Reizen van Cornelis de Bruyn door de vermaardste deelen van Klein Asia, de eylanden Scio, Rhodus, Cyprus, Metelino, Stanchio, &c., mitsgaders de voornaamste steden van Aegypten, Syrien en Palestina
(2014)–Cornelis de Bruyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 136]
| |
Huisselyke tydverdryven der TurkenGelyk de Turken van een swaarmoedigen en ernsthaftigen inborst zyn, ziet men er, buiten noodzaakelykheid, geen groote beweeging in. Zelfs zou men er met recht vry wat luiheid aan mogen toeschryven. Want als zy zich t’huis bevinden en geene bezigheid hebben, zitten zy gemeenlyk op hunne divans, rooken een pyp tabak, of speelen op een zekere soort van een luit, met drie snaaren bespannen, welks geluid niet zeer aangenaam is, hoewel zy er echter nooit verdriet in hebben, al speelen zy er, zittende aldus in hunne eenigheid, een gantsche middag op. Zy brengen ook dikwils een goed gedeelte van den tyd met slaapen door. Wanneer zy malkander komen bezoeken, word er aanstonts tabak en kaffé gebracht, en wyders met groote stemmigheid gerookt en gepraat, zonder van den divan – op welke zy zitten in wyze als de nevensgaande prentverbeelding (in welke wy op de letter A een geselschap van mannen, en op de letter B een geselschap van vrouwen vertoonen) aanwyst – op te staan, ’t en ware om de noodwendigheden der natuur te verrichten. Nooit gaan zy in een kamer of op een opene plaats heen we weer wandelen, gelyk by ons gebruikelyk is. Zelfs lagchen zy opentlyk met de Franken wanneer zy hen aldus zien kuyeren, en schelden hen voor zotten, vragende wat zy aan die zyde te doen hebben daar zy zo menigmaal heen gaan, en t’elkens, zonder dat zy er hen yts hebben zien verrichten, weder vandaan komen. | |
SpeelenDoch als hen deze leedigheid begint te verdrieten en dat zy eenig tydverdryf ter hand willen neemen, word het schaakspel voor den dag gebracht, daar zy zeer wel in ervaren zyn, gelyk ook in het dammen en negenstukken. Ga naar voetnoot+ Maar zy speelen nooit om geld, alzo zy het zonde achten. Niettemin, hoewel zy met groote koelheid speelen en datter noch blydschap noch droefheid over winst of verlies getoond word, hebben zy er zodanig een vermaak in, dat zy er dikwils gantsche dagen mee toebrengen. De mankala of ‘hoornbord’ is er ook zeer gemeen en by allerhande slag, ryken en armen, gebruikelyk, zulks dat er geen spel zozeer in swang gaat. Nooit, zeggen sommige reizigers, speelen zy met steenen of eenig spel daar ’t geluk en ‘t geval Ga naar voetnoot+ de heerschappy in voeren. Meer als eenmaal heb ik het tegendeel gezien, want het verkeerbord Ga naar voetnoot+ is er ook in gebruik, doch echter zo gemeen niet. De manier van speelen is de zelve als by ons, maar met dit onderscheid dat men zyn party niet geheel uit het bord kan slaan, maar altyd plaats moet laaten om te konnen aangaan. ’t Bord is ook maar van eenerley koleur. | |
Tydverdryven der krygsliedenDe tydverdryven dergeenen die in oorlogsoeffeningen vermaak scheppen, zyn van een andere natuur. ’t Schieten met pyl en boog is een der gemeensten en word er wonderlyk wel gedaan. Verscheidene huizen binnen Constantinopolen beschikken er om gering geld gelegentheid toe, en konnen er tamelyk wel af bestaan. Ook schieten zy zeer wel met het roer in ‘t wit Ga naar voetnoot+, en ik heb er verscheidene reizen, Ga naar voetnoot+ met een volle ren te paard, treffelyke proeven af gezien. Maar hunne behendigheid in het handelen van de zagay | |
[pagina 137]
| |
