Reizen van Cornelis de Bruyn door de vermaardste deelen van Klein Asia, de eylanden Scio, Rhodus, Cyprus, Metelino, Stanchio, &c., mitsgaders de voornaamste steden van Aegypten, Syrien en Palestina
(2014)–Cornelis de Bruyn– Auteursrechtelijk beschermdXXIe Hoofdstuk.
| |
Dagelykse spys; pilauDe gewoonlykste en dagelyksche spys is de pilau (zynde ryst) met hoender- of vleeschnat en boter, en by gebrek van hetzelve met boter en water. Men doet er ook dikwils gestremde melk in, jogbourt by hen geheeten, gelyk ook wel saffraan om ze geel, honig of pekmes (zynde een soort van mee Ga naar voetnoot+) om ze zoet te maken, en verscheidene andere dingen om de grilligheid van een zo vreemde smaak als de hunne te voldoen. Doch de gemeenste Ga naar voetnoot+ manier is, als men de pilau opdischt, dat er slechs een menigte van peper overheen gestrooit word om er eenige scherpheid aan mede te deelen. Die de gelegentheid hebben, steeken er een hoen in, of wat schapen- en ossenvleesch, ‘tgeen er uitsteekend murw in word. Hoe dikker en drooger de pilau is, zoveel te beter meukt het er in gaar. Ga naar voetnoot+ De tafel is de grond, of ook wel een rond tafeltje van omtrent een voet hoog daar zy zich rondom zetten met de beenen kruislings onder ’t lyf, gelyk de snyders. Ga naar voetnoot+ Tot tafellaken dient een rond stuk bruin Spaansch leer (sofra by hen geheeten) en tot servet een lange strook, gemeenlyk van blauw linden, Ga naar voetnoot+ die zich in de rondte strekt. Nedergezeten zeggen zy: ‘Bis millah’ of ‘In de naam Gods’ en vallen aan de spys. Indien ze yts vooraf hebben, ‘tgeen by geringer soort van menschen niet altyd gebeurt, word de pilau – gelyk by andere altyd – het laatst opgezet en met houte leepels gegeeten. ’t Vleesch werd door ymand van ’t gezelschap met de handen in stukken gebrooken, doch dit geschied meer aan de hoenders, welke geheel en in de pilau bedooven leggen, Ga naar voetnoot+ want wat het ossen- en schapenvleesch belangt, ’t zy dat het gebraden, of gekookt zal worden, | |
[pagina 134]
| |
snyden zy het altyd van tevooren aan kleine stukken. Onder de maaltyd gebruyken zy geen drank, maar gegeeten hebbende, word hen een aarde kop met water voorgezet daar een yder zo veel af drinkt als ’t hem lust. Thans geschied de dankzegging, zo kort als het gebed, bestaande in een ‘Hamdilah’ of ‘Gelooft zy God’, en vervolgens de wassching der handen. Want de Turken wasschen de handen niet eer zy aan tafel gaan, maar als zy ervan opstaan. By de lieden van aanzien verstrekt een groote hooge schotel met een kleine rand, sinie genaamd, tot tafel. Deze werd bovenop de sofra gezet en draagt de schotelen met de spys, doch achtervolgens een voor een, want de Turken disschen nooit meer als eene schotel tegelyk op. En met de laatste werd de sinie weggenomen, en het dessert (’t zy van vruchten, of anders) vlak op de sofra nedergezet. | |
BroodWat het brood belangt, zy hebben het alle dagen versch, en gebruiken om het te doen rysen zuur deeg. ’t Valt doorgaans vry slecht Ga naar voetnoot+ en gelykt niet kwaalyk na een boekwyte koek, zynde plat en rond, ter dikte van omtrent een vinger. Zy gebruiken het ook, ter oorzaak van de gemakkelyke gedaante, dikwils tot een tafelbord om de spys op te leggen, eetende alzo het een en het andere op. | |
Schone uyenZy hebben een zekere manier van ossenvleesch te braaden die het wonderlyk lekker maakt. ’t Vleesch word in kleine stukken gesneeden en alzo aan een speetje gereegen, tusschen yder stukje vleesch een schyf uyen. Doch men moet dit van den uyen Ga naar voetnoot+ dezer landen zeggen, dat ze zonder vergelyking aangenaamer van smaak is als d’onze. De Grieken gebruiken ze tot een naspys, gelyk by ons de boter en kaas. Op alle plaatsen daar ik verversching kon bekomen, voorzag ik my op de reis van deze uyens en bevond door de gewoonte, dat ze met wat broot en zout gegeeten, zeer smaakelyk waren. Weshalven ik my niet meer en verwonderde dat d’Egyptenaaren onder het bouwen van de pyramiden – volgens ‘tgeen de schryvers ons daaraf hebben nagelaaten – zo veel gelds daaraan hadden verteerd, eer die beruchte werkstukken voltoyt waren. | |
Oly‘k Moet hier ook yts van den oly zeggen, als van een zaak waarmede zy hunne spyzen voor een groot gedeelte goed maaken, zonder dat er eenige viesheid mee gemengd is. Want den oly valt hier uitsteekend wit, zoet, en zeer aangenaam van smaak, zulks dat ze ook, met een weinigje zout op broot gegeeten, den dienst van de boter kan vervullen. Met wat citroen erin gedrukt, of azyn, en eenig peper en zout door malkander geklopt, maakt ze mede een goede smaakelyke saus tot zekere zoorten van visch, en men wend er mettertyd zodanig toe, dat men de boter, hoe voortreffelyk dat zuivel ook moge wezen, heel gemakkelyk zoude konnen missen. | |
