde. De meeste kinderen die als dertienjarigen drugs gebruikten, leven nu niet meer, denk ik. Nee, ik ken Mick niet. Toch wil ik graag met hem praten. Zij zijn wel volwassener geworden, die Stones. Hoewel... dat ‘Some girls’... Hoe heet dat andere nummer ook weer trielatatala... [Richard bedoelt ‘Miss you’, b.b.] heb ik in mijn jukebox. ‘I love it.’ Bij andere platen, denk ik: hoe kan Jagger dat toch doen! Waarom zingt-ie zo, hij weet dat veel jonge mensen luisteren! Zou het hem dan niks kunnen schelen? Hij vindt het natuurlijk prima om over drugs te zingen.
Ik heb ook gedronken en gevloekt. De ouders van toen waren ook bang voor ons. Ze denken - en ze dachten - dat de popcultuur kinderen op het verkeerde pad brengt. Ach, de popmuziek is zo lang voor de duivel gebruikt, we moeten ervoor zorgen dat hij er met zijn poten vanaf blijft. Het is en blijft Gods muziek. Nee, nee joh, de wereld is ècht slecht. Als je de mensen eruit gooit, is zij prima. Als jij de wereld niet wilt, wil God hem ook niet. Hij wil dat wij voor het goede kiezen. Tuurlijk, Hij kan ppggghhh!!!! zeggen... en dan is het in orde. Maar Hij schiep ons met een vrije wil. Als er een rock and roll was zonder mensen zou het fantaaaaastische muziek zijn.
| |
| |
Toen ik werd bekeerd, vonden sommige collega's mij gek, een sissy. Maar ze kwamen wèl terug! Niemand durfde het me in mijn gezicht te zeggen dat ik gek was. Behalve één lid van The Shadows, John Rostill. Dat was een hele, hele overtuigde atheïst. Ik haatte hem daar niet om. Maar hij is dood. Medelijden had ik met hem. Het is de laatste persoon om wie ik gehuild heb. Gejankt heb ik toen hij overleed. Ik voelde dat ik hem niet echt gekend had. Hij wìlde dood, vreselijk, vreselijk.
Iedereen moet God leren kennen. Daar wil ik mijn leven aan wijden. God, God, hij is zo fantaaaaaastisch!! God te brengen op scholen en universiteiten, is er iets mooiers? O, o, o, God, die moet nummer 1 zijn! We kunnen niet allemaal dominee zijn, ik moet ervoor zorgen een zo goed mogelijk zanger te zijn. Waarom verpesten anderen de rock toch? Waarom toch?!
Nee hoor, mijn stijl is niet veranderd door mijn bekering! Niet langzamer, ballad-achtig geworden. Een ballad-hit als ‘Livin' doll’ zong ik al drie jaar vóór mijn bekering. Ik ben wel meer op teksten gaan letten. Jagger, en ook Alice Cooper - die schrijven zulke zondige teksten! Ik vind hun muziek wel goed, dat is juist zo frustrerend. Het zijn zulke intelligente mensen; als ik naar hun teksten luister, dan denk ik: ze gebruikten hun muziek om iets over te brengen waar ik het helemaal niet mee eens ben! Je kunt zeggen wat je wilt maar er zijn mensen stukgegaan aan druggebruik. Dat is ze aangepraat door die hippiecult!
James Dean was de Jagger van mijn jeugdjaren. Al was het geen popzanger. En Elvis, Elvis! Hij was een beetje een rebel, dat zeker. Ik had in het begin dezelfde naam, ze noemden mij niet voor niks de Engelse Elvis.
Toen Elvis stierf, was ik erg verdrietig. Hij was toch de eerste en de grootste rockzanger! Vóór hem was er niets. Als hij er niet geweest was, dan was ik ook nooit begonnen. Buddy Holly, die hoorde ik pas veel later. Ik hoorde Elvis en ik dacht: zo wil ik ook worden, zo wil ik zingen. Ik liet op school bakkebaarden groeien,
| |
| |
iedereen wilde er toch uitzien zoals Elvis? Och jee, ik weet nog goed dat de regisseur bij mijn eerste tv-showzei: zo kun je er niet uitzien. Ik had een gitaar om mijn nek en leek op Elvis. De regisseur knipte mijn bakkebaarden af en gooide de gitaar in een hoek en nam alleen mijn gezicht in beeld. Zo moest ik mijn eigen identiteit proberen te vinden! Of course, later ben ik minder gaan klinken zoals hij...
Ik kwam terug van vakantie en zag op het journaal: Elvis is dood. Dat kan niet, dacht ik. Toen ging naast de journaallezer op de tv de telefoon: iemand belde van: sorry, Elvis is niet dood, hij is ernstig ziek. Dus ik dacht weer: natuurlijk weer zo'n morbide Hollywoodgrap om publiciteit te krijgen. 's Nachts om drie uur ging bij mij de telefoon. Een radiostation in Londen. Ze zeiden: we willen met je praten want Elvis is dood. Ik hoor het mij nog zeggen: nee, nee, joh, dat is een zieke grap. Op iedere vraag van die interviewer zei ik vooraf: ‘als hij dood is, maar dat is dus niet zo, maar als... et cetera...’ ...
Maar het was waar, bleek later. Elvis dood. Ik heb hem nooit ontmoet. Een keer toen ik met vrienden op vakantie was in Italië wilde ik hem gaan bezoeken in Duitsland. Hij bleek niet thuis te zijn; hij zat in Parijs. Jaren later toerde ik met The Shadows door Amerika. In Memphis: Elvis' vader kwam naar me toe en nodigde me bij hem uit. Elvis bleek echter in Las Vegas te zitten, dus miste ik hem wéér. In 1976 was ik wéér in Amerika. Wéér wilden ze een ontmoeting arrangeren. Maar toen wilde ìk niet meer want het ging zo slecht met Elvis. Hij was dik geworden, een tragedie! Vrienden hadden hem ontmoet en vertelden over hem. Ik wilde hem niet in zo'n staat zien. Voor mij was Elvis The King, een gevallen koning wilde ik niet ontmoeten, ik wilde het beeld gaaf houden.