munt boven alles uit. ’t Is een stok van omtrent vier voeten lang en een goede duim dik, Ga naar voetnoot+ voor rond en achter plat, van palmenhout gemaakt. ’t Geschied aldus. Eén uit den hoop – want ten dien einde vergaderen zy gemeenlyk in een groot getal hier of daar in een veld – stoot vooruit, en een ander hem, met de zagay in de hand, met lossen toom na. Die voor is, ziet al vlugtende ter zyde om, zo om de werp t’ontwyken als om te trachten meester van de zagay te worden, ‘twelk gebeurende, gelyk men het dikwils genoeg ziet, verandert het spel van personagie, en die voorheen de vluchter was, word nu de volger. d’Oeffening is ruuw en niet zonder gevaar, want indien de rug (de plaats daar het op gemunt is) door het draayen van het lighaam om zich voor het geweld der werp te behoeden – want ze zetten ’t met het eind van de zagay in den rug, dat er zomtyds merkelyke wonden door veroorzaakt worden – niet getroffen werd, moet er het hoofd bywylen de smert af gevoelen. ’t Is byna ongeloofelyk hoe ver zy ermee weeten te werpen, en indien ik zei dat ik het ter verte van drie- à vierhonderd voeten Ga naar voetnoot+ had zien doen, zou ik de waarheid gantsch niet verkorten. Doch ik moet ook zeggen dat ze niet altemaal of zo sterk of zo behendig zyn. By gelegentheid van ernst komt d’ervarendheid in deze oeffening wel te pas, en alsdan gebruikt men in plaats van zagayen zekere korte lansjes, van dewelke de jonge heeren, als ze op eenige reis zyn, drie boven malkander, ter zyde van het paard steeken. Deze lansjes zyn van swart ebben- of ander kostelyk hout gemaakt, en hebben vooraan een vierkante of ook wel een platte yzere punt. | |
DanstersDie het voorhoofd nog ongefronst hebben, konnen zich niet onsmaakelyk vermaaken met een zeker soort van vrouwspersoonen, by de Turken singis geheeten. ’t Zyn openbare dansters die zich laten vinden daar ze ontbooden worden, en zyn gemeenlyk Joodinnen, Armenische, ofwel Christene en andere slaavinnen. De Joodsche jongelingen laaten er zich ook, in vrouwelyk gewaad, wel toe gebruiken. Deze singis zyn doorgaans wonderlyk geswind en speelen onder het danssen met zekere lankwerpige beentjes welke zy in de handen hebben, boven rond en onder plat, waarmede zy een aardig geluid weeten te maaken, geëvenaard na de beweegingen en postuuren die zy met het lighaam vertoonen. ‘k Heb dit vermaak menigmaal bygewoond, en onder andere verscheidene reizen Ga naar voetnoot+ ten huize van den heer Coljers, ambassadeur van Haare Hoogmogende aan het Turksche hof, wanneer hy den Franschen of Venetiaanschen ambassadeur onthaalde. ’t Duurde somtyds ettelyke uuren in de nacht, dog zonder die dartele en onkuische postuuren, daar de Turken zulk een vermaak in scheppen. De zedigheid was echter ook zo groot niet, of de heeren gezanten moesten nu en dan de lever wel eens verschudden. Ga naar voetnoot+ Maar als men deze dansters laat begaan, en dat men toont behagen in hunne dartelheid te hebben, maaken ze beweegingen die niet arger bedacht konnen worden. Want alle de leden zyn er van jongs op zodanig toe afgericht, dat zy er duizenderley postuuren mee weeten te vertoonen. | |
SpeeltuigenDe Turken hebben behalven de luit (daar zy zich gemeenlyk mee vermaaken) die, gelyk even gezegt is, bespannen is met drie snaaren en niet zeer aangenaam van klank, noch verscheidene speeltuigen. Zy gebruiken ook de satyrsfluit, de cymbaal of tambour de Basque die by d’Italiaanen gebruikelyk is, de kastinjetten, enz. Maar wat belangt die lieffelyke instrumenten daar men zich in Christenryk van bedient, zy hebben er geen kennis af, en de muzyk heeft hier tot nog toe sobere voortgangen gemaakt. |