Kracht der gewoonte omtrent de spyzenInderdaad, de gewoonte maakt de tweede natuur. ’t Gebruik der spyzen bestaat ten meerendeele in de gewoonte. De dingen welken men als met de moedermelk ingezoogen heeft, kleeven ons geweldig aan, en dikwils tot aan het eind van ons leven. Elke landaard heeft zo yts byzonders, daar men zich (ter oorzaak dat men er van kindsbeen af toe gewend is) beswaarlyk van kan ontslaan. ‘k Heb menigmaal gezien dat de Grieksche vrouwen, getrouwd met onze kooplieden, welke doorgaans van de schoonste Hollantsche boter en kaas voorzien waren, nooit mond eraan wilden zetten, maar in plaats van dien met byzondere smaak eenige half-verrotte olyven of ook wel uitgepelde roomsche-boonen Ga naar voetnoot+ op de zelve wys als den uyen (of anders jonge artisokken) met wat zout en peper – gelyk in Italien mede gebruikelyk is – tot een stuk brood aten. | |
ArtisokkenOok braaden zy d’artisokken wel op den rooster met wat oly, peper en zout tusschen de schellen, ‘tgeen een lekker eeten is en zo laf niet als wanneer ze op onze wyze gekookt zyn. | |
[pagina 135]
| |
Behalven deze hebben zy ook noch een andere manier van artisokken toe te maaken, te weeten, zy snyden ze, jong zynde, in vier quartieren en fruiten ze in de pan. ’t Maakt aldus mede een smaakelyk gerecht. | |
Dranken; [sorbet, brandewijn]Doch om nu ook yts wegens den drank te zeggen, de gewoonelyke drank is water, of kahue (by ons koffy) welke zy tot alle uuren van den dag nuttigen. Noch hebben zy een andere drank die zy sorbet noemen, gemaakt van suiker, limoensap en roosewater, vermengd met de geur van muskus of andere dingen die een lieffelyke reuk hebben. Deze drank is byzonder smaakelyk en word ook tot een koek of deeg gemaakt, teneinde op de reis medegenomen te konnen werden, want men heeft dezelve maar in frisch water te mengen, zo veel als men noodig oordeelt. Ik voerde ze op myne reizen gemeenlyk met my, en gebruikte ze wanneer de wyn wat schaars te bekomen was. Doch ’s morgens en ’s avonds nuttigde ik gemeenlyk wat brandewyn, daar ik my altyd zeer wel by bevonden heb. Gemeenlyk kan men ze allerwegen by de Grieken bekomen. Wel is waar dat ze wat slecht valt Ga naar voetnoot+ als zynde maar van koorn gestookt, doch ik deed ze in dikke bottels Ga naar voetnoot+ en verbeterde die vunsche smaak met er een weinig suiker, eenige kruidnagelen en wat citroen- of oranjeschel op te smyten. Maar als ik Fransche brandewyn, met deze of geene schepen uit Christenryk derwaarts gevoerd, kon krygen, voorzag ik my van zo veel als ik zonder ongemak mee kon voeren. | |
Vruchten van der Turken soberheidDeze soberheid der Turken in spys en drank zou met het humeur der Engelsche en Duitschers – de eenen berucht wegens hunne lekkere tong in het verkiezen van menigerhande kostelyke gerechten, en d’anderen ten opzichte van den drank – gantsch niet overeen komen. Een zak ryst in ’t jaar benevens eenige potten boter en gedroogde vruchten maaken de grootste provisie voor een tamelyk Ga naar voetnoot+ huisgezin. Men mag ook aan die soberheid wel toeschryven de sterkte en goede gesteldheid der Levantynen. En indien zy groote goederen in eigendom mogten bezitten om er de jaarlyksche inkomsten af te genieten, zou deze spaarzaamheid omtrent hunne mondbehouftens meerder huisgezinnen in d’eenige stad Constantinopolen Ga naar voetnoot+ verrykt hebben, als de brasseryen en gastmaalen in de geheele Nederlanden hebben bedurven. Ga naar voetnoot+ | |
Manier van een beter avondmaal als middagmaal te houdenNa dit alles moet ik hier ook noch zeggen dat de meeste oosterlingen (voornaamentlyk de kooplieden, handwerkslieden, reizigers en anderen) een heel zober middagmaal, en een veel beter avondmaal houden, strydende tegens het gebruik van Europa, alwaar men doorgaans een zoberder avondmaal houd, en een beter middagmaal. Echter vind men in Turkyen (zowel als elders) lieden welke zich zowel van een hartelyk avond- als middagmaal bedienen en zich daar wel by bevinden. De gewoonte, die (gelyk ik hiervoor gezegt heb) een tweede natuur is, kan die twee dingen wel tesamen doen gaan. | |
Strydigheid tusschen eenige der Turksche en onze zedenEven zodanig is het met dit middag- en avondmaal gelegen, als met verscheidene andere dingen waarin de Turken met ons strydig zyn. Wy vernoegen ons met een eenige vrouw, zy integendeel hebben er veele. Onze kleederen zyn kort, de hunne lang. Wy draagen het hoofdhair lang en laaten den baard glad afscheeren, zy scheeren het hoofdhair af en draagen lange baarden. De rechterzyde is by ons de zyde van eer, by hen de slinker. Wy schryven van de slinkerhand na de rechter en in doorgaande regels, zy van de rechter na de slinker en met kromme en geboogene regels. Wy ontdekken het hoofd in het groeten, zy houden den tulband op het hoofd en maaken slechs een buiging met het lighaam. En honderd andere dingen die my nu niet te binnen schieten. |
|