Achteraf ja, had ik hem toch wel willen ontmoeten. Ik had best willen weten wat er met hem aan de hand was, ik had hem willen helpen. Niemand praatte ooit echt met hem. Omringd door bodyguards, zei nooit wat, maar dom kan hij niet geweest zijn. Iemand die zo mooi zingt, kan niet dom zijn. Het is de artiest van wie ik de meeste platen in mijn jukebox heb. Zijn oudere platen vind
| |
| |
ik de beste. ‘In the ghetto’ en dat soort liedjes zijn toch veel minder...
Van hedendaagse muziek vind ik Elvis Costello erg goed. Ook houd ik van ‘Cool for cats’ van Squeeze. Costello is héél origineel, maar wel een single-artist. Van Armed Forces vind ik maar drie of vier nummers aardig.
Dat sex-appeal van Elvis is erg overdreven. Mij kan het niks schelen, hoor. Ik ben een man. Het deed me niks. Exploiteren van seks is verkeerd. De pers heeft het ook met mij geprobeerd. ‘Too sexy for television,’ schreven ze. Om te lachen toch! Rock and roll is aseksueel. Maar seks kun je niet buiten het leven houden. Je hebt mannen en vrouwen.
Als Olivia Newton-John op de bühne staat, heeft dat een speciaal effect op mannen. Het gaat toch immers om mannen en vrouwen, daar draait alles om. Het hele leven draait om de voortplanting. Je geniet als man toch meer van vrouwelijk gezelschap! Tuurlijk, mannen hebben ook plezier samen: ze drinken, praten, spelen voetbal en cricket. Toch heeft een man een speciale band met een vrouw.
Die Village People, die begrijp ik niet. Dat ze zich op homoseksuelen richten, begrijp ik niet. We begrijpen ze daarom in Engeland ook niet. Het is fóut. Ik probeer het homoseksuele in hun platen te horen, ik zie het echter niet. Tsja, die Bowie, die is weer biseksueel. Wat ik wil zeggen: als je kijkt, wat natuurlijk is, dan zie je het toch vanzelf: een relatie tussen de man en de vrouw. Gut ja, een man op de bühne heeft aantrekkingskracht op de vrouwen, en als er een homoseksueel in de zaal is óók op hem. Dat laatste, zo'n homo, die is afwijkend. Het is niet normaal! Ik speel niet met sex-appeal op de bühne. Vooral als je ervoor zorgt dat je je uiterlijk niet exploiteert, dan heb je pas natuurlijke aantrekkingskracht.
Dat gegil van die meisjes, dat is out of time. Dat doen ze niet meer. Zo'n Cheap Trick-elpee [At Budokan], dat is Japan. Welnee, dat heeft niks met seks van doen, dat gekrijs. Opgefokt en- | |
| |
thousiasme. Ze betalen meisjes om zo te doen, weet je dat? Die noemen ze bobbysoxers. Neem nou 'ns de eerste tv-show van mij... ‘Move it,’ zong ik. Niemand had van mij of mijn plaat gehoord. Niemand gilde. Wel bij Marty Wilde die in diezelfde show zat. Die had al hits gemaakt. Vier weken later stond ‘Move it’ in de charts. Ik trad op in dezelfde kleren, hetzelfde nummer en opeens... ze gilden alsof het een lieve lust was! Het hoort erbij.
Ah, ah, dat ‘aanraken’ door je fans! Dat is net zoiets als mensen die zeggen: ik heb de koningin aangeraakt. Is dat dan vanwege de seks? Ben je helemaal belatafeld! Seks is maar een deel van het leven, net zoals de liefde.
Roem is ook niet alles. Ach ja, toen ik jong was, wilde ik ook naast Jerry Lee Lewis staan. Ik begrijp dat als geen ander. Ik bewaar thuis foto's. En dan denk ik vaak: zo héél dichtbij heb ik naast Jerry Lee Lewis gestaan! En die Jerry, die was alcoholist, zei obscene dingen... sommigen vinden dat geweldig... neem nou Elvis, de grootste, de allergrootste, maar een mislukt mens. Jerry mag een groot zanger zijn, als mens - een dronkaard - is hij mislukt. Kijk, een ritme dat mensen twee minuten opwindt en na tien minuten gek maakt, dat is slecht, evil. ‘Dynamite’ vind je dat mooi? Opwindend? Nou, het duurt mooi maar tweeëneenhalve minuut; daar kom je dus wel overheen!
Discomuziek? Soms wel grappig. Ik dans graag maar creatief is die discosound dood, dood en nog eens dood. Punk is toch één grote ‘big joke’. Stevie Wonder maakt weinig, maar wat hij maakt is beregoed! The Who: dat is altijd kwaliteit.
Buddy Holly - daar noem je wat - die heeft grote invloed op The Shadows en mij gehad. The Shadows stellen mij vandaag de dag teleur. Ik weet dat ze dingen kunnen die echt modern zijn. Ik mis ze niet. Die Hank Marvin-sound kan iedereen kopiëren. Ik vind de Shadows niet onaardig maar het is verleden tijd. Marvin is een beste gitarist, alleen: ik wil niet meer dat mijn geluid nog op dat van The Shadows lijkt.
Wat ze nu doen, is wat het publiek wil. ‘Devil woman’: ik zou het niet met ze willen spelen. Ik prefereer Jezus... Hij is zo fantastisch!!
|
|