Reizen van Cornelis de Bruyn door de vermaardste deelen van Klein Asia, de eylanden Scio, Rhodus, Cyprus, Metelino, Stanchio, &c., mitsgaders de voornaamste steden van Aegypten, Syrien en Palestina
(2014)–Cornelis de Bruyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 255]
| |
XLVIIe Hoofdstuk.
| |
Optogt van Rama na JerusalemIk maakte my dan klaar en vertrok des nagts tusschen den 16den en 17den october omtrent twee uuren na middernagt uit Rama, verzeld door twee paters en een drogeman Ga naar voetnoot+ van het klooster. ’t Is de gewoonte dus in de nagt te slaan Ga naar voetnoot+ alzo men dan gelegentheid heeft om by dag van Jerusalem weder te keeren. Ga naar voetnoot+ | |
Cobeb; Bedisda; Bon Ladron; Benop; S. JeremiaEerstelyk togen wy voorby het dorp Cobeb, ‘tgeen wy ter slinkerhand lieten, en ontmoeteden een stukwegs verder aan de rechterzyde een ander dorp, Bedisda geheeten, gelegen in een lustige valley daar men het oog wyd en zyd kan laaten weyden. Omtrent een uur verder komt men aan het dorp van den Goeden Moordenaar die met Christus wierd gekruist; de Christenen en Arabiers daar te lande noemen het ‘Bon Ladron’. Vervolgens in de laagte komende, ziet men een vervallene kerk daar men goed water in heeft. In het begin van het gebergte ontmoet men weder een dorp, Benop geheeten, en wat verder St. Jeremia, een kloek gevaarte, daar wy des morgens ten zes uuren aankwaamen. Voor dezen Ga naar voetnoot+ onthielden zig hier de paters franciskaners. Deze kerk heeft weleer drie kapellen gehad en is van buiten zowel als van binnen noch in haar gantsche muurwerk, van zeer groote steenen gebouwd. Men ziet in dezelve zes pilaaren, en op de muuren noch verscheide stukken van schilderwerk, mitsgaders drie altaaren. Onder deze is noch een andere kerk, van gelyke gedaante als de bovenste. | |
Karitleneb; Soud; Subie; SoubaThans komt men aan het dorp Karitleneb, alwaar heel goed water is. Drie uuren van daar, op den top van een zeer hoogen berg, ziet men een vervallen kasteel, Soud genaamd; volgens het zeggen van de lieden des lands zouden de Machabeen hier hebben gewoond. Wat verder, op een hoogte of heuvel ter rechterzyde, legd het dorp Subie, aanmerkelyk wegens de meenigvuldigheid der wyngaarden. Hier ontmoet men ook een vervallen gebouw ‘tgeen van eenige fraayheid schynd geweest te zyn, en omtrent vyftig schreeden verder een brug met vyf boogen. Maar de rivier is droog. Hier heeft men gestadig kwaade wegen, zynde niet als Ga naar voetnoot+ bergen en steenrotzen. Vervolgens, na noch omtrent een uur gereeden te hebben, kwaamen wy in een vlakte daar wy aan een klaare fonteyn afsteegen en den ontbyt hielden. Hier zag ik, terzyde aan de rechterhand op een berg, Souba, ‘tgeen eerst een klooster der Grieken is geweest doch tegenwoordig door de Mooren bewoond word. | |
Samuel; KaloyeWeder te paard gesteegen, ontmoeteden wy na weinig tyds Samuel, zynde een kerk, op een hoogen berg gebouwd. Men zegd dat hier eertyds de Stad van Samuel gestaan zoude hebben en hy aldaar begraaven weezen. De Jooden gaan deze | |
[pagina 256]
| |
plaats ook noch uit godvrugtigheid bezoeken. Thans komt men aan Kaloye, mede een berg, digt aan den weg gelegen. Een weinig terzyde strekt zich de plaats alwaar de lieden zeggen dat David den reus Goliath versloeg. | |
Komst te JerusalemAldus door het gebergte heen rydende begon ik, met groote blydschap, Jerusalem in het oog te krygen, daar wy digtby waaren, zodanig dat wy in een kwartier uurs aan desselfs muuren geraakten. d’Oorzaak dat zich deze stad niet eer vertoond, is omdat het gezicht daarvan door het gebergte verhinderd word. ’t Was nu omtrent den middag, en, zynde het de manier Ga naar voetnoot+ dat de pelgrims aan de Poort van Damascus afgehaald worden, mogende niemand eer in de stad komen, vervoegde ik my derwaarts Ga naar voetnoot+. |