Reizen van Cornelis de Bruyn door de vermaardste deelen van Klein Asia, de eylanden Scio, Rhodus, Cyprus, Metelino, Stanchio, &c., mitsgaders de voornaamste steden van Aegypten, Syrien en Palestina
(2014)–Cornelis de Bruyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 317]
| |
Sefora; Valey Sabulon; Bedenie; Tieri; Vlakte van Akre; wederkomst tot AkreDen 28sten April, ’s morgens ten zeven uuren, nadat ik den pater praesident had bedankt wegens zyn beleefd onthaal, begaf ik my weder op weg na Akre en kwam vooreerst aan het dorp Sefora of Saffauri, leggende op een berg. ’t Is voor dezen een schoone stad geweest gelyk men genoegzaam kan afmeeten uit de grondvesten der zwaare vervallene gebouwen en der verbrokene kolommen en pilaaren, waarvan echter nog eenige in hun geheel staan, gelyk mede nog een boog welke gezegd word van de kerk van S. Joachim te zyn. Eenige houden deze plaats voor d’oude stad Saffet. Van hier heeft men een zeer fraay gezicht over de Valey Sabulon en het Gebergte Damascus, met sneeuw bedekt. Tot de valey komende, welke omtrent zestien Italiaansche mylen lang en twee breed is, Ga naar voetnoot+ passeerd men het dorp Bedenie, gelegen op een berg, en tegenover ‘tzelve het dorp Fornendo. Hier heeft men een fonteyn die den naam van de valey voerd en zes Italiaansche mylen van Nazareth gerekend word. Ga naar voetnoot+ Vervolgens voortrydende door een heel aangenaam en vermaakelyk gebergte komt men aan het dorp Tieri, alwaar de Vlakte van Akre aanvangd. Dit dorp werd vyf Italiaansche mylen Ga naar voetnoot+ van de gemelde fonteyn gerekend en geefd een schoon gezicht over de voornoemde vlakte, de zee, en den berg Karmel. Hier in het veld, onder een boom, hielden wy ons middagmaal, vervolgden wyders onzen weg en kwamen ’s middags ten drie uuren weder tot Akre, alwaar ik verstond dat er een vaartuig gereed lag om nog dienzelven avond na Tripolis te vertrekken. Ik besloot dan my aanstonds by den patroon te vervoegen en verding Ga naar voetnoot+ met dezelve wegens de tocht te maaken. Doch alvooren daaraf te spreeken moet ik hier de lyst invoegen van de kosten welke men tot het gaan na Nazareth en de Galileesche Zee gehouden is te doen, in manier als hier hiervóór ten opzichte van Jerusalem heb gedaan. | |
Kosten die men gehouden is te doen tot de tocht na Nazareth en de Galileesche ZeeMen bespreekt – alleen zynde gelyk ik er ben geweest – twee paarden, een voor u en het ander voor den drogeman die u na Nazareth en de Galileesche Zee geleyd en van daar weder tot Akre brengd, ‘twelk in alles omtrent veertien ryksdaalders komt te bedraagen. Doch men moet hier niet onder reekenen ‘tgeen men tot Nazareth, tot erkentenis, aan het klooster geefd. Daar is ook geen prys toe gesteld en yder geefd zoveel als zyn gelegentheid of mildheid toelaat. Voor my, ik moet bekennen dat ik er wel gehandeld Ga naar voetnoot+ ben en niemand, geloof ik, heeft reeden om er zich over te beklaagen. De geestelyken zyn er beleefd en minnelyk, en ’t onthaal ‘tgeen de pelgrims gedaan word, verdiend wel dat men de noodzaakelykheden van het klooster te hulp kome. |