Reizen van Cornelis de Bruyn door de vermaardste deelen van Klein Asia, de eylanden Scio, Rhodus, Cyprus, Metelino, Stanchio, &c., mitsgaders de voornaamste steden van Aegypten, Syrien en Palestina
(2014)–Cornelis de Bruyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 306]
| |
Vertrek van TripolisNadat ik omtrent drie maanden myn verblyf te Tripolis had gehouden om de wintertyd te laaten voorbygaan, trad ik den 9den April t’scheep op een Hollandsche koopvaarder ‘De Goede Fortuyn Elizabeth’ geheeten, geschikt Ga naar voetnoot+ na S. Jan d’Akre, teneynde my na Nazareth en de Galileesche Zee te begeven, vervolgens weder na Tripolis te keeren, en van daar over land na Aleppo te trekken, maar alzo ons de wind tegen was, waaren wy genoodzaakt tot den elfden te blyven leggen. Thans wierd het anker gelicht doch kort daarna, vermits het doodstil was, weder in de grond gesmeeten. Omtrent den avond raakten wy een goed stuk wegs met de landwind in zee. Den 12den vorderden wy weinig, gelyk ook den 13den, hebbende zeer onstuymig weer en een schrikkelyke holle zee. Den 14den kreegen wy de Caap Bianco digt nevens ons; des nachts staaken wy weder zeewaarts in, vermits wy tot Akre niet wilden inloopen. Den 15den na den middag lieten wy het anker vallen onder Kaifa dewyl de schipper ter oorzaak van de harde wind, uit vrees van de kwaade haven, het niet binnen Akre dorst zetten. | |
KaifaDeze plaats, weleer een vermaarde stad en die verscheyde maalen van naam veranderd is, legd onder aan en ten noorden van den berg Karmel aan de oever van de zee omtrent drie uuren van Akre, en is tegenwoordig van weinig belang, gelyk men op No 162 kan zien. De Arabiers en de Turken noemen ze Kafas.
Kaifa
Wy konden dezen dag door de holle zee met de sloep niet aan land komen, ‘tgeen my geweldig moeyde Ga naar voetnoot+ alzo ik zeer begeerig was om den gemelden berg te bezichtigen. Op denzelven, aan het eynde van de zee, legd het zo berugte Ga naar voetnoot+ klooster waarin zich de paters karmeliten onthouden. Hier toond men een grotte of spelonk, in de rots gehouwen, welke den propheet Elisaeus tot woonplaats gediend zoude hebben. Een stuk wegs van daar ziet men een fonteyn die de gemelde propheet uit de aarde deed ontspringen, en een weinig hooger noch een andere; beyde geven ze goed water. Dicht daarby heeft men de peuynhoopen des kloosters van S. Broeardus die door S. Albregt, patriarch van Jerusalem, gezonden wierd om de kluyzenaars, welke zonder regel of broederschap leefden, binnen zeekere bepaaldheid te brengen. Men toond hier ook noch een grotte van den propheet Elias, en een andere van den propheet Elisaeus. Wat laager na de voet van den berg is een grotte waarin men zegd dat den propheet Elias het volk onderwezen heeft. Deze is mede uit de rots gehouwen en heel fraay. Hier hebben de Turken een kleyne mosqueë. Op dezen berg vind men de steene meloenen en andere steene-vrugten van welker eerste my verscheydene uitsteekend fraaye ter hand wierden gesteld, gelyk ook eenige steene olyven. De gedaante dezer meloenen vertoond zich op No 163 zoals ze geheel en opengeslagen zyn, waarom ik er twee heb verbeeld. Men ziet er ook noch by een soort van een steene oester of capo tonde Ga naar voetnoot+ gelyk ze by de Italiaanen genoemd worden. Hy is in zyn geheel, gelyk mede de twee steene olyven die erby zyn. Men zegd dat er ook geheele druyvetrossen van steen – van dezelve gedaante als men ze | |
[pagina 307]
| |
aan de wyngaarden ziet groeyen – gevonden werden, doch ik heb ze niet konnen bekomen, hoewel ik een der paters zonderling te vriend had die er my geerne mede gediend zoude hebben, indien ze maar te vinden waaren geweest. Deze steene meloenen hebben van buyten dezelve gedaante als de natuurlyke, eenige rond, andere langwerpig, gelyk ook dezelve grootte en de schors omtrent dezelve dikte. Gebrooken zynde vertoonen zich de holligheden evenals die van de waare vrugt; ook hebben ze eenige reuk die niet onaangenaam is. | |
Komst te S. Jan de Akre en de tegenwoordige staat van deze stadDen 16den der genoemde maand April toogen de schipper en ik met de boot na S. Jan de Akre daar ik my eenige dagen ophield, en tyding kreeg dat er geene pelgrims derwaarts zouden komen vermits de paters te Nazareth eenig verschil Ga naar voetnoot+ met de Turken hadden. Ik bragt dan ondertusschen eenige fraaye gezichten op ’t papier waarvan deze verwoeste plaats een meenigte kan uitleveren, inzonderheid overblyfzelen van gebouwen onder dewelke niet het minste is ‘tgeen men ten westen aan de zeekant ziet. Het vertoond zich heel groots en heeft, geloof ik, weleer tot een tempel gediend. De bouwkunde Ga naar voetnoot+ is er volgens de Gotsche order in waargenomen, gelyk op No 164 werd aangewezen. In ’t verschiet vertoond zich de berg Karmel en het dorp Kaifa beneden aan het eynde van denzelven berg aan de zee, mitsgaders het klooster der karmeliten bovenop den uitersten top.
Chiesa di St. Iuan d’Akari
Rouine di St. Iuan d'Akari
Omtrent in het midden der peuynhoopen van deze stad teekende ik noch een gezicht van een gebouw, bestaande vooraan in eenige boogen met vierkante pilaaren waarover men langs ettelyke trappen na een soort van een hof of paleis gaat, staande noch vierkant in wezen. Ga naar voetnoot+ Het schynd van jonger tyd gemaakt te wezen als het onderste werk, ‘tgeene van byzondere groote steenen opgehaald is waarvan er zeer veele op de grond gestort leggen, en vertoond zich op No 165. | |
[pagina 308]
| |
Men ziet hier in ’t verschiet het gebergte ‘tgeen zich na de Karmel strekt. Kortom, al wat er fraays in Akre te zien is bestaat in de peuynhoopen van het oude Ptolomaïs – want aldus wierd deze stad weleer genoemd, na de naam van den Egyptische koning Ptolomaeus – toen ze met regt voor een der aanzienlykste steden van het oosten kon gaan. De zee heeft er een groot gedeelte af weggespoeld, gelyk men genoegzaam kan afmeeten uit de ruïnen of peuynhoopen welke hier en daar het hoofd boven het water uitsteeken, en zelfs ook in de haven. Deze loopt halvemaans-wyze en strekt zich als met een bocht tot aan den uitersten hoek van den berg Karmel. Een kleyn getal van huyzen, slegt genoeg, Ga naar voetnoot+ maakt wyders de tegenwoordige stad uit. De Franken, welke meest in Franschen bestaan, woonen in een chan, zynde een rond gebouw met twee verdiepingen, verdeeld in verscheyde vertrekken waaraf de onderste dienen tot pakhuyzen om de goederen in te bergen, en de bovenste tot woonplaatzen. Hier hield ik mede myn verblyf, zynde gerecommandeerd aan een koopman van het land, van wien ik zeer beleefd wierd onthaald. Terwyl ik my hier ophield, was ons schip daar mede op de reede gekomen om eenige katoenbaalen die het er te laaden had, in te nemen en zo weder te vertrekken, gelyk het ook op den 21sten der maand des nachts onder zeyl ging, zonder eens in de haven te zyn geweest. De reeden was omdat dezelve zeer gevaarlyk voor de scheepen is, inzonderheid by wintertyd, vermits door de kwaade grond ter oorzaak van de peuynhoopen die er in meenigte zyn, de touwen aan stukken ryten Ga naar voetnoot+, daar het behoud derzelven in bestaat. Ik vond er ook nog een gedeelte van een der scheepen, voor ettelyke dagen (als hiervoor vermeld) alhier verongelukt, boven het water leggen. Maar van het ander wierd geen stuk vernoomen